Nieuw Wetboek van Strafvordering kost 450 miljoen euro, zegt commissie

Een vernieuwd Wetboek van Strafvordering is hard nodig, en de invoering daarvan kan alleen slagen als de regering voldoende geld ter beschikking stelt. Daarover bestond eensgezindheid onder de sprekers tijdens een bijeenkomst van de Commissie Implementatie nieuw Wetboek van Strafvordering. De Commissie denkt zelf aan een bedrag van 450 miljoen euro.

Delen:

Strafvordering Geert-4d604929
Foto: Geert Snoeijer

Commissievoorzitter Rianne Letschert riep tijdens de bijeenkomst op 26 oktober de onderhandelaars van het nieuwe regeerakkoord op dat bedrag vrij te maken. Secretaris-generaal Dick Schoof van het ministerie van Justitie en Veiligheid sloot zich daarbij aan. Volgens Schoof zijn de voortekenen gunstig: “De politiek ziet de ernst.”

Van dat geld moeten 100.000 mensen in de strafrechtketen worden bijgeschoold. Het gaat alleen al om 50.000 politiemensen en verder officieren van justitie en rechters maar ook advocaten en medewerkers van Slachtofferhulp en de Reclassering.

Biometrisch ontgrendelen

Het huidige wetboek dateert uit 1926 en is, na veel ingrepen door de wetgever en de rechter, hard toe aan vernieuwing. Dat blijkt vooral bij digitale ontwikkelingen waarmee de wetgever een eeuw geleden geen rekening kon houden. “De rechter,” zei procureur-generaal bij de Hoge Raad Edwin Bleichrodt, “moet steeds de kloof tussen de wet en de maatschappelijke realiteit dichten.” Denk daarbij aan digitale opsporing of het gedwongen biometrisch ontgrendelen van een smartphone door de politie. Om discussies hierover in de toekomst te voorkomen, is het nieuwe wetboek zoveel mogelijk techniekonafhankelijk geformuleerd.

Met het nieuwe wetboek moeten moderne vormen van misdaad, zoals digitale criminaliteit en ondermijning, doeltreffender kunnen worden aangepakt.  De doorlooptijden van strafzaken kunnen worden verkort, het systeem moet inzichtelijker en begrijpelijker worden, de positie van verdachten, slachtoffers en getuigen worden helderder, de administratieve lasten bij de opsporingsdiensten worden minder en de rechtsontwikkeling krijgt een wettelijke basis.

Gereedschapskist

Er komt meer nadruk te liggen op het voorbereidend onderzoek. De rechter-commissaris neemt de onderzoeksbeslissingen tot het moment dat de officier van justitie de procesinleiding heeft ingediend. Dat betekent dat geen driemaandelijkse pro-formazittingen meer nodig zijn en dat sneller beslissingen kunnen worden genomen.

“Het huidige wetboek is verouderd, complex en nauwelijks werkbaar,” zei voorzitter Henk Naves van de Raad voor de rechtspraak. Hij vindt het nieuwe wetboek een verbetering, maar “implementatie lukt alleen als er genoeg capaciteit is bij de politie, het Openbaar Ministerie en de Rechtspraak. En de ict moet op orde zijn.” Dat pleidooi werd ondersteund door Hanneke Ekelmans die lid is van de korpsleiding van de Nationale Politie. “Het Wetboek van Strafvordering is de gereedschapskist van de politie. Als je daarin moet gaan zoeken, betekent dat tijdverlies. Daarom moet de politiek middelen ter beschikking stellen. Het moet voor de politie wel doenlijk zijn.”

In balans

Ook volgens voorzitter Gerrit van der Burg van het College van procureurs-generaal van het Openbaar Ministerie ligt de grootste uitdaging in de uitvoering. “We moeten de vernieuwing stapsgewijs inbouwen.” Hij noemde het belangrijk dat het systeem in balans blijft, ook na de parlementaire behandeling.

Het nieuwe wetboek ligt nu voor advies bij de Raad van State. Daarna is het parlement aan zet. Invoering wordt verwacht in 2026. Vooruitlopend op de invoering van het nieuwe wetboek worden vijf pilots gestart op basis van de Innovatiewet 2022. Die betreffen digitale criminaliteit, audiovisuele opnamen, prejudiciële vragen, bevoegdheden van de hulpofficier van justitie en mediation.

De commissie Implementatie nieuw Wetboek van Strafvordering staat onder leiding van rector magnificus Rianne Letschert van de Universiteit Maastricht. De andere leden zijn Marianne Hirsch Ballin (hoogleraar straf- en strafprocesrecht aan de Vrije Universiteit), André de Jong (consultant bij ABDTOPConsult) en Korrie Louwes, hoofdinspecteur Maatschappelijke Zorg bij de inspectie Gezondheidszorg en Jeugd.  De commissie werkt in opdracht van de ministers Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) en Dekker (Rechtsbescherming).

Lees meer over:

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven