Om op die vraag antwoord te kunnen geven gaan we eerst wat dieper kijken naar wat deze bepaling precies mogelijk maakt. Art. 67r AWR bepaalt dat een belastingadviseur die een bestuurlijke boete heeft gekregen als medepleger aan bijvoorbeeld belastingontduiking met zijn naam voor vijf jaar op de website van de Belastingdienst kan worden gezet. Het blijft echter niet alleen bij de naam, ook de hoogte van de boete, het jaar en de plaats waar de overtreding is begaan kunnen worden gepubliceerd. De wetgever geeft aan dat het publiceren van de naam van deze belastingadviseurs ervoor zorgt dat toekomstige cliënten beter geïnformeerd een belastingadviseur kunnen kiezen. Kortom, de wetgever is van mening dat dit artikel voorlichtend werkt en niet bestraffend.
Schandpaalboete
Zoals de wetgever kon verwachten kwam uit vele hoeken kritiek op de invoering van deze wet. Zo noemde de Autoriteit Persoonsgegevens deze bepaling gekscherend al de schandpaalboete. Zelf kan ik ook lastig ontkennen dat er overduidelijk een strafelement aanwezig is. Een strafelement dat ook langer zal duren dan vijf jaar aangezien het niet bepaald makkelijk is alle informatie daadwerkelijk na vijf jaar van het internet af te halen. Het recht op privacy lijkt dan ook compleet te zijn losgelaten. Een ander ongewenst effect is dat deze regeling de relatie tussen een belastinginspecteur en belastingadviseur nog meer op scherp zet en zelfs onevenwichtiger kan maken in het nadeel van de belastingadviseur.
Panama Papers
De wetgever lijkt totaal ondoordacht deze regel te hebben ingevoerd. Sterker nog, de door de wetgever aangegeven reden voor invoering lijkt absoluut niet de daadwerkelijke drijfveer voor invoering van art. 67r AWR. De daadwerkelijke reden voor invoering lijkt veel meer voort te komen uit de discussies rondom de Panama Papers en de wens om belastingadviseurs die zich bezighouden met ontduiking harder aan te pakken.
Angst
Toch is de regel er in zijn huidige vorm gekomen. Het is beangstigend om te zien hoe gemakkelijk de wetgever de mening van de Autoriteit Persoonsgegevens en andere argumenten tegen deze bepaling naast zich neerlegt. Hopelijk blijft de uitvoering van deze extra boete dan ook uiterst beperkt.
