Medewerkers van het Openbaar Ministerie verdienen keurig volgens de balkenendenorm. Geen van hen strijkt meer op dan een minister, zodat is voldaan aan de Wet Normering Topinkomens. Dat blijkt uit een overzicht dat het OM heeft gepubliceerd.
Het Openbaar Ministerie publiceerde het salarisoverzicht (over de jaren 2014 en 2015) na een vraag van het Algemeen Dagblad, dat daarvoor een verzoek had ingediend op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De krant vroeg om de salarissen van de tweehonderd meest verdienende OM-medewerkers. De krant vroeg niet om namen van medewerkers, maar welk salaris (het belastbaar inkomen en de bedrag afdracht pensioenpremie) bij welke functie wordt betaald.
De best betaalde OM’er is een procureur-generaal. In 2014 verdiende deze 178 duizend euro, een jaar later was dat 175 duizend euro. De nummer 200 op de lijst, een advocaat-generaal ging in 2014 en in 2015 met 121 duizend euro naar huis.
Uit het overzicht blijkt dat er meer (plaatsvervangend) hoofdofficieren zijn dan het aantal parketten. Dat komt, aldus het OM in een toelichting, door de herziening van de gerechtelijke kaart. Deze hoofdofficieren kregen, op grond van de overgangswetgeving, van rechtswege een ander ambt. Omdat het een reorganisatie betrof, hebben zij het salaris behouden.
Opmerkelijk is verder dat de ‘nummer twee’ een plaatsvervangend hoofdofficier is. Dit betreft iemand die vanuit het OM is gedetacheerd en vanwege die detachering de titel plaatsvervangend hoofdofficier heeft gekregen. Verder zijn er ruime verschillen in salaris tussen mensen met eenzelfde functie. Dat ligt, aldus het OM, aan de omvang van de aanstelling (36/38/40 uur per week), de eventuele bijtelling voor het privégebruik van de dienstauto of eventuele toeslagen die onderdeel zijn van de bezoldiging, zoals ambtsjubilea.