‘Offers brengen is een van de mooiste en een van de zwaarste vormen van liefde’

Het lot staat geschreven in ons boek totdat het uur aanbreekt. Datzelfde lot maakt dat je iemand ontmoet op het moment dat de tijd daarvoor rijp is. Ik ontmoet advocaat en hoogleraar Omar Salah op de 24e verdieping van de Rembrandttoren – het uitzicht geeft de stadsarchitectuur van Amsterdam bloot.

Delen:

“Als je het hebt over het lot: voor je het weet zitten wij hier aan tafel”, zegt Omar Salah. Salah beschrijft zichzelf als een advocaat, wetenschapper en verbinder. Na ruim tien jaar als advocaat bij De Brauw Blackstone Westbroek te hebben gewerkt, is hij in augustus van vorig jaar partner geworden bij Norton Rose Fulbright. Een maand later is hij met ingang van 1 september benoemd tot hoogleraar Global Finance & Restructuring Law aan de Tilburg University. “Het is een bekroning van tien tot twaalf jaar heel hard werken”, benadrukt hij aan het begin van het gesprek dat aan het eind van 2021 heeft plaatsgevonden.

Bloeiende tulp

Omar betekent in het Arabisch ‘bloeiend’ en ‘levendig’. Die definities zijn mijns inziens een mooie metafoor voor het pad dat hij bewandeld heeft, evenals voor het punt waarop hij nu staat in zijn leven. Of hij ooit stil heeft gestaan bij de definitie van zijn naam? “Eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik er niet eerder bij stil heb gestaan. Ik ben bekend met de Arabische oorsprong van mijn naam en het gegeven dat één van de vier metgezellen van de profeet zo heette, maar had mij niet eerder verdiept in de letterlijke betekenis ervan.”

Denk je dat het past bij je eigen leven?
“Ik herken mezelf er wel in – ik heb een enorme levenslust. Als je het hebt over doorzetten. Dáár herken ik mij ook volledig in. De gedachten van niet opgeven, doorzetten en voor de dingen gaan die je graag wilt.”

Ik moest denken aan een bloem die tot bloei komt.
“Ik vind het mooi zoals jij het schetst. Ik vind het zelfs bijna te veel eer. In hetgeen jij verwoordt ligt ook besloten dat je opbloeit door waar je nu staat. In die zin is het een mooi jaar geweest waarin ik zowel partner als professor ben geworden. Het bloeiende en levendige heeft vooral in die tien tot twaalf jaar gezeten die hieraan voorafgingen en niet in het moment waarop deze stappen nu tot bloei komen. Ik denk dat het nu iets zichtbaarder wordt voor een deel van de buitenwereld… Als het goed is, krijg je maar één kans in dit leven. Maak er iets moois van – haal er alles uit wat er voor jou inzit.”

“Ik denk dat je jezelf met een korte beschrijving tekortdoet”, antwoordt hij als ik vraag hoe hij zichzelf zou omschrijven. “Niet omdat je veel meer moet voorstellen dan je bent, maar met name omdat je persoonlijkheid veel dimensies kent. Ik heb mezelf eraan herinnerd mijn persoonlijkheid nooit tweedimensionaal te laten worden. Ik vind het belangrijk dat je identiteit niet afhankelijk is van je beroep, omdat je als persoon een sterkere persoonlijkheid creëert op het moment dat je weet wie je bent los van je beroep.”

Een muur tussen die twee werelden dus?
“Nee, juist niet: dat je je persoonlijkheid creëert, of eigenlijk behoudt, los daarvan en dat meeneemt naar je beroep, in plaats van alles te laten domineren door één wereld. Ik denk dat je dan juist geen muur hebt.”

“Op persoonlijk vlak vind ik familie erg belangrijk”, vertelt hij verder. “Van je ouders tot je verre familie tot en met je eigen gezin. Ik vind het belangrijk dat je voor je familie en vrienden goed bent en dat de mensen die om je heen staan ook weten wat je waard bent voor je omgeving.”

Zoektocht naar een nieuw (t)huis

Omar Salah is in 1985 in Kabul geboren. In 1993 is hij op zevenjarige leeftijd als vluchteling vanuit Afghanistan naar Nederland gekomen. Als kind tussen de Nederlandse en de Afghaanse wereld weet hij als geen ander hoe het is om tussen twee werelden te schipperen. Een van zijn promotors en een van de personen die veel invloed op hem heeft gehad, is hoogleraar Reinout Vriesendorp. “Vriesendorp zei: ‘Je bent een bruggenbouwer. Je slaat een brug tussen twee werelden.’ Als iemand anders dat over je zegt, is dat een mooi compliment. Maar als je dat wat vaker door de jaren heen hoort, ga je ook nadenken over wat het betekent voor je.”

Of het waar is? Of je het zelf ook zo ziet?
“Of ik het zelf ook zo zie, of het waar is, wat het betekent en waarom iemand zoiets tegen je zegt. Als je het over culturele elementen hebt, denk ik wel dat dát een element is in mijn persoonlijkheid dat ik belangrijk vind. Ik heb best vaak en langdurig in het buitenland gewerkt en gewoond. Overal waar je komt, maak je wel verbindingen en word je cultureel rijker. Ik denk dat mensen zoals jij en ik noodgedwongen verrijkt zijn geworden door de manier waarop wij zijn opgevoed en opgegroeid in een land als Nederland.”

Je wordt gedwongen om je plek te vinden in een land waar je van oorsprong je niet thuis voelt.
“Dat klopt. Ik denk dat dat een enorme verrijking is voor ons als individu, maar ook voor de samenleving. Ik denk dat wij zelf daar als persoon ‘allrounder’ van worden. Als je dat op de juiste manier voor de samenleving inzet, denk ik dat je een verrijking bent voor de samenleving.”

Politieke onrechtvaardigheid

Salah heeft tussen 2005 en 2008 twee bachelors gedaan: Internationaal en Europees recht en Rechtsgeleerdheid. De keuze om rechten te gaan studeren was een bewuste keuze, ook met het uitzicht op de advocatuur. “Ik moet er wel bij zeggen: op die leeftijd had ik een beeld van de advocatuur dat niet strookt met de huidige praktijk. Het was gericht op beelden van films uit Hollywood, waarin iemand in een toga pleit voor rechtvaardigheid.”

De confrontatie met onrechtvaardigheid was niet enkel gebaseerd op fictie, blijkens zijn verhaal. “Ik kom oorspronkelijk uit Afghanistan. Onrecht is dan hoe dan ook een terugkerend thema in je leven. Dat is destijds zeker een belangrijke drijfveer geweest om rechten te studeren met het doel om advocaat te worden. Wat ik in het eerste jaar snel merkte, is dat de privaatrechtelijke vakken een enorme aantrekkingskracht hadden. Ik vond het vakinhoudelijk en intellectueel enorm uitdagend.”

Echter, de bachelor Internationaal en Europees recht was tevens een confrontatie met de internationaalrechtelijke werkelijkheid. “Gedurende de opleiding merkte je dat het recht eigenlijk ondergeschikt was aan de politieke wil van veel partijen. Als je je in het volkenrecht en het internationaal recht verdiept, merk je dat voor een groot deel politieke consensus wordt gezocht. Het recht speelt daar een rol in, maar lijkt van ondergeschikt belang. Zeker als je met de droom komt om onrecht te bestrijden, merk je dat veel internationaalrechtelijke organisaties anders in elkaar zitten dan puur het zuiver juridische verhaal.”

