Herman van der Meer, president van het Amsterdamse gerechtshof, wordt per 1 januari 2020 waarnemend president van de rechtbank Noord-Nederland. Zijn benoeming is in beginsel voor zes maanden en volgt op het vertrek van Maria van de Schepop als president van de rechtbank. Zij trad na commotie over een onveilig werkklimaat eind oktober af. Sindsdien werden haar taken waargenomen door rechterlijk bestuurslid Albert Ploeger.
De belangrijkste opdracht van Van der Meer is “het verbeteren van de verbinding tussen bestuur en medewerkers en het versterken van de samenwerking binnen de organisatie”, aldus een persbericht van de Raad voor de rechtspraak. Hij zal een onafhankelijk extern onderzoek laten uitvoeren naar de situatie binnen de rechtbank en zich daarnaast richten op het werven van een nieuwe president.
De lokale gerechtsvergadering, OR en een vertegenwoordiging van leidinggevenden van de rechtbank hebben positief geadviseerd.
Met de komst van Van der Meer is het gerechtsbestuur met Ploeger en Madelon de Wilde weer compleet.
Vertrouwenskwestie
De afgetreden rechtbankpresident Van de Schepop kwam onder vuur te liggen na een artikel op mr-online over onrust onder personeel over een angstcultuur. Ook kreeg het gerechtsbestuur het verwijt gebrekkig te communiceren. “De onrust bij de rechtbank Noord-Nederland van de afgelopen periode heeft uiteindelijk geleid tot een vertrouwenskwestie,” zei Van de Schepop in een verklaring op de website van de rechtbank. “Dat schaadt het aanzien van de rechtbank. Dat betreur ik en ik neem daarin mijn verantwoordelijkheid. Daarom treed ik terug als president van de rechtbank. Het is belangrijk dat het vertrouwen in de rechtbankorganisatie terugkeert en ik wil dat proces niet in de weg staan.”
Medeverantwoordelijk
Het vertrek van Van de Schepop werd op 28 oktober door de twee overige bestuursleden Albert Ploeger en Manon de Wilde toegelicht aan de medewerkers. Velen waren opgelucht over Van der Schepops aftreden. “De hoop is dat er nu een nieuwe start kan komen,” zei een rechter. “En dat de werkdruk wordt aangepakt en dat het gerechtsbestuur en de managers zich niet langer begeven in domeinen die tot de rechter behoren.”
Ploeger liet weten voorstander te zijn van een onderzoek naar de situatie in de rechtbank Noord-Nederland, en dat hij zich wil inzetten voor een goede rechtbank waar iedereen met plezier werkt. Hij gaf aan te willen werken aan vertrouwen. Maar veel medewerkers lieten weten het moeilijk te vinden om hem dat vertrouwen te geven, omdat hij, als lid van het gerechtsbestuur, medeverantwoordelijk is voor eerdere omstreden besluiten.