Advocaten kunnen in gerechtelijke procedures een ruimere vergoeding tegemoet zien. Sinds mei zijn de liquidatietarieven voor rechtbanken en gerechtshoven voor het eerst in veertien jaar opnieuw geïndexeerd.
Liquidatietarieven zijn forfaitair vastgestelde vergoedingen voor de hoogte van het salaris van de advocaat in het kader van een proceskostenveroordeling in een gerechtelijke procedure. De liquidatietarieven zijn sinds de invoering per 1 september 1955 maar enkele keren geïndexeerd. De laatste indexatie van de liquidatietarieven dateerde van 1 november 2004 (16 procent). Eerdere indexaties dateerden van 1 januari 1992 (14 procent) respectievelijk 1 april 1998 (16 procent).
“Om die reden zijn de liquidatietarieven altijd achtergebleven in vergelijking met overige proceskostenvergoedingen die wel steeds (half)jaarlijks zijn geïndexeerd, zoals de deurwaarderskosten en het griffierecht”, zegt Lucien Ridderbroek, advocaat bij E-Legal Incasso Advocaten. Hij publiceerde op de website van zijn kantoor een overzicht van alle liquidatietarieven. Sinds begin dit jaar houdt hij bij wat de hoogte is van alle griffierechten, deurwaarderskosten, het gemachtigdensalaris, het liquidatietarief, het nasalaris, de nakosten, de wettelijke rente en de incassokosten.
Precieze indexatiepercentages zijn niet vrijgegeven, zegt Ridderbroek, “maar een snelle rekensom leert dat de indexaties per 1 mei 2018 zo’n 20 procent bedragen en dus aanzienlijk zijn”.
Door de recente indexering met maar liefst 20 procent worden de advocaatkosten in gerechtelijke procedures bij de rechtbank en het gerechtshof ruimer vergoed dan voorheen het geval was. Dit geldt zowel voor bodemprocedures als voor procedures in kort geding. “Goed nieuws dus voor procespartijen die in rechte hun gelijk willen halen”, vindt Ridderbroek.
De indexatie van de liquidatietarieven geldt niet voor reguliere gerechtelijke procedures bij de kantonrechter. Het gemachtigdensalaris in kanton (salarissen in rolzaken kanton) is namelijk niet gewijzigd per 1 mei 2018.