“De geschiedenis staat vol met voorbeelden waarin resoluties van de Verenigde Naties in de lade zijn geëindigd en waarin vetorechten zijn gebruikt in situaties waarin het juridische kader iets anders bepleitte”, onderstreept Salah. “Tijdens de bacheloropleiding leerde ik juist dat de politieke dimensie een grote rol speelde binnen het internationaal recht. Achteraf gezien kan je zeggen dat het niet verdergaan binnen dat vakgebied misschien ook een coping-mechanisme is geweest. Wanneer je uit een oorlogsgebied komt, weet je wat het betekent als er onrecht plaatsvindt. Wetende dat je zou toekijken hoe die mate van onrecht zou worden voortgezet, terwijl jij dat met al je juridische rapporten en analyses zou willen veranderen. Dat zou voor mij persoonlijk zwaarder zijn geweest dan voor de gemiddelde jurist.”

Ethisch bankieren

Omar Salah heeft tussen 2009 en 2014 als promovendus onderzoek gedaan naar het islamitisch financieren en in het bijzonder naar zogeheten sukuk-obligaties. Eerder heeft hij tijdens zijn masterscriptie ook onderzoek gedaan naar dit onderwerp. Hij heeft hiervoor in 2010 de Harry Honée Scriptieprijs gewonnen. Daarnaast heeft hij in 2011 de RIMO-scriptieprijs uitgereikt gekregen, ter aanmoediging van de studie van het recht van de islam en het Midden-Oosten.

Had je onderzoek een persoonlijke affiniteit?
“Zonder enige twijfel. Ik ben zelf moslim. Toen ik dit onderwerp zag opkomen, werd het natuurlijk een persoonlijke nieuwsgierigheid. Ik dacht toen: ‘Wat is dit? Dit is een deel van mijn religieuze identiteit, die ik zelf nog niet ken. Ik zou wel willen weten hoe het in elkaar zit.’ Wat ik zo interessant aan het onderwerp vind, is dat het een samensmelting is van verschillende disciplines.”

Zoals?
“Je hebt te maken met religieuze, juridische en financiële parameters. Ik vind het fascinerend dat je binnen die drie werelden eigenlijk gaat zoeken naar een product dat voldoet aan al die parameters. Ik wilde snappen wat het product is en hoe het product zou bewegen in een Nederlandsrechtelijke context.”

Op basis van algemene principes binnen het islamitisch recht – ook wel Shari’ah genoemd – zijn alle activiteiten toegestaan, tenzij er een verbod op bestaat. Een kenmerkend aspect hiervan is dat investeringen in bepaalde immorele sectoren verboden zijn, zoals investeringen in de wapenindustrie, in de pornografische industrie en in drugs. Binnen islamitisch financieren zijn er twee (algemene) verboden: het verbod op rente en het verbod op (contractuele) onzekerheid.

Meermaals is naar voren gebracht dat het islamitisch bankieren tegenwicht had kunnen bieden tegen de valkuilen die hebben geleid tot de kredietcrisis in 2008. Salah is het daar gedeeltelijk mee eens. “Ja, maar dan wel met de nodige kwalificaties. Het is in die zin een ‘ja’, omdat bepaalde oorzaken die ten grondslag hebben gelegen aan de kredietcrisis, zoals bepaalde vormen van securitisaties en derivaten, niet zijn toegestaan binnen het islamitisch financieren. Securitisaties leiden tot een opeenstapeling van vorderingen op vorderingen. Derivaten hebben een deels speculatief karakter. Het renteverbod zorgt voor een rem op een oneindige opeenstapeling van vorderingen en het onzekerheidsverbod vertaalt zich in een verbod op speculeren.”

Hij maakt wel een belangrijke kanttekening. “Als je zou zeggen dat islamitisch financieren minder hard is geraakt, omdat deze waarborgen erin zijn verwerkt, zou dat niet geheel kloppen. Op de oorzaken van de kredietcrisis zat weliswaar een rem. Maar in die fase waren veel investeringen nog niet blootgesteld aan de investeringen die wij in de kapitaalmarkt in het Westen hadden gezien. Die blootstelling was minder groot.”

