Leidse rechtenstudenten hadden gisteren een unieke kans: ze mochten in het Academiegebouw vragen stellen aan de minister van Justitie van de Verenigde Staten, Loretta E. Lynch, en aan haar Nederlandse ambtsgenoot Ard van der Steur.
Na haar entree tijdens een door orgelmuziek begeleid academisch cortège, liet Attorney General Lynch woensdag 1 juni niet het achterste van haar tong zien. Vragen over delicate kwesties zoals de doodstraf en het gedoogbeleid voor softdrugs omzeilde ze handig door te wijzen naar de samenhang tussen federale wetten en wetten van de staten.
Maar soms had ze er duidelijk lol in om de vragen van de studenten internationaal recht te beantwoorden. Ze hoefde bijvoorbeeld niet lang te denken over de vraag waar ze als minister van Justitie trots op is: “Op de manier waarop wij de toegang tot het recht geregeld hebben,” antwoordde ze. “En op het fair trial in ons rechtssysteem.” Van der Steur kreeg dezelfde vraag. Hij antwoordde: “Op de positie van het slachtoffer in ons systeem. Slachtoffers werden vroeger niet geïnformeerd, ze mochten niet spreken tijdens het proces. Dat is nu gelukkig allemaal verbeterd.”
Van der Steur ging in op een vraag over Guantanamo Bay. “We begrijpen de achtergrond, maar we zijn tegen dergelijke instellingen,” zei hij, “Mijn collega Lynch weet dat wij er zo over denken. Het is goed dat Guantanamo Bay gesloten wordt, maar we zouden graag meer tastbare resultaten zien.”
Waar Van der Steur en Lynch het in elk geval over eens zijn is de noodzaak om cybercriminaliteit aan te pakken, en de uitwisseling van gegevens te verbeteren. Dat is precies de reden dat Loretta Lynch deze week in Nederland is. De Amerikaanse minister en Van der Steur (namens de EU) tekenen een Paraplu Data Beschermingsovereenkomst, die de privacy van Europese en Amerikaanse burgers moet beschermen. Het gaat om persoonsgegevens die worden uitgewisseld tussen politie en justitie in EU lidstaten en de Amerikaanse autoriteiten in het kader van preventie, opsporing of vervolging van strafbare feiten.
Ook komen er handtekeningen onder een ‘Memorandum of Understanding’ tussen de ministeries van Justitie in Nederland, de VS, Curaçao, Aruba en Sint Maarten om de rechtshandhaving in het Caribisch gebied te versterken.