ONBEPERKTE CONTRACTSVRIJHEID BIJ GELIBERALISEERDE WOONRUIMTE? AMMEHOELA!

Delen:

Wie dacht dat de contractsvrijheid bij huurovereenkomsten voor geliberaliseerde woonruimte (de vrije sector) geen grenzen kent, komt bedrogen uit. De Hoge Raad heeft op 24 april jl. overwogen dat deze vrijheid niet onbeperkt is (ECLI:NL:HR:2020:808).

Betaalt de huurder servicekosten aan de verhuurder (kosten betreffende de bewoning van de woning), dan behoort iedere woonruimteverhuurder deze kosten jaarlijks met de huurder af te rekenen. (Dat geldt ook als de huurder kosten voor de levering van gas, water en elektriciteit in de woning aan de verhuurder betaalt en in die woning een individuele meter zit.) Uit deze afrekenverplichting volgt dat die kosten in relatie tot de werkelijke kosten moeten staan. De contractsvrijheid gaat dus niet zo ver dat partijen ieder willekeurig bedrag mogen overeenkomen. Moet de huurder een VvE-bijdrage betalen, dan is dit een servicekostenpost als deze ziet op kosten die de bewoning betreffen; dan geldt voornoemde beperking dus ook. Ziet deze bijdrage op andere kosten, dan is het niet onmogelijk dat deze betalingsverplichting een niet redelijk voordeel ten behoeve van verhuurder inhoudt; dan is het beding nietig (aldus art. 7:264 BW).

Verder twee corona-ontwikkelingen:

  1. De tijdelijke wet verlenging tijdelijke huurovereenkomsten is in werking getreden op 23 april 2020 (zie https://www.eerstekamer.nl/9370000/1/j9vvkfvj6b325az/vl83xk419szd/f=y.pdf ).
    Kortlopende woonruimte huurovereenkomsten (gebaseerd op de Wet Doorstroming Huurmarkt), waarbij de woning in verband met het verstrijken van de overeengekomen termijn moet worden opgeleverd na 31 maart 2020 en voor 1 juli 2020, kunnen worden verlengd: de einddatum mag enkel één, twee of drie maanden later zijn dan de oorspronkelijke einddatum (doch uiterlijk 1 september 2020). Wil de verhuurder een verlenging, dan zal hij de huurder schriftelijk moeten vragen daarmee in te stemmen. Wil de huurder een verlenging, dan zal hij de verhuurder (binnen zeven dagen na ontvangst van de schriftelijke mededeling van de verhuurder over de dag waarop de huurovereenkomst verstrijkt) schriftelijk moeten vragen om een verlenging met een van de genoemde termijnen. Reageert de verhuurder binnen één week met vermelding van een van de vijf bij wet vastgestelde afwijzingsgronden, dan kan de huurder de rechter vragen om een verlenging. In andere gevallen is de verlengde einddatum een feit. De verhuurder moet het einde van de huurovereenkomst ook nu weer aanzeggen. Verzuimt de verhuurder dat, dan wordt de huurovereenkomst voor onbepaalde tijd verlengd. Deze tijdelijke wet vervalt in principe per 1 september 2020, en kan eenmalig worden verlengd. Newsflash 20 mei 2020: de Wet wordt verlengd tot 1 november 2020.
  2. Het Steunakkoord voor en door de Nederlandse retailsector van 10 april jl. is opgevolgd door een vragenlijst met antwoorden, die houvast biedt bij de uitleg van het retailakkoord. (Zie: https://retailland.nl/app/uploads/2020/05/200430-QA-Steunakkoord-Retailmarkt-final.pdf).

Tot slot een signalering: op 6 maart 2020 is in de Tweede Kamer een wetsvoorstel in behandeling genomen dat de huurbescherming van huurders van ligplaatsen behoort te verbeteren (https://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/35408_verbeteren_van_de).

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Nieuwste berichten

Van onze kennispartners

Scroll naar boven