Deze kanttekening heeft betrekking op de geografische blootstelling. “Islamitisch financieren was destijds minder sterk aanwezig in allerlei financiële transacties en investeringen die wij zagen op Wall Street en in de City of Londen. Islamitisch financieren kwam vooral in Zuidoost-Azië en in het Midden-Oosten voor. Je zag dat de schokken in het begin minder heftig waren in die landen. Dat gold voor alle type transacties in die regio. Dat soort elementen hebben er tevens aan bijgedragen dat islamitisch financieren minder hard werd geraakt. Het heeft er niet alleen mee te maken dat het systeem beter bestand was. Het had ook te maken met de mate van blootstelling.”

Onvoorwaardelijke liefde

In zijn dissertatie schrijft Omar Salah: “I dedicate this book to my parents who taught me the true meaning of love, wisdom, and the love of wisdom.”

Wat is de definitie van liefde voor jou?
“Dat is een heel mooie vraag, maar ook een complexe vraag om iets als liefde te definiëren. Ik denk dat liefde in de kern een gevoel is. Je kunt het proberen te verwoorden. Wij kunnen veel pogingen wagen, maar dat gevoel ervaren is heel anders. Die passage is bewust opgenomen op de wijze waarop het er staat, namelijk zonder een definitie van liefde.”

Moest je erover nadenken om het op te nemen?
“Nee, geen seconde erover getwijfeld. Wat ik heel duidelijk van mijn ouders heb geleerd, is dat het in de kern gaat om drie dingen. Goed zijn en lief hebben, dat is één. Dat kan zien op je omgeving, namelijk om de mensen om je heen, maar het kan ook zien op de dingen die je doet. Lief hebben is een belangrijke. Het tweede is toewijding. Liefde is een heel sterke vorm van toewijding. Dedication, ik vind dat een prachtig woord. Dat is voor mij ook liefde.”

De zwaarte en de verantwoordelijkheid van het ouderschap kan je pas voelen als je zelf vader of moeder wordt. Op het moment dat jouw kind wordt geboren, besef je dat je niet meer voor jezelf leeft – de ogen van jouw kind zullen altijd vragen om jouw onvoorwaardelijke liefde. “Als ik concreet terugdenk aan mijn ouders: offers”, vertelt hij over het derde element. “Offers brengen is een van de mooiste en een van de zwaarste vormen van liefde. Mijn ouders die als overlevenden van een oorlog hier naartoe kwamen, hebben heel veel offers gebracht om ons – mijn broers, broertje en zusje – het leven te geven dat wij nu hebben, maar ook om ons de sturing, de begeleiding en de liefde te geven om te komen waar wij nu zijn. Als je erbij stilstaat dat wij als vluchtelingen naar Nederland zijn gekomen. Dan mogen wij God echt dankbaar zijn met waar we nu staan.”

Wanneer besef je dat je Afghaans bent?
“Elke dag. Als ik in de spiegel kijk zie ik een man met een tint en diep donkere ogen. Ik zie niet een Nederlandse man in de spiegel. Als ik nadenk over mijn mentaliteit, als ik kijk hoe ik mezelf gedraag en hoe ik in het leven sta, zitten daar veel Afghaanse elementen in.”

“Ik voel mij ook elke dag Nederlands”, benadrukt hij. Salah vindt deze nuancering belangrijk. “Ik denk dat dát het grootste gevaar is van dit soort discussies: dat mensen in hokjes gaan denken. Ik denk dat het belangrijk is dat je al die kanten van jezelf omarmt, heel bewust in het leven staat en weet wanneer je wat kunt laten zien. In plaats van te denken: ik voel mij elke dag Afghaans dus daar ontstaat per definitie een distantiëring van de Nederlandse samenleving. Of: ik voel mij elke dag Nederlands, dus ik verloochen mijn afkomst. Het zijn ingrediënten die je in een mix kan stoppen en waar een verrijkende identiteit uit kan komen.”

Aan het begin van ons gesprek kwam je naar mij toe en bood je mij een stoel aan. Je benadrukte hiermee jouw rol als gastheer. Dat was ook een teken van gastvrijheid.
“Gastvrijheid zit enorm in de Afghaanse cultuur. In Afghanistan heb je dorpen waar je gezinnen ziet die niet eens dezelfde avond eten hebben, maar het eten dat ze overdag nog hebben met jou zullen delen uit gastvrijheid.”

Een ander element in de Afghaanse cultuur is de hoffelijkheid, ofwel het op een oprechte wijze tonen van respect naar anderen. In de toch wel hard te noemen wereld van de zakelijke dienstverlening kan die hoffelijkheid soms als een zwakte worden gezien. “Het is een bepaalde mate van hoffelijkheid die in onze cultuur zit, maar die in een andere omgeving kan worden gezien als een vorm van zwakte. Dat is een misvatting en men realiseert dat pas op het moment dat je eigenlijk laat zien: ik kan je respecteren en beleefd zijn, but I won’t move an inch in die onderhandeling.”

Wat de les voor hem is geweest? “Omarm dat en wees jezelf. Je moet niet denken: men denkt nu dat ik zwak overkom, dus ik ga me anders voordoen. Maar zoals ik al zei: don’t move an inch in die onderhandeling. Kill them with your kindness. Je kunt zeggen: dit is wie ik ben en ik blijf daar trouw aan. Ik moet er in alle eerlijkheid bij zeggen: na tien jaar op de Zuidas heb ik echt wel geleerd dat mensen je daarin onderschatten.”

Bedrijven redden

Salah is een financierings- en herstructureringsadvocaat. Wat hij er zo interessant aan vindt? “Wat ik aan herstructureringen schitterend vind, is dat heel veel bij elkaar komt. Het goederen- en insolventierecht is juridisch gezien op het scherpste van de snede. Het is vaak een samenloop van ontzettend complexe vraagstukken en puzzels. Als je een herstructurering hebt, moet je distressed M&A begrijpen. Als je met de banken aan het onderhandelen bent, moet je financieringsdocumentatie ook begrijpen. Als partijen een overeenkomst willen opzeggen, wordt het contractenrecht relevant. Het insolventierecht wordt om die reden de lakmoesproef van het recht genoemd.”

Een ander punt dat hij noemt is de economische en commerciële realiteit die erbij komt kijken. “Als je daar geen gevoel voor hebt, geloof ik niet dat je een sterke herstructureringsadvocaat kunt worden”, onderstreept hij. “Wat ik helemaal mooi vind, is de dynamiek. In de herstructureringspraktijk probeer je mensen bij elkaar te brengen. Een onderneming die uit elkaar dreigt te vallen, probeer je bij elkaar te houden. Dat kan je niet alleen met brute kracht doen. Soms moet je hard slaan en de andere keer moet je ook mensen de ruimte geven zodat zij terug kunnen komen. Het gevoel daarvoor hebben: weten wanneer je goed luistert, weten wanneer je moet spreken en weten hoe je partijen aan tafel krijgt. Dat is erg belangrijk in de herstructureringspraktijk.”

Het laatste punt dat wordt genoemd, is de impact op de maatschappij en op iedereen die deel uitmaakt van die maatschappij. “In de herstructureringspraktijk ben je in de kern bedrijven aan het redden. Ik sta daar echt wel bij stil. Het gaat vaak om behoud van werkgelegenheid, dus baanbehoud en in sommige gevallen ook om baanverlies. Het gaat om de mensen die erachter zitten. Het gaat daarmee om maatschappelijke thema’s.”

De WHOA is inmiddels bijna een jaar in werking. Wat heb je in de praktijk gemerkt?
“De WHOA is veel gebruikt door het midden- en kleinbedrijf. Dat is wat mij betreft positief en interessant. In het kader van het wetgevingsproces werd er gezegd: dit is een feestje voor de Zuidas en het instrument is niet toegankelijk voor het mkb. Er liggen inmiddels bijna 60 uitspraken van de rechtbanken. Als je naar al die zaken gaat kijken, zijn er twee of drie zaken geweest waarbij het ging om grote ondernemingen. Alle andere ondernemingen zijn kleine ondernemingen.”

