Het recept voor vrije software

schutte.png

De term ‘intellectueel eigendom’ is een prachtige mystificatie. Hoe kan ‘intellect’ nu in ‘eigendom’ worden gehouden? Goed, het adjectief ‘intellectueel’ is een pars pro toto: het gaat om de eigendom van ‘intellectuele producten’, ‘maaksels van het brein’. Maar als nu íets intellectuele producten kenmerkt, dan is het dat zij niet te ‘houden’ zijn. De enige echte intellectuele ‘eigendom’ is de gedachte die nooit is uitgesproken of uitgebeeld, de geheime gedachte.

De paradox is door de wetgever gevangen in de bekende dichotomie ‘idee’ en ‘werk’. De ‘ideeën’ zijn vrij, het ‘werk’ wordt beschermd. De uitzondering is de ‘uitvinding’, de Koningin der Ideeën die wel beschermd kan worden door middel van een octrooi. Maar verder mag niemand een ‘idee’ claimen, althans dat is de theorie. Want tussen de theorie en de realiteit staat de bezoldigde jurist.

De beste recepten en de mooiste goocheltrucs zijn geheim. Want je kunt misschien wel iemand verbieden het papiertje waar een recept of een goocheltruc op staat te kopiëren, maar niet om ze te koken of uit te voeren. En zo begon het ook met de recepten voor machines die automatisch dingen voor ons doen. Zoals met de eerste pressure cookers en magnetrons kreeg je ook bij die automaten de recepten er gewoon bij. Totdat een paar slimme jongens bedachten dat die recepten eigenlijk belangrijker zijn dan het apparaat dat ze uitvoert.

Om een lang verhaal kort te maken, de slimme jongens hebben rond al hun recepten, die wij nu ‘software’ noemen, piketpaaltjes geslagen. Iedereen die hun recepten wil gebruiken, moet zich binden aan vuistdikke gebruikersvoorwaarden. Intussen zijn we er allemaal ingestonken: de ideeën (‘recepten’, ‘goocheltrucs’) worden gepresenteerd alsof zij deel uitmaken van het ‘werk’ zelf, en we zitten er met handen en voeten aan vast.

Zijn we er allemaal in gestonken? Nee, toch niet. Er waren al vroeg mensen bij die, vaak intuïtief, de implicaties begrepen van de grote juristentruc met de term ‘intellectuele eigendom’. Maar juristentrucs zijn net als die van andere illusionisten: als je ze eenmaal door hebt, kun je ze zelf vrij toepassen. En zo bedachten die lieden (met levende mythe Richard M. Stallman voorop) ‘omgekeerde’ softwarelicenties, een ‘copyleft license‘ met ‘all rights reversed‘ (in plaats van een ‘copyright license‘ met ‘all rights reserved‘). Het gebruik van hun software volgens een General Public License (GPL) beperkt niet, maar geeft juist het recht de software te delen en aan te passen. Er is één voorwaarde: nieuwe software uit gemaakte aanpassingen moet ook opengesteld. Zo is er een groot reservoir vrije, zogenaamde open source software ontstaan.

Nu voltrekt zich dan langzaam maar zeker het wonder: omdat open source software ‘free’ is (vrij te gebruiken én gratis), verspreidt het zich als kool en kan langzaam maar zeker niemand meer zonder. Ook grote ondernemingen, al houden zij dat vaak stil, ontwikkelen nieuwe software vaak op basis van open source software. En dat maakt hun nieuwe software dus ook open source software. Zo zal eens alle software door GPL ‘aangestoken’ zijn en zullen in de virtuele wereld de ideeën net zo vrij zijn als in de reële wereld de recepten van onze oma’s.

Dr. mr. C.B. Schutte is advocaat bij Schutte Heide-Jørgensen advocaten te Amsterdam.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven