De wetten van Newton; we hebben ze allemaal ooit voorbij zien komen tijdens natuurkunde om ze daarna weer snel te vergeten. Ik heb het over ΣF=0 (1e wet van Newton); ΣF = m⋅a (2e wet van Newton) en FAB = -FBA (3e wet van Newton). Ze beschrijven onder meer de beweging en het evenwicht van krachten. Maar wat hebben deze natuurwetten nu te maken met de advocatuur? Meer dan je zou denken: aan de hand van Newtons wetten kunnen ook de ontwikkelingen in de advocatuur worden verklaard waardoor ze voor advocatenkantoren een handig hulpmiddel kunnen zijn bij het opstellen van hun strategie.
ΣF=0 (1e wet van Newton)
Een voorwerp dat in rust verkeert, blijft in rust en een voorwerp dat een constante snelheid heeft, zal die constante snelheid behouden, mits er geen resulterende kracht op werkt.
Vertaald naar de advocatuur betekent dit dat advocatenkantoren niet zullen innoveren en dezelfde werkwijze zullen handhaven, zolang daarin geen verandering wordt gebracht door externe factoren. Dit heeft de recente geschiedenis ook uitgewezen. Het businessmodel was decennialang hetzelfde en financieel ging het advocatenkantoren voor de wind. Uurtje-factuurtje vierde hoogtijdagen en er was geen enkele reden om te vernieuwen. Met andere woorden: de advocatuur had een constante snelheid.
Totdat de financiële crisis roet in het eten gooide.
Opeens moest er worden bezuinigd bij klanten en waren zij niet langer bereid de hoofdprijs te betalen voor (de opleiding van) de advocaat. De markt is in no-time veranderd van een sellers– naar een buyers market. Tel daarbij op de toenemende globalisering waardoor bulk werk makkelijker kan worden geoutsourced naar lage lonen landen en de opkomst van vernuftige legal-tech snufjes die steeds meer invloed hebben op de wijze waarop juridische diensten worden verricht. Het zijn onder andere deze externe factoren die ervoor hebben gezorgd dat de advocatuur in beweging is gekomen.
ΣF = m⋅a (2e wet van Newton)
De verandering van de snelheid is recht evenredig met de resulterende kracht en volgt de rechte lijn waarin de kracht werkt.
In advocatuur-context betekent dit dat de snelheid waarmee de advocatuur zal innoveren, afhankelijk is van de eerder genoemde externe factoren (= kracht) en de weerstand tegen vernieuwingen (= massa). Weinig weerstand zal de snelheid waarmee vernieuwingen plaatsvinden dus positief beïnvloeden.
De mate van weerstand zal op zijn beurt weer afhankelijk zijn van verschillende aspecten. Zo zal bijvoorbeeld de impact die een vernieuwing heeft op de core-business van de advocatuur doorwerken in de weerstand die het ondervindt. Een softwareprogramma dat ervoor zorgt dat advocatenkantoren sneller en betere offertes kan opstellen, zal worden omarmd. Dit draagt immers bij aan een meer efficiënte uitvoering van de core-business. Niet-declarabele tijd die men voorheen kwijt was aan het opstellen van offertes kan nu declarabel worden ingezet. Een softwareprogramma dat standaardcontracten automatiseert zal daarentegen eerder verzet ondervinden. Zo’n programma zit in het vaarwater van de core-business en leidt feitelijk tot devaluatie van de geleverde diensten. Contracten waar voorheen flink voor kon worden gedeclareerd, zullen nog maar voor een fractie van die prijs worden geaccepteerd.
Ook het soort advocatenkantoor zal invloed hebben. Jonge kantoren – waar alles in ontwikkeling is en de standaardwerkwijze nog in beweging is – zijn sneller in staat te vernieuwen en zullen minder weerstand ondervinden van hun medewerkers dan gevestigde kantoren die al jarenlang een standaard werkwijze hanteren. Dit geldt eveneens voor kleine, lokale kantoren; die zijn makkelijker wendbaar dan grote internationale kantoren waar meer mensen werken met verschillende culturele achtergronden.
Wil de advocatuur blijven innoveren dan zal het moeten inzetten op vermindering van de weerstand tegen vernieuwing. De wijze waarop de weerstand verminderd kan worden, zal uiteraard afhangen van de onderliggende oorzaak, maar in negen van de tien gevallen zijn visie, strategie en communicatie de sleutelwoorden.
FAB = -FBA (3e wet van newton)
Als een voorwerp A kracht uitoefent op voorwerp B, gaat deze kracht gepaard met een even grote maar tegengestelde gerichte kracht van B op A.
Deze wet stelt dat elke externe factor die invloed uitoefent op de advocatuur, een even grote tegendruk ondervindt vanuit de advocatuur. Met andere woorden: accepteer dat innovatie in de advocatuur verzet vanuit de advocatuur tot gevolg zal hebben.
Deze tegendruk zal echter afnemen naarmate de externe invloed afneemt en kantoren nauwer zijn betrokken bij de ontwikkelingen die leiden tot vernieuwingen. Dit kan bijvoorbeeld door legal start-ups te ondersteunen of binnen het kantoor zelf te investeren in research & development. De grote kantoren hebben dit ondertussen goed begrepen. Zo heeft (o.a.) Kennedy van der Laan ingezet op Legal Tech, ondersteunt Houthoff start-ups met know-how en probeert de Brauw het nu via studenten. Maar bij middelgrote kantoren is investeren in research & development helaas nog altijd meer uitzondering dan regel.
De conclusie is dat als advocatenkantoren in de 21e eeuw willen overleven, ze continu moeten vernieuwen. Dit betekent dat ze meer moeten investeren in onderzoek en nieuwe trends sneller moeten omarmen. Om met Peter Drucker te eindigen: “the greatest danger in times of turbulence is not the turbulence – it is to act with yesterday’s logic”.