Waarom is dat positief?
“Ik denk dat het een goed teken is dat wanneer een wet wordt geïntroduceerd om bedrijven te redden daarmee niet alleen grote bedrijven worden gered, maar ook het midden- en kleinbedrijf. Wat ik ook wil benadrukken is het goede werk van de rechterlijke macht en daarmee deel ik oprecht een compliment uit aan de rechtspraak. Er is een pool of expert judges, die zich bezighouden met de WHOA. Als je de uitspraken bestudeert, zie je dat zij heel goed rekenschap geven van de dynamiek van een herstructurering.”

Het lijkt alsof de schuldenaar onder de WHOA relatief gezien meer zeggenschap heeft. Ben je het eens met deze stelling?
“Ik begrijp waar de opmerking vandaan komt. Als je gaat kijken naar een bedrijf dat in financieel nood komt, is het uitgangspunt van de WHOA dat de onderneming zelf in controle blijft, het zogenoemde debtor-in-possession principe. Of het meer zeggenschap is? Dat weet ik eigenlijk niet, want de onderneming had al het beheer en de beschikking voordat een WHOA-procedure werd gestart.”

Salah maakt wel een kanttekening. Ten opzichte van een faillissement waar een curator komt of een surseance van betaling waar een bewindvoerder komt, brengt de WHOA niet die beperkingen met zich mee. De tweede kanttekening die hij benoemt, heeft betrekking op de verhouding tot de schuldeisers. “Het is natuurlijk wel zo dat onder de WHOA veel van de instrumenten die tot de beschikking van de schuldenaar staan in principe alleen door de schuldenaar kunnen worden opgezet en schuldeisers minder mogelijkheden hebben tot interventie. Dat is een bewuste keuze geweest van de wetgever. Dat is gedaan met de gedachten: wij willen dat de schuldenaar zelf de boel bij elkaar houdt.”

Twee werelden op hoog niveau

Een maand nadat Omar Salah partner bij Norton Ruse Fulbright was geworden, werd hij benoemd tot hoogleraar Global Finance & Restructuring Law aan de Tilburg University. “Het voelde vooral goed en gaf mij voldoening”, vertelt hij als ik vraag wat zijn eerste gevoel was. “Als je kijkt naar de dingen waar je voldoening uithaalt, dan waren deze twee stappen een schitterende erkenning en bekroning van mijn werk.”

“In alle eerlijkheid voel ik mij bijzonder vereerd”, vervolgt hij. “Ik ben zeker trots, maar ook dankbaar. Ik vind trots en dankbaarheid een mooie combinatie. Je bent op de eerste plaats God dankbaar. Er zijn mensen die hieraan hebben bijgedragen. Je bent ook je omgeving dankbaar. Het brengt een enorm gevoel van verantwoordelijkheid, verplichtingen en verwachtingen met zich mee. Dat zijn dingen die ik de komende jaren wil waarmaken. Het voelt voor mij als een mijlpaal. Ook het partner worden is een mijlpaal en geen eindstreep. Als ik kijk naar waar ik over tien of twintig jaar wil staan, ben ik daar bij lange na nog niet.”

Kan je meer vertellen over je leerstoel?
“Mijn leerstoel ligt in de kern in het verlengde van mijn praktijk als advocaat. De financierings- en herstructureringspraktijk is een internationale praktijk met grensoverschrijdende transacties. Eigenlijk ben je continu rechtsvergelijkend bezig. Waar je in de praktijk gericht bent op het resultaat voor een specifieke zaak of transactie, is mijn leerstoel gericht op onderzoek en onderwijs op dat gebied. Welke ontwikkelingen vinden er buiten Nederland plaats? Wat kunnen wij daarvan leren en hoe kunnen wij ons rechtstelsel verbeteren? Wat hebben wij juridisch goed geregeld dat inspiratie kan bieden voor andere landen?”

