‘Jonge strafpleiters weten weinig over falsificatie’

Tunnelvisie kan leiden tot gerechtelijke dwaling. Meer aandacht voor het falsificatieprincipe in strafzaken kan dit voorkomen, maar jonge strafrechtadvocaten zijn onvoldoende bekend met het concept. Violette van Almelo toonde dit aan en pleit voor meer aandacht voor falsificatie in advocatenopleidingen.

Delen:

Van-Almelo-omslagplaatje-600x900-42e6f212

De Schiedammer parkmoord, de Puttense moordzaak, de zaak-Lucia de B., de Pettense campingmoord en sinds kort de Rosmalense flatmoord: de voorbeelden van gerechtelijke dwaling zijn overbekend. Dergelijke juridische misstappen worden vaak mede veroorzaakt door confirmation bias: de neiging om een theorie bevestigd te willen zien, in plaats van deze te ontkrachten. Maar het is juist van belang óók te zoeken naar bewijs dat het schuldscenario – zoals voorgesteld door het Openbaar Ministerie – weerlegt.

Karl Popper

In de wetenschapsfilosofie wil het begrip ‘falsificationisme’, geïntroduceerd door Karl Popper, zeggen dat iets pas ‘waar’ is wanneer geen bewijs kan worden gevonden dat de theorie weerlegt. Ook in het strafproces speelt falsificatie en belangrijke rol, maar jonge strafpleiters hebben het concept niet altijd in de vingers. Terwijl het de taak is van strafrechtadvocaten om de rechter ertoe te bewegen te falsificeren.

Dat laat Van Almelo zien in het onlangs verschenen boek Pleiten tegen tunnelvisie. Wat de strafrechtadvocatuur moet weten van falsificatie in strafzaken. Dit is een bewerking van haar scriptie ter afronding van de master Forensica, Criminologie en Rechtspleging aan de Maastricht University, die beloond werd met een 10. Thans is de auteur als gerechtsjurist verbonden aan de rechtbank Midden-Nederland.

Enquête

In het boek onderzoekt Van Almelo “in hoeverre strafrechtadvocaten die zijn aangesloten bij de NVJSA (de Nederlandse Vereniging van Jonge Strafrechtadvocaten, red.) behoefte hebben aan educatie en training over falsificatie in strafzaken, gelet op hun kennis van het concept falsificatie en de manier waarop zij falsificatie toepassen.”

Daarvoor voerde zij een literatuuronderzoek uit naar de achtergrond en het belang van falsificatie in strafzaken en de mogelijkheden van strafrechtadvocaten om de strafrechter te stimuleren het scenario van het OM te falsificeren, én deed zij enquêteonderzoek onder 47 NVJSA-leden. De vragenlijst bestond uit een test om in te schatten in hoeverre de respondent een confirmation bias had, gevolgd door een vijftal open vragen om de kennis van het falsificatieconcept te toetsen, en tot slot zeven stellingen (eens/oneens).

Falsificeren kun je leren

De belangrijkste empirische bevindingen zijn dat ongeveer een derde van de respondenten niet goed kan uitleggen wat het concept falsificatie in strafzaken inhoudt; en dat grofweg een kwart moeite heeft onder woorden te brengen hoe de rechter in strafzaken falsificeert. Bovendien geeft de meerderheid de voorkeur aan bevestigend boven falsificerend bewijs voor het toetsen van een theorie.

Hieruit concludeert Van Almelo dat jonge strafrechtadvocaten baat hebben bij training en educatie over dit onderwerp, bijvoorbeeld in de beroepsopleiding, ter verkrijging van PO-punten, of zelfs al eerder: op de universiteit. Omdat het onderzoek zich enkel richt op leden van de NVSJ – slechts een deel van de gehele advocatenpopulatie –, moedigt de auteur vervolgonderzoek aan waarin ook andere categorieën strafrechtadvocaten onder de loep worden genomen.

Het boek Pleiten tegen tunnelvisie is hier te bestellen.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven