Gerard van Solinge over 1520 pagina’s corporate governance én Brunello di Montalcino

Delen:

Gerard van Solinge is hoogleraar ondernemingsrecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen en advocaat bij Allen & Overy. Hij is co-auteur van het afgelopen week verschenen Asser-deel over Corporate Governance van de NV en BV (Asser/Van Solinge & Nieuwe Weme 2-IIb).

1520 pagina’s maar liefst! Dat moet een flinke klus geweest zijn. Is er veel gewijzigd sinds de vorige druk?
Het boek bevat een bewerking van zes (van de veertien) hoofdstukken uit de vorige druk. Het is ongeveer vijf keer zo dik geworden. Er is de afgelopen jaren veel nieuwe wetgeving tot stand gekomen. Denk aan de Flex-BV, de one-tier board, de aanpassing van het enquêterecht, de nieuwe regelingen van tegenstrijdig belang en bestuurdersbeloningen. Er kwam ook een nieuwe Corporate Governance Code, die we meer dan in de vorige druk systematisch hebben verwerkt. Verder is veel jurisprudentie van de Hoge Raad en de Ondernemingskamer verwerkt, denk aan de uitspraken inzake Cancun, ASMI, Boskalis/Fugro, TMG, AkzoNobel en Eneco. Verder hebben we ernaar gestreefd het boek heel toegankelijk te maken door een verfijnde opdeling in randnummers, voorzien van korte samenvattingen, kruisverwijzingen en hyperlinks (in de digitale versie).

De governance van ondernemingen is de laatste jaren steeds meer onderwerp van maatschappelijke discussie geworden. Vindt u dat een goede ontwikkeling?
Wat ondernemingen doen of nalaten, raakt ons allemaal. Daarmee krijgt de wijze waarop ondernemingen worden geleid steeds meer impact op mens, maatschappij en milieu. Vandaar dat de maatschappij zich ook steeds meer met de governance van ondernemingen is gaan bemoeien. Transparantie, verantwoording afleggen, het opleggen van gedragnormen en het streven naar duurzaam ondernemen zijn niet meer weg te denken. Ik vind dat een goede ontwikkeling. Het is echter wel zaak dat de vrijheid van onderneming – de motor van het systeem – niet verloren gaat. We moeten op zoek naar een juiste balans.

Rond corporate governance hangt nog steeds de sfeer van ‘ons kent ons’. Is dat terecht, of achterhaald?
In de afgelopen tien jaar is veel veranderd. Er is meer aandacht voor onderwerpen als diversiteit, man/vrouw-verdeling, limitering van het aantal commissariaten, transparantie, bestuurdersbeloningen en dergelijke. Het old boys network –  de witte mannen van boven de 60 die elkaar goedbetaalde baantjes in het bedrijfsleven toespelen – heeft zijn beste tijd wel gehad.

Het kabinet heeft tal van plannen op het gebied van de modernisering van het ondernemingsrecht, zo bleek in december uit een voortgangsbrief van minister Dekker (Rechtsbescherming). Welk plan hoopt u dat wordt gerealiseerd, en welk plan mag de prullenbak in?
Een goed plan is de modernisering van de personenvennootschappen. Er ligt een voorontwerp van een nieuwe wettelijke regeling, dat met enkele aanpassingen kan worden ingevoerd. Het wordt ook tijd dat de grensoverschrijdende omzetting en splitsing in de wet worden geregeld. Daarbij moet het mogelijk worden gemaakt dat vennootschappen van en naar de Caribische delen van het Koninkrijk verhuizen door middel van fusie, splitsing of omzetting. Het is ongerijmd dat straks een Nederlandse BV zich wel kan omzetten in een Maltese en niet in een Curaçaose vennootschap. Een slecht plan is de voorgestelde regeling van de wettelijke bedenktijd bij aandeelhoudersactivisme en vijandige overnames van beursvennootschappen. Het wetsvoorstel voegt weinig tot niets toe aan de zogenaamde ‘responstijd’ van de Corporate Governance Code die we al kennen en het beproefde systeem van bescherming tegen ongewenste overnames. De voorziene extra rechtsgang bij de Ondernemingskamer brengt nog meer onrust in dergelijke situaties. Ook een slecht plan is het voorstel dat de minister bij beschikking kan overgaan tot het verbieden en ontbinden van rechtspersonen die ‘onwenselijk gedrag’ vertonen. De huidige minister vertrouw ik wel, maar wat als de bevoegdheid in minder vertrouwde handen valt? Een huiveringwekkend plan. Dit moet alleen met tussenkomst van de rechter mogelijk zijn. Even bizar is het kabinetsplan om de gegevens van gevers van donaties boven € 15.000 openbaar te maken. Dat betekent het einde van de charitas; vele maatschappelijke instellingen  die daarvan afhankelijk zijn, zullen daaronder gaan lijden. Niet doen, zou ik zeggen.

In een van uw columns in het FD schreef u dat u hoopt dat er een maatschappelijke bv komt. Gaat dat gebeuren denkt u?
Dat verwacht ik wel. De tijd is er rijp voor, zie bijvoorbeeld de discussie of in de zorg beperkte winstuitkeringen mogelijk zouden moeten zijn. Een dergelijke BVm – maatschappelijke BV –  zou voor een deel een symboolfunctie hebben. Met de bestaande rechtsvormen, zoals bijvoorbeeld de coöperatie, kan immers een vergelijkbare  onderneming worden opgezet. Maar symbolen zijn niet onbelangrijk. In ons omringende landen heeft men goede ervaringen met de BVm en verwante rechtsvormen.

Als u het voor het zeggen had dan…?
Dan kwam er een einde aan racisme.

Wat is het hoogtepunt in uw juridische carrière?
Promotie, hoogleraarschap, cassatiezaken winnen. En natuurlijk de verschijning van dit boek. Er komt vast nog wel meer.

Wie of wat is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?
Mijn Nijmeegse voorgangers E.J.J. van der Heijden en Sjef Maeijer. En verder Paul Scholten.

Wat is niet over u bekend, dat wel interessant is?
Dat zal vermoedelijk niemand boeien.

Welk boek las u het laatst?
21 Lessons for the 21st Century van Yuval Noah Harari.

Met welke beroemdheid zou u een gevangeniscel willen delen?
Brunello di Montalcino.

Lees meer over de studententijd van Gerard van Solinge.

 

 

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven