De onderhandelingen tussen het ministerie van Veiligheid en Justitie en de strafrechtadvocaten over de verhoorbijstand zijn maandagavond 29 februari stukgelopen. Volgens voorzitter Thomas Felix van de Nederlandse Vereniging van Jonge Strafrechtadvocaten (NVJSA) viel met het ministerie niet te praten over een actievere rol van advocaten tijdens het politieverhoor.
“Het ministerie bood wel een iets hogere vergoeding,” zegt Felix, “maar dat ging om een klein bedrag van ongeveer € 50 per zaak, en dat doet geen recht aan de werkelijke tijdbesteding. Over een uurvergoeding viel niet te praten.” De Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten (NVSA) en de NVJSA hebben aangevoerd dat op basis van de processen-verbaal eenvoudig kan worden vastgesteld hoe lang een verhoor duurt, waarna er een uurvergoeding aan kan worden gekoppeld. “Maar het ministerie zegt dat het proces-verbaal geen betrouwbare bron is voor de vaststelling van de lengte van het verhoor.”
De verenigingen van strafrechtadvocaten concluderen daaruit dat het ministerie niet eens wíl weten hoe lang de verhoren duren, en zet nu volle kracht in op een kort geding tegen het ministerie.
Vanaf 1 maart moet de politie aangehouden verdachten wijzen op het recht op verhoorbijstand. De strafrechtadvocaten vinden de vergoeding daarvoor te laag. Ook zijn ze het er niet mee eens dat ze alleen vóór en na het verhoor het woord mogen voeren.