“Wij hebben met de WHOA een startschot gegeven”, vervolgt Salah als wij het hebben over de internationale ontwikkelingen binnen het insolventierecht. Daarmee doelt hij op het feit dat de WHOA is geïnspireerd door de Engelse Scheme of Arrangement en de Amerikaanse Chapter 11-procedure. “Met de WHOA hebben wij gekeken naar twee buitenlandse procedures en geïnspireerd daardoor een wet opgesteld. Je zag het tevens met de pre-pack praktijk. Dat was vooral een praktijk die wij in het Verenigd Koninkrijk zagen en in de Verenigde Staten in een andere vorm zagen. Dat ontstond ook in Nederland, waar nu al een tijd een wetgevingstraject voor loopt.”

“Ook in landen buiten de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk treden er interessante en leerzame ontwikkelingen op”, vervolgt hij. “In India is het insolventierecht de afgelopen jaren aangepast. Het Indiaas rechtsstelsel is heel anders dan het Nederlandse rechtssysteem, maar als je gaat kijken naar hoe zij dat gaan ontwikkelen en waar zij tegenaan lopen, is de fase waarin zij zitten een vergelijkbare fase. Singapore is een van de relevantste jurisdicties om naar te kijken, want in Singapore hebben zij een herstructureringsinstrument dat ook een samensmelting vormt van de Scheme of Arrangement en de Chapter 11-procedure. Daar kun je eigenlijk alleen maar van leren.”

Kunnen wij niet spreken van een harmonisatie?
“Je kunt je afvragen of daar een bepaalde mate van harmonisatie optreedt. Ik denk niet dat je op internationaal niveau kunt spreken van harmonisatie. Op Europees niveau is dat wel het geval. Op internationaal niveau is het goed om ervaring en kennis uit te wisselen. Als je naar de Europese herstructureringsrichtlijn kijkt, zie je juist dat de implementatie daarvan gaat zorgen voor een bepaalde mate van harmonisatie in Europa.”

Een geschreven bladzijde

Al heel vroeg als kind werd ik geconfronteerd met de vraag of het lot bestaat. De imam op de Koranschool leerde mij dat in de islam geen toeval bestaat – het lot staat geschreven. Het lot kan triomf met zich meebrengen, maar tegelijkertijd ook diep verdriet laten voelen. Het lot maakt tevens dat je als persoon groeit, dat je karakter wordt gevormd en dat je als mens een bepaalde rijpheid krijgt.

Jij hebt niet zomaar een bepaald pad bewandeld. Geloof je in het lot?
“Ik geloof absoluut in het lot. Ik geloof er zeker in dat dingen zijn voorbestemd. Ik geloof net zo hard in ambitie, hard werken en motivatie. In de beleving van veel mensen kunnen die dingen niet naast elkaar bestaan. Ik geloof dat die dingen hand in hand gaan. Ik geloof tevens dat tot op zekere hoogte dat soort ingrediënten invulling geven aan wat je doet met je leven en waar je terechtkomt.”

Het lot kan ook maken dat je het niet redt in de samenleving.
“De context die jij schetst vind ik zelf weer een moeilijke.”

Waarom?
“Ik denk niet dat je mensen die het niet redden kunt wijzen op hun lot. Ik zou een hoop mensen tekort doen als ik zou zeggen: bad luck. Of als ik zou zeggen: zij hebben niet hard gewerkt en niet de ambitie of motivatie gehad om ergens te komen. Het leven bestaat uit zoveel factoren die wij niet in de hand hebben. Er zitten een hoop elementen die je kunnen overkomen in het leven. Ik denk dat daar soms te snel aan wordt voorbijgegaan.”

Als ik zeg dat mensen het niet gered hebben, bedoel ik daarmee niet door hun eigen kunnen of onkunde, maar juist door de externe factoren in het leven waar je geen grip op hebt.
“Niet gered hebben suggereert ook iets als een…”

Fout?
“Juist. Ik denk dat er ook mensen zijn die niet een professor of partner worden, maar die alsnog heel geslaagd kunnen zijn in het leven. Succes is iets wat je zelf definieert.”

 

 

Meer weten over deze organisatie(s)?

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven