Er moet in het rechtenonderwijs meer aandacht komen voor de prijs van diensten en producten. Juristen denken nog te weinig over na over de vraag welke prijs redelijk of normaal is. Die stelling poneerde hoogleraar Bedrijfswetenschappen Jean-Pierre van der Rest tijdens zijn oratie op 2 juni. Van der Rest doceert aan de rechtenfaculteit van de Universiteit Leiden.
“Onze studenten gaan aan de slag in een sector die steeds concurrerender wordt,” betoogt Van der Rest. “Het uurtje-factuurtje is niet meer van deze tijd. In de juridische wereld wordt stevig over prijs onderhandeld. Een ondernemende houding is dus onontbeerlijk.”
Rechtspraak
Ook in de rechtspraak speelt prijs een rol, vervolgt Van der Rest. “Rechters moeten vaak oordelen over een prijs. Welke prijs is redelijk, gewoonlijk bedongen, te laag of te hoog als het gaat om onteigening, de uitkoop van aandeelhouders of kinderalimentatie? Rechters baseren zich onder meer op economische analyses, maar die kennen hun beperkingen. Drie taxateurs kunnen zomaar met drie verschillende prijzen komen. Het is voor rechters een flinke uitdaging om daaruit te komen, soms eigenlijk onmogelijk.”
Verbinding
Prijsonderzoek is een deel van de taakomschrijving van de nieuwe hoogleraar. Hij gaat zich ook bezighouden met turnaround management: het tij keren bij bedrijven waar het heel slecht mee gaat. “Ik ben dienstbaar aan de rechtenfaculteit. Deze leerstoel is geslaagd als ik via empirisch onderzoek en bedrijfswetenschappelijke inzichten een bijdrage kan leveren aan juridisch onderzoek.”
