De initiatieven van Allen & Overy en Freshfields om in respectievelijk Belfast en Manchester een legal service centre op te zetten, vinden weinig navolging in de Nederlandse advocatuur. Allen & Overy (hoofdkantoor: Londen) koos de backoffice in Belfast vanwege de beheersing van risico’s, de kwaliteit van het werk en de nauwe samenwerking in de organisatie.
“Wij hebben geen plannen om ons kantoor op te delen”, zegt een woordvoerder van Stibbe. “Samenwerking op één werkvloer vinden we belangrijk. Onze mensen hebben een hoogwaardige werkomgeving nodig.”
Bestuursvoorzitter Alain de Jonge van Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn zegt dat Pels Rijcken voornamelijk grote zaken behandelt die juridisch gezien complex zijn, met vaak grote belangen en een maatschappelijke impact. “Dit betekent dichtbij de cliënt staan, veel maatwerk en juist weinig routineus werk. Outsourcen past daar niet bij.”
Een zelfde reactie van Houthoff Buruma. “Die kwestie speelt bij ons niet”, zegt managing partner Johan Rijlaarsdam. Ook Loyens & Loeff heeft geen plannen voor een Belfast-constructie. “We hebben alleen de ict-afdeling moeten verplaatsen”, zegt kantoordirecteur Rien Meppelink. “Overigens niet uit kostenoverwegingen, want die afdeling zit nu op de Zuidas in een even duur pand. Hier was voor ict – veertig mensen – geen ruimte meer. Onze advocaten blijven in Amsterdam bij elkaar zitten.”
Het zit er dus niet in dat Zuidas-kantoren advocatenwerk naar noordoost-Groningen gaan verplaatsen.