Marry de Gaay Fortman (53) studeerde van 1983 tot 1988 aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Ze is partner bij Houthoff, commissaris bij KLM en DNB en betrokken bij verschillende maatschappelijke en culturele organisaties, onder meer als bestuurslid bij Stichting Topvrouwen waarbij ze zich inzet voor het toetreden van vrouwen tot de bestuurskamers van Nederland. In haar praktijk als advocaat houdt ze zich voornamelijk bezig met governance-vraagstukken.
Wat is de beste en wat de slechtste herinnering aan uw rechtenstudie?
Mijn beste herinnering heb ik aan werkcolleges waarbij we met een groep studenten nadachten over een rechtvaardige samenleving waaraan iedereen kon bijdragen. Het woord ‘inclusiviteit’ bestond toen nog niet, maar het gedachtegoed wel. Wat ik gemist heb is een introductie in de instituties van onze rechtstaat. Zo waren er geen excursies naar bijvoorbeeld de Hoge Raad, de Raad van State en een gevangenis.
Wat was uw meest en wat uw minst favoriete vak en waarom?
Mijn favoriete onderwerpen waren de klassieke en sociale grondrechten. Ze vormen het fundament voor onze rechtstaat. In tegenstelling tot wat veel studenten misschien denken spelen ze nog steeds een belangrijke rol in mijn werk als advocaat, bijvoorbeeld de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van godsdienst en het recht op deugdelijk onderwijs. Er waren eigenlijk geen vakken die ik niet interessant vond. Maar je moet daarbij bedenken dat het allemaal begon met een inleiding in het recht van Sjoerd Gerbrandy (toen al emeritus) waar je beleefde hoe je van het recht kunt houden.
Welke docent of welke jurist was voor u tijdens uw studie een inspiratiebron?
Professor Arend Soeteman was hoogleraar rechtsfilosofie. Zijn vak sprak me bijzonder aan, omdat je leert kijken vanuit verschillende perspectieven. Bij de meeste juridische dilemma’s gaat het om een belangenafweging, dus helpt het als je op verschillende manieren over een juridisch of maatschappelijk vraagstuk kunt nadenken. Daarnaast kon professor Soeteman beeldend verhalen vertellen.
Wat zou u achteraf aan uw curriculum hebben veranderd?
Ik ben zelf afgestudeerd in zowel staats- en bestuursrecht als in civiel recht. Dat deed ik omdat ik het leuk vond. In mijn huidige praktijk zie ik veel afgestudeerden die onvoldoende kennis van het civiele recht hebben. Als je een carrière aan de Zuidas ambieert, dan is het volledige civiele pakket een voorwaarde. Ik realiseer me dat de studiedruk al hoog is, maar ik pleit ervoor dat de civiele vakken daar niet onder moeten lijden.
Wat zou u de huidige generatie studenten aan advies willen meegeven?
Wees maatschappelijk actief in iets waar je een passie voor hebt en verbind je probleemstelling met de wereld om je heen. Je leert dan al op jonge leeftijd de vaardigheden om later in de praktijk succesvol te zijn.
