Mag je baas tattoos of extreem kort haar verbieden?

Veel werkgevers leggen hun werknemers voorschriften voor kleding en uiterlijk op, bijvoorbeeld de verplichting een bedrijfsuniform te dragen of tatoeages te verbergen. In hoeverre dienen werknemers zich aan deze voorschriften te houden?

Delen:

Instructierecht werkgever
Het Nederlandse arbeidsrecht kent aan werkgever een instructierecht toe. Dit recht houdt in dat werknemers zich moeten houden aan instructies van de werkgever over het verrichten van arbeid en instructies die strekken ter bevordering van de goede orde in de onderneming. Hieronder kunnen ook vallen instructies die zien op de kleding en het uiterlijk van de werknemer. Deze kleding- en uiterlijkvoorschriften kunnen als doel hebben de werknemer te beschermen, maar kunnen ook zien op de representativiteit van de onderneming. Zo verbood KLM in 2010 haar cabinepersoneel het hebben van zichtbare tatoeages, piercings en extreem kort haar, omdat dit niet zou passen bij de uitstraling van KLM (ECLI:NL:RBHAA:2010:BO2066).

Grenzen instructierecht
Het instructierecht van de werkgever is niet onbegrensd. Zo mag een werkgever geen instructies opleggen die in strijd zijn met het goed werkgeverschap, de redelijkheid en de billijkheid en/of de fundamentele grondrechten van de werknemer. De beoordeling hiervan geschiedt aan de hand van de omstandigheden van het geval, waarbij onder meer de aard van de onderneming en de functie van de werknemer een rol kunnen spelen. In geval van een inbreuk van een grondrecht moet tevens beoordeeld worden of het betreffende voorschrift een legitiem doel dient en of het voorschrift een geschikt, noodzakelijk en proportioneel middel is om dat doel te bereiken.

Het tatoeagebeleid van vervoersbedrijf RET strandde op dit laatste punt (ECLI:NL:GHDHA:2021:2552). RET verbood haar openbaarvervoercontroleurs hun tatoeages zichtbaar te hebben tijdens de uitvoering van hun dienst in uniform. Hiermee wilde RET zorgen voor een neutrale, professionele en uniforme uitstraling, waardoor gezag en veiligheid zouden worden bevorderd. Het hof Den Haag achtte het tatoeagebeleid niet geschikt en proportioneel om dit doel te bereiken. Volgens het hof maakte RET hiermee een te grote inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van haar werknemers, temeer omdat tatoeages vaak bestaan uit versierselen die gekleurd zijn door persoonlijke smaak en/of verwijzen naar gebeurtenissen uit het leven. Bovendien vond het hof het inconsequent van RET dat het tatoeagebeleid alleen voor controleurs in uniform gold en niet ook voor andere toezichthouders.

Bij de beoordeling van kleding- en uiterlijkvoorschriften zijn ook de opvattingen van de maatschappij van belang. In bovengenoemde KLM-zaak werd het verbieden van extreem kort haar door de kantonrechter toegestaan, omdat het bijna kaalscheren van het hoofd bij vrouwen onder meer maatschappelijk nog niet zo algemeen aanvaard of gebruikelijk zou zijn dat een dergelijke haardracht niet als extravagant kon worden beschouwd, aldus de kantonrechter. Het is de vraag of de KLM-uitspraak in het licht van de huidige maatschappelijke opvattingen tot een andere uitkomst zou hebben geleid of dat ook nu het bijna kaalscheren van je hoofd nog niet zo algemeen aanvaard is.

Aldus zijn kleding- en uiterlijkvoorschriften in bepaalde mate toegestaan. Hoe ver deze grenzen precies reiken, hangt onder meer af van de omstandigheden van het geval en de opvattingen van de maatschappij.

 

 

 

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven