LEGAL VALLEY JURIDISCH KENNISCAFÉ: KLIMAATZAAK URGENDA

Delen:

Prof. mr. Roel Schutgens, hoogleraar algemene rechtswetenschap aan de Radboud Universiteit, achtte in 2014 de ‘Urgenda-zaak’ “volledig kansloos. Urgenda beroept zich op sociale grondrechten en die zijn helemaal niet inroepbaar tegenover de rechter.” Hoe denkt hij daar nu over?

“Klimaatverandering, klimaatactivisten, klimaatontkenners, klimaatbeleid, klimaatdoelstelling, klimaatopwarming en ga zo maar door”, begint Mathilda Ariëns haar verslag van Legal Valley dat op 28 januari 2020 plaatsvond. “Het debat rondom het klimaat was, naast de protesterende advocaten, boeren, juffen en meesters, een van de meeste besproken onderwerpen in 2019. Hoewel het debat in de media pas vorig jaar zijn hoogtepunt bereikte, heeft stichting Urgenda het klimaat al langere tijd op haar agenda staan. Deze, in 2007 opgerichte stichting (‘Missie en werkwijze’, Urgenda samen sneller duurzaam, Urgenda.nl), won in 2015 in de rechtbank Den Haag haar zaak tegen de Staat. De rechtbank besliste dat de Staat meer moest ondernemen om de uitstoot van broeikasgassen in te perken. Vóór eind 2020 moet de uitstoot met 25% omlaag. Inmiddels vijf jaren en twee hoger beroepsprocedures verder, bekrachtigde de Hoge Raad het arrest van het gerechtshof en daarmee ook de uitspraak van de rechtbank (‘Klimaatzaak Urgenda’, de Rechtspraak, rechtspraak.nl).

Volledig kansloos

In het prachtige huis de provincie in Arnhem (‘Huis der Provincie’, Provincie Gelderland, Gelderland.nl) [tijdens Legal Valley 28 januari 2020; red.] nam prof. mr. Roel Schutgens, hoogleraar algemene rechtswetenschap aan de Radboud Universiteit (‘Prof. mr. R.J.B. Schutgens (Roel)’, Radboud Universiteit, ru.nl), ons mee in zijn analyse van deze zaak. Beginnend met een anekdote, vertelde hij niet de juiste persoon te zijn om deze zaak te bespreken. In 2014 vroeg een student in de collegezaal of ‘het iets zou worden’ met die Urgenda-zaak. ‘Volledig kansloos. Urgenda beroept zich op sociale grondrechten en die zijn helemaal niet inroepbaar tegenover de rechter’, betoogde hij in een collegezaal met circa 700 eerstejaarsstudenten.

Om de achtergrond in de discussie te verhelderen begint Schutgens tijdens Legal Valley 2020 met cijfers. Het ICCP (‘The Intergovernmental Panel on Climate Change’, IPCC, ipcc.ch) – The Intergovernmental Panel on Climate Change – bracht in 2007 rapport 4 uit waarin de 2-gradendoelstelling is geformuleerd. Indien de aarde niet meer dan 2 graden opwarmt, zijn de negatieve gevolgen van klimaatverandering nog te overzien. Hiervoor dient de uitstoot van CO2 met minimaal 25% gereduceerd te worden. Het kabinet Balkenende heeft dit bekrachtigd en gezegd dat dit het meest redelijke scenario is. Op de Doha klimaatconferentie in 2012 is een ‘EU-deal’ gesloten waarin een reductie van 20% reductie ook rechtmatig wordt geacht. Het kabinet Rutte I heeft in 2011 de ICCP-norm van 25% teruggeschroefd naar 20% en de ambitie in EU-verband gevolgd.

Urgenda eist bij de burgerlijke rechter een verklaring voor recht dat de Staat een onrechtmatige daad heeft begaan door de ambitie terug te schroeven en eist een bevel om de Staat de CO2-uitstoot met 25% te reduceren. De rechtbank toetst of de Staat een wettelijke plicht heeft of een maatschappelijke zorgvuldigheidsnorm heeft geschonden. Een wettelijke plicht is er niet, maar de maatschappelijke zorgvuldigheidsnorm wordt – met behulp van de criteria uit het Kelderluik-arrest en de reflexwerking van algemene beginselen– wel geschonden. Hierdoor kan de rechtbank het bevel uitvaardigen.

Grote vraagtekens

Schutgens zet hier grote vraagtekens bij. De uitleg van de Kelderluikcriteria zijn hier toch niet voor bedoeld? Hier vindt een bevoegdheidsverschuiving van rechter naar politiek plaats. Het Hof gooit het over een andere boeg en redeneren dat de Staat in strijd met artikel 2 EVRM (recht op leven) en artikel 8 EVRM (recht op family life) handelt. Daarbij moet dan wel sprake zijn van een real and immediate risk zoals voortvloeit uit Öneryildiz v. Turkije (EHRM 30 november 2004, ECLI:CE:ECHR:2004:1130JUD004893999 (Öneryildiz v. Turkey)) en Kolyadenko v. Rusland (EHRM 28 februari 2012, ECLI:CE:ECHR:2012:0228JUD001742305 (Kolyadenko v. Russia)).

De HR gaat hiermee verder en stelt vast dat een real and immediate risk niet op korte termijn hoeft plaats te vinden, maar ook directe bedreiging inhoudt. De HR stelt vast dat hieruit een positieve verplichting voor de Staat uitvloeit om het risico te verkleinen of te weren. Is Nederland dan alleen verantwoordelijk? Klimaatverandering is een wereldwijd probleem en de Nederlandse bijdrage aan CO2-uitstoot is circa 0,1%. De HR stelt dat Nederland individueel verantwoordelijk is en zich niet kan verschuilen achter het feit dat de uitstoot gering is of andere landen niets doen. Als de Nederlandse Staat niets doet, handelt zij in ieder geval onrechtmatig. Maar wat moet de Staat dan doen?

Om deze vraag te beantwoorden gebruikt de HR de common ground-methode. Kort gezegd wordt er gekeken of er internationale consensus bestaat over, in dit geval, de 25% reductie van CO2-uitstoot. De HR oordeelde dat er common ground bestaat, omdat er grote wetenschappelijke steun is, de reductienorm sinds 2007 bekend is, er slotverklaring tijdens klimaatconferenties zijn gegeven, het kabinet Balkenende de norm onderschreef en het terugschroeven van de norm naar 20% niet goed onderbouwd was. Met deze methode komt de HR tot de conclusie dat de Staat de CO2-uitstoot met 25% moet reduceren.

Is er wel een common ground?

Ook bij deze redenering zet Schutgens vraagtekens. Is er wel een common ground? De 25% reductie is nergens wettelijke vastgelegd. Staten durven zich hier waarschijnlijk niet aan te binden. Anderzijds zijn er wel vage verplichtingen in internationale verdragen, maar ook daar is er geen concrete aanpak geformuleerd. Elke staat heeft nu een andere aanpak. Dat de HR in deze zaak het bevel uitvaardigt, levert volgens Schutgens dan ook veel spanning op met de machtenscheidingsleer. De vage internationale normen worden door de rechter op eigen initiatief omgezet in concrete normen. Dat is wat betreft Schutgens het pijnpunt in deze zaak.

Toch zal de Staat het bevel moet opvolgen indien het de rechtstaat serieus neemt. Uiteindelijk is Schutgens wel blij dat de rechter de regering aanspoort om meer te doen aan het klimaatprobleem. Tot slot doet Schutgens nog een toekomstvoorspelling: ’Na deze uitspraak zullen meer belangenorganisaties proberen de Staat via de rechter tot handelen aan te sporen. Denk aan organisaties die een algeheel vuurwerk- of rookverbod willen. Ik vraag mij alleen sterk of de rechter ook in die zaken zal oordelen. Dat is toch andere materie.'”

Het eerste juridische kenniscafé georganiseerd op 28 januari 2020 door Legal Valley was ook dit keer weer geslaagd en werd afgesloten met een borrel.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven