‘Inbreng van oud-advocaat in de raadkamer is verfrissend’
Mr. van de week is Ubel van der Werff. Hij stapt per 1 maart 2016 over naar de rechterlijke macht om de sector familierecht van het gerechtshof in Arnhem te versterken. Van der Werff (54) is nu nog advocaat bij JPR advocaten. Hij is gespecialiseerd in het familierecht en treedt op als mediator/echtscheidingsbemiddelaar.
Waar begint u aan? Rechters hebben te kampen met een grote werkdruk, er wordt geklaagd over de Raad voor de Rechtspraak, over van alles en nog wat. Bent u daar op voorbereid?
Rechters en raadsheren moeten hard werken, net als advocaten trouwens. Ik heb uit de media natuurlijk meegekregen dat er kritiek is op de Raad, maar heb daar zelf geen ervaring mee en kan daarover dus niets zinnigs zeggen. Als plaatsvervanger bij het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch weet ik dat het werk inhoudelijk bijzonder interessant is en kijk ik er naar uit om in Arnhem aan de slag te gaan.
Een rechter kijkt anders naar een zaak dan een advocaat. Hoe gaat u die slag maken?
Dat is nog maar de vraag. De rol van de advocaat is weliswaar anders dan die van de rechter, maar gaandeweg leer je als advocaat natuurlijk wel hoe een rechter naar een zaak kijkt en probeer je je stukken daarop in te richten. En misschien is de inbreng van een oud-advocaat in de raadkamer ook wel verfrissend.
En gaat u de advocatuur missen?
Ja, dat ga ik zeker. Ik blijf het een prachtig vak vinden, waarin ik mij 26 jaar bijzonder goed thuis heb gevoeld.
Wat is voor u de komende tien jaar de grootste uitdaging van de rechterlijke macht?
Nieuwe ontwikkelingen in de wereld volgen elkaar in steeds hoger tempo op. Maar beslissingen nemen blijft bedachtzaamheid vergen. Die twee waarheden moeten met elkaar in evenwicht blijven en dat lijkt me een mooie maar ook moeilijke uitdaging.
Als u het voor het zeggen had dan?
Dan zouden kinderen in echtscheidingszaken vertegenwoordigd kunnen worden door een eigen advocaat. Op dit moment zijn het toch nog te vaak de belangen van de ouders die de boventoon voeren.
Wat is het hoogtepunt in uw juridische carrière?
Het koninklijk besluit waarmee ik benoemd werd tot raadsheer-plaatsvervanger heb ik toch wel met trots aan deze en gene laten zien. Het is bijzonder om er als advocaat zo uit te springen dat je gevraagd wordt om je expertise ook aan de andere kant van de tafel in te zetten.
Wat of wie is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?
Mijn patroon, Mr. Verpaalen, kon de meest onmogelijke stellingen betrekken en dito opdrachten geven aan zijn stagiaires. Ik vond dat indertijd vreselijk, maar heb wel ‘out of the box’ leren denken lang voor dat dat zo genoemd werd. Ik ben met ruzie bij hem weggegaan. Gelukkig hebben we dat later weer bijgelegd en ik vond het een eer als waarnemend deken op zijn begrafenis te mogen spreken.
Welk wetsartikel vindt u het mooist? Welk wetsartikel het slechtst?
Laat ik het bij boek 1 BW houden. Artikel 135 lid 3 vind ik het mooiste. Het bepaalt dat je bij verzwijging van een te verrekenen vermogensbestanddeel voor de ander, de gehele waarde van het goed aan die ander moet vergoeden. Dat soort punitieve bepalingen kennen wij nauwelijks. Ik heb niets met de scheiding van tafel en bed. En dus kies ik art. 1:169 BW als slechtste.
Wat weten mensen niet van u, wat wel interessant is?
Dat ik nog steeds het liefst reisleider zou zijn geworden.
Welk boek las u het laatst?
Ik lees nu ‘Dit is mijn Hof’ van Chris de Stoop, de keuze van mijn boekenclub voor de komende maand. Het is een indringend en mooi geschreven verhaal over het verdwijnen van het boerenleven in Vlaanderen, net ten zuiden van de grens met Nederland, in het Belgische deel van de Hedwigepolder.
Als u uw buurmeisje van 6 moet uitleggen wat uw huidige werk inhoudt, wat zegt u dan?
Dat ik rechter ben en dat ik de beslissingen bekijk van andere rechters waar mensen het niet eens zijn. En vervolgens moet ik vast uitleggen dat die mensen geen boeven zijn, dat ik niet met de hamer mag slaan en geen pruik draag.