Herman van der Meer: ‘Angstcultuur, groot woord hè?’

Delen:

Herman van der Meer
Herman van der Meer (Rechtbank Noord-Nederland)

Twee maanden staat Herman van der Meer nu aan het roer van de rechtbank Noord-Nederland, als tijdelijk opvolger van Maria van de Schepop. Mr. sprak uitgebreid met hem. “Wat gebeurd is, heeft wonden geslagen, en die moeten worden geheeld.”

Of hij geschrokken is over wat hij aantrof bij de rechtbank Noord-Nederland? Waarnemend president Herman van der Meer twijfelt even: “Ja en nee.”

“Ja, in de zin dat mensen me dingen hebben verteld waarvan ik denk: ‘Dat had ik niet zo gedaan’. Nee, in de zin dat er een boel aan de hand is, wat nu eenmaal voorkomt in organisaties. Dat de communicatie tussen de leiding en de medewerkers beter kan. Dat mensen op hun functioneren worden aangesproken, en dat mensen in de omgeving dat zielig vinden, terwijl anderen blij zijn dat een probleem eindelijk wordt aangepakt.”

Managementcultuur

Van der Meer loopt inmiddels twee maanden rond als waarnemend president van de rechtbank Noord-Nederland. Zijn voorganger Maria van de Schepop stapte op 28 oktober vorig jaar op na publicaties op mr-online over een angstcultuur binnen de rechtbank.

“Angstcultuur, groot woord hè,” zegt Van der Meer. “Daar schrik ik van, daar wil ik niet mee geassocieerd worden. Maar goed, dat gaat onderzocht worden.” In opdracht van de rechtbank begint Berenschot een onafhankelijk onderzoek naar incidenten die onrust veroorzaakten. Het gaat om het vervangen van de bedrijfsarts, het vertrek van drie managementassistentes, het beëindigen van de kritische columns van rechter Edzard van Weringh op het interne netwerk Intro en het aftreden van de voorzitter Sietske Dijkstra van de integriteitscommissie. Na deze incidenten klaagden medewerkers op het interne netwerk Intro over de managementcultuur en gebrekkige communicatie door het gerechtsbestuur.

Interne stukken

In het onderzoek wordt ook gekeken hoe het kan dat media hebben geciteerd uit interne stukken en verslag hebben gedaan van een interne bijeenkomst. Verder worden de organisatiecultuur en de eventuele gevoelens van sociale onveiligheid onder de loep genomen. Het gaat om dossieronderzoek, feitenonderzoek door middel van interviews, een enquête naar de sociale veiligheid onder alle medewerkers van de rechtbank en een cultuuronderzoek.

Van der Meer licht toe: “Alle medewerkers krijgen vanuit Berenschot een enquête toegestuurd met, zo stel ik me voor, de vraag of ze met een angstcultuur te maken hebben gehad, en of ze de indruk hebben dat anderen ermee te maken hebben gehad. Dat kan ook een kwestie van beleving zijn, men kan elkaar wat aanpraten, al zeg ik niet dat dat hier zo is.” Hij haalt het spreekwoord ‘Waar rook is, is vuur’ aan. “Zoiets komt niet uit de lucht vallen. Daarom moet het onderzocht worden, kwantitatief en kwalitatief. Dan kun je vaststellen wat er aan de hand is, met welke actoren in de organisatie.”

Geen Haagse meneer

Nadat Van de Schepop op 28 oktober was opgestapt werd Van der Meer ’s avonds benaderd door voorzitter Henk Naves van de Raad voor de rechtspraak. “Hij belde namens het bestuur van de rechtbank en zei: ‘We hebben een probleem in Noord-Nederland, en de Raad voor de rechtspraak en het rechtbankbestuur denken dat jij de aangewezen figuur bent om hier bijstand te verlenen’.” Op zich geen vreemd verzoek, vond Van der Meer. “Ik ben een van de langstzittende presidenten. Ik woon in Alkmaar, ben over de Afsluitdijk zo in het noorden. En ik ben geen Haagse meneer, zoals ik hier ook heb gezegd tijdens de nieuwjaarstoespraak.”

Waarom is dat relevant?
“Omdat een door de Raad voor de rechtspraak gekozen Haagse oplossing hier minder snel wordt geaccepteerd door de werkvloer. Het bestuur wilde iemand die onafhankelijk van Den Haag opereert.”

Uw voorganger Van de Schepop zei over de verschillende mentaliteiten van de Drent, de Groninger en de Fries:. “Het komt overal terug.” Moest u ook wennen hier?
 “Ik heb wortels in het noorden, mijn moeder was Friezin, mijn Friese grootvader en Groningse grootmoeder hebben elkaar ontmoet op de ijsbaan in Leens (Groningen), waar de vlam oversloeg. Het kan best hoor, tussen Groningers  en Friezen, als de wil er maar is.”

Van de Schepop zei over die verschillen ook: “Het is prachtig, maar soms ook ingewikkeld.”
“Heel mooi zeker, omdat wij mooi werk doen met bevlogen mensen die hard werken voor de publieke zaak. Maar het is hier ingewikkelder dan in andere rechtbanken, omdat we als enige drie volwaardige hoofdlocaties hebben. En de reisafstanden zijn groot. Van Emmen naar Leeuwarden ben je twee uur onderweg met het openbaar vervoer.”

Wat hebt u tot nu toe gedaan om de rechtbank in rustiger vaarwater te krijgen?
“Met mijn ervaring hoop ik ervoor te zorgen dat verwijten over autoritair gedrag, gebrekkige communicatie en dergelijke niet worden gemaakt aan het bestuur onder mijn voorzitterschap. Ik wil het voorbeeld geven met mijn communicatiestijl: open en direct. Het belangrijkste is dat er een onderzoek wordt gehouden dat om door een ringetje te halen is. Zuiver, open, eerlijk, communicatief goed, zorgvuldig onbevooroordeeld. Dat heb ik in gang willen zetten.”

Terminologie verhelderen

Hij benadrukt in het gesprek meermaals dat de kwaliteit van het onderzoek boven alle twijfel verheven moet zijn. “Het risico bestaat dat mensen anders zeggen ‘Over ons maar niet met ons’.” Berenschot stelt een begeleidingscommissie samen waarover, in de woorden van Van der Meer ‘niemand kan zeggen dat die niet onafhankelijk is’. De begeleidingscommissie kan de onderzoekers helpen om op de juiste plekken en bij de juiste mensen binnen de organisatie vragen te stellen, en de terminologie binnen rechtspraakorganisatie te verhelderen. Alle medewerkers hebben commentaar kunnen leveren op de onderzoeksopzet, en enkele tientallen hebben dat gedaan. De ondernemingsraad heeft ingestemd met de onderzoeksopzet.

Hebt u gesproken met de hoofdrolspelers, zoals Sietske Dijkstra en Edzard van Weringh?
“Ik heb gesproken met een aantal mensen met wie gedoe was. Dat waren goede gesprekken, tot wederzijdse tevredenheid. Met Maria van de Schepop heb ik alleen mailcontact gehad.”

Waarom heeft u niet met haar gesproken?
“Ik heb dat aangeboden. Meer wil ik er niet over zeggen.”

Keert Sietske Dijkstra terug als voorzitter van de integriteitscommissie? Of komt er een nieuwe voorzitter?
“Daar wil ik alleen over zeggen dat de commissie zichzelf even on hold heeft gezet. Maar we gaan aan de slag om de commissie weer te normaliseren. Dat houdt in dat er een commissie met een voorzitter is. Maar eerst moet het onderzoek klaar zijn. Nog drie maanden geduld.”

Komen er weer kritische columns op intranet?
“Als bestuurder moet je tegen kritiek kunnen. Het bestuur heeft ingezien dat het niet zo verstandig was om helemaal niet op de kritiek te reageren. Daarom hebben we afgesproken om dat wel te doen. Ik heb een aantal keren op Intro gereageerd als mensen kritiek hebben geuit. Dan leg ik uit wat er volgens mij aan de hand is en hoe we de kritiek kunnen gebruiken om er beter van te worden. Door klachten kun je iets leren over je organisatie, dus klachten zijn welkom.”

Waar gaan die klachten over?
“Bijvoorbeeld over een benoeming van een senior rechter, waarover overigens al voor mijn aantreden was besloten. Ik heb gesproken met de mensen die daarop kritiek uitten, zaken uitgelegd en hun gevraagd zich in de positie van het bestuur te verplaatsen. En daar zijn we volgens mij goed uitgekomen.”

De bestuurders Albert Ploeger en Madelon de Wilde zijn als bestuurders medeverantwoordelijk voor de onrust van vorig jaar. Is er binnen de rechtbank nog genoeg vertrouwen in hen?
“Ze werken enorm hard om dat vertrouwen terug te winnen, en ik denk dat dat gaat lukken. Ze berichten elke week uitvoerig wat ze aan het doen zijn voor de rechtbank. Dat is gewoon goed, ze hebben meters gemaakt. Als er al sprake was van angstcultuur die door het bestuur is gecreëerd, heb ik daarvan niets gezien in de periode dat ik hier zit. Wat niet wil zeggen dat ze geen fouten hebben gemaakt. Maar dat wordt onderzocht, en pas daarna gaan we kijken wat de conclusies van het onderzoek betekenen voor posities van mensen.”

Heeft de kwaliteit van de rechtspraak geleden onder het gedoe van vorig jaar?
“Nee. Er is geen zaak uitgevallen door dit gedoe. Maar mensen willen er op een gegeven moment een punt achter zetten, en met plezier naar hun werk gaan. Dat is nu niet zo, en dat is jammer. De rechtspraak moet een heel goede werkgever zijn, waar mensen vertrouwen hebben in de leiding. Maar wat gebeurd is, heeft hier en daar wonden geslagen, en die moeten worden geheeld.  Daar werken we met zijn allen hard aan. Daar gaat tijd overheen, en het onderzoek kan daarbij helpen. Dat kan leiden tot zelfreflectie, niet alleen bij het bestuur.

U blijft tot 1 juli. Wanneer beschouwt u uw missie als geslaagd?
“Dat moeten anderen beoordelen. Mijn doel is dat er straks een onderzoeksrapport ligt dat door 80 procent van de mensen als degelijk, eerlijk, nuttig en transparant wordt ervaren. En natuurlijk zal er een groepje zijn dat niet tevreden is, maar zo zit de samenleving nu eenmaal in elkaar.”

Lees meer over:

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven