Daarmee heeft de Hoge Raad tevens de reikwijdte van de strafbaarstelling van medeplegen ingeperkt. De Hoge Raad overweegt in deze arresten dat het in de praktijk een belangrijke en moeilijke vraag is wanneer de samenwerking tussen de daders zo nauw en bewust is geweest dat van medeplegen mag worden gesproken. De regelmaat waarin in cassatie over deze problematiek bij de Hoge Raad wordt geklaagd, bevestigt deze constatering.
Naar aanleiding daarvan hebben de advocaten-generaal Hofstee en Spronken zeven cassatiezaken geselecteerd en daarin simultaan op 5 april 2016 een conclusie genomen. Deze conclusies bevatten alle een gelijkluidende door hen gezamenlijk geschreven voorafgaande beschouwing. Hierin brengen Hofstee en Spronken mogelijke onduidelijkheden omtrent medeplegen in samenhang met medeplichtigheid in kaart. Ze doen dat aan de hand van recente arresten van de Hoge Raad gewezen na 2 december 2014. Deze analyse wordt afgesloten met beslisschema, dat vervolgens op de zeven zaken wordt toegepast.