Ilse van Vloten winnaar BUREN Scriptieprijs voor Insolventierecht 2020

Delen:

Dit jaar loofde BUREN in samenwerking met Celsus Juridische Uitgeverij voor de derde keer de BUREN Scriptieprijs voor Insolventierecht uit voor de beste scriptie op het gebied van het insolventierecht. De winnaar van de BUREN Scriptieprijs voor Insolventierecht 2020 is Ilse van Vloten.

Ilse won de prijs met de scriptie ‘Doorbraak van bestuurdersaansprakelijkheid in faillissement naar de buitenlandse tweedegraads (rechtspersoon-)bestuurder via de Insolventieverordening 2015’, geschreven aan de Universiteit Leiden. De uitreiking van de prijs vond dit jaar, wegens de huidige pandemie, volledig online plaats op 19 november jl.

Genomineerden

Voor de scriptieprijs waren in totaal vijf scripties genomineerd. Naast de scriptie van Ilse waren dat de volgende:

  • Esther Bastein met de scriptie ‘Het aansprakelijkheidsrisico van opereren in de stilte voor de storm. Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de persoonlijke aansprakelijkheid van de beoogd curator’.
  • Lauran van Hoof met de scriptie ‘Het faillissement failliet? Een onderzoek naar de invloed van de WHOA op het faillissement als fixatiepunt in benadeling van schuldeisers‘.
  • Gijs de Koning met de scriptie ‘Het faillissement van een zorginstelling. In hoeverre kan de Nederlandse wetgever bij het aanpassen van de Faillissementswet teneinde de curator het maatschappelijk belang te laten dienen in het faillissement van Nederlandse zorginstellingen bepalingen uit de Amerikaanse Bankruptcy Code als voorbeeld nemen?’.
  • Jan Nouwen met de scriptie ‘Haastige spoed is zelden goed. Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de inspraak en bescherming van schuldeisers onder de WHOA en Chapter 11’.

Alle genomineerde scripties zijn te vinden op de website van BUREN.

Het juryrapport

Het oordeel van de jury over de winnende scriptie van Ilse van Vloten luidt als volgt: “De lengte van de titel van haar scriptie (Doorbraak van bestuurdersaansprakelijkheid in faillissement naar de buitenlandse tweedegraads (rechtspersoon-)bestuurder via de Insolventieverordening 2015) geeft al aan dat het een complexe studie is. De vennootschapsrechtelijke norm, die we in Nederland kennen, effect geven in de relatie van met een bestuurder-rechtspersoon. Daarbij is het mogelijk dat die norm (of wellicht twee ex art. 2:11 BW en art. 2:248 BW) of het verband waarop zij wordt toegepast niet door hetzelfde recht worden beheerst. Ook rijst de vraag welke rechter bevoegd is. Het perspectief van de auteur is de toepassing van de Europese Insolventieverordening.

Ilse knipt haar hoofdvraag in vier duidelijke deelvragen op, gebruikt goed de literatuur over het onderwerp, analyseert helder enkele gevallen uit de rechtspraak, ook die van het Europese Hof, en werkt gedachten op een weloverwogen, evenwichtige wijze uit.
De vraag ‘Kan een buitenlandse tweedegraads (rechtspersoon-)bestuurder via art. 6 en 7 Insolventieverordening 2015 aansprakelijk gesteld worden voor een vordering op grond van art. 2:11 jo. 2:138/2:248 BW?’ beantwoordt zij volmondig met ‘ja’ en zij is niet beschroomd om de conclusie te trekken dat de Hoge Raad het in arresten uit 2011 en 2013 verkeerd heeft gezien. Haar komt de scriptieprijs toe.”

Eervolle vermelding

De jury heeft een eervolle vermelding toegekend aan de scriptie van Jan Nouwen (Erasmus Universiteit Rotterdam).

De jury

De jury bestond uit prof. mr. B. Wessels, emeritus hoogleraar internationaal insolventierecht aan de Universiteit van Leiden, H.J. de Kloe, universitair docent Insolventierecht aan de Universiteit van Rotterdam en M.J.H. Vermeeren, advocaat en partner herstructurering en insolventie bij BUREN.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven