Mr. van de week is Gerdien van der Voet. De advocaat van AKD is benoemd tot hoogleraar ’Bijzondere arbeidsverhoudingen’ aan de Erasmus Universiteit.
Gefeliciteerd. Een hoogtepunt in uw carrière?
Dank! Ja, een benoeming tot hoogleraar is natuurlijk iets waar je lange tijd naartoe werkt, dus ik beschouw het absoluut als een hoogtepunt in mijn carrière!
U gaat zich vooral bezighouden met de rechtspositie van de zeevarenden. Bestaat er zoiets als maritiem arbeidsrecht?
Dat klopt! Het maritieme arbeidsrecht omvat het arbeidsrecht dat van toepassing is op zeevarenden. Zo bevat Boek 7 Titel 10 BW een speciale afdeling – Afd. 7.10.12 BW – die betrekking heeft op de arbeidsovereenkomst die is gesloten met een zeevarende. Ook in andere arbeidsrechtelijke wetten zijn bijzondere bepalingen ten aanzien van de zeevarende opgenomen. Daarnaast is er natuurlijk ook nog de nodige internationale regelgeving van toepassing op de zeevarende, waaronder het Maritiem Arbeidsverdrag 2006. Dat is een verdrag van de International Labour Organisation (ILO), een orgaan van de Verenigde Naties.
Op de website van AKD lezen we dat het Maritiem Arbeidsverdrag 2006 een internationale bodem in de arbeidsvoorwaarden en arbeids- en leefomstandigheden van de zeevarenden legt. Waarom is zo’n bodem nodig?
Het beroep van zeevarende is van oudsher een gevaarlijk beroep. Schepen kunnen betrokken raken bij aanvaringen of kunnen vergaan tijdens een storm. Daarnaast staat de zeevarende bloot aan het risico op ongevallen aan boord, beroepsziekten en (in sommige gebieden) van aanvallen door piraten. Daarbij komt ook nog eens dat zeevarenden vaak maanden achtereen in dienst zijn aan boord. De zeevarende werkt dus niet alleen aan boord, maar woont er ook. Dit maakt zijn positie natuurlijk extra kwetsbaar. Aan boord werkt hij voorts veelal zeven dagen per week in ploegendienst en maakt hij lange dagen, wat kan leiden tot ‘fatigue’ (dat is een soort chronische vermoeidheid). Omdat de zeescheepvaart dé geglobaliseerde bedrijfstak bij uitstek is, waarbinnen internationale concurrentie op (arbeids)kosten plaatsvindt, was het leggen van een internationale bodem onder de arbeidsvoorwaarden en de arbeids-en leefomstandigheden van zeevarenden hard nodig ter voorkoming/uitbanning van een race-to-the-bottom met inhumane gevolgen als resultaat.
Wie is zeevarende en wie niet?
Dat is een goede vraag! Omdat de ILO het Maritiem Arbeidsverdrag 2006 een ruime werkingssfeer wilde geven – met het doel bescherming te bieden aan zo’n 1,2 miljoen zeevarenden wereldwijd – bevat het verdrag een ruime definitie van het begrip ‘zeevarende’, te weten:
‘(…) elke persoon die werkzaam is of is gecontracteerd of in enige hoedanigheid werkzaamheden verricht aan boord van een schip waarop dit Verdrag van toepassing is’
Onder deze zeer ruime definitie vallen echter ook categorieën werkenden waarvan men zich kan afvragen of die wel als zeevarenden moeten worden beschouwd. Denk bijvoorbeeld aan particuliere beveiligers aan boord, inspecteurs, loodsen en personen die alleen in de haven aan boord komen. Het Maritiem Arbeidsverdrag 2006 laat het echter aan de verschillende verdragsstaten over om in die gevallen te bepalen of het wel of niet om een zeevarende gaat. Ook de vraag of er sprake is van een ‘schip’ wordt overgelaten aan de individuele verdragsstaten. Het resultaat is dat er geen sprake is van een eenduidige werkingssfeer, met onduidelijkheid en rechtsongelijkheid tot gevolg. Het onderzoek in het kader van de leerstoel richt zich daarom op het in kaart brengen van wat door de verschillende verdragstaten wordt uitgesloten van de begrippen ‘zeevarende’ en ‘schip’ en de redenen daarvoor. Vervolgens ga ik op zoek naar de grootste gemene delers.
Als u het voor het zeggen had dan?
Dan zou ik ervoor zorgen dat het Maritiem Arbeidsverdrag 2006 een eenduidig, uniform toepassingsgebied kreeg. Dat zorgt voor rechtszekerheid en rechtsgelijkheid en is daarmee zowel in het belang van zeevarenden als van scheepvaartondernemingen.
Wat of wie is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?
Ik vind de wisselwerking tussen het werken in de praktijk en de wetenschap erg inspirerend.
Wat is over u niet bekend, wat wel interessant is?
Volgens mij ben ik een vrij open boek, dus zal er niet veel zijn dat niet reeds bekend is.
Welke juridische website raadpleegt u vaak?
Als advocaat raadpleeg ik regelmatig vaan.ar-updates.nl, www.rechtspraak.nl en www.overheid.nl en in het kader van mijn onderzoek raadpleeg ik uiteraard regelmatig www.ilo.org.
Welk boek las u het laatst?
Het boek Conclaaf van Robert Harris, dat gaat over het proces (en de intriges) rondom de verkiezing van een nieuwe paus. Erg interessant, maar zijn beste boek blijft voor mij De Officier. Een boek dat gebaseerd is op de waargebeurde – en ronduit schokkende – Dreyfuss affaire.
Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?
Uiteraard met mijn man Ruben Houweling. Het wordt overigens hoog tijd dat wij onszelf binnenkort weer eens ‘opsluiten’ om aan de herziening van het boek Arbeidsrechtelijke Themata te gaan werken….