De Hoge Raad beoordeelt belastingkwesties puur vanuit juridisch oogpunt en kijkt niet naar de gevolgen voor de staatskas. Dat zegt de president van de Hoge Raad, Maarten Feteris, in een interview met het Financieele Dagblad. “Met de hand op het hart en naar eer en geweten: de Hoge Raad laat zich bij zijn beslissingen niet leiden door budgettaire overwegingen,” betoogt Feteris.
De Hoge Raad koos zowel bij de crisisheffing als bij de vermogensrendementsheffing de kant van de fiscus, en kreeg daarop veel kritiek van fiscalisten. In beide gevallen concludeerde de advocaat-generaal dat deze maatregelen juridisch niet door de beugel konden.
“Rechters moeten loyaal de wet toepassen, los van wat zij inhoudelijk van de regelingen vinden,” betoogt Feteris. “Wie kritiek heeft op een wet, moet niet bij de rechter zijn maar bij de politiek. Anders zouden wij een soort Derde Kamer worden.”
Feteris vervolgt: “Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) geeft de nationale wetgever een zeer ruime beoordelingsmarge. De Hoge Raad volgt de jurisprudentie van het EHRM.”
Hij wijst erop dat de Hoge Raad in de kwestie rond de fiscale status van vakantiehuisjes een arrest heeft gewezen dat de gemeenten veel geld heeft gekost.
