Bestuursleden van de stichting Nederlandse Orde voor Wettelijke Incassodienstverleners (NowID) schatten in dat de Wet kwaliteit incassodienstverlening (Wki) nog grotendeels onbekend is binnen de advocatuur. Dat is zorgwekkend, vindt advocaat Gert Poot, die bestuurslid is van de stichting NowID.
Natuurlijke persoon
De Wki is ingevoerd om kwetsbare debiteuren te beschermen. De wet geldt voor alle dienstverleners die aan buitengerechtelijke incasso doen zoals incassobureaus, deurwaarders en rechtskundig adviseurs. Advocaten zijn uitgezonderd van een aantal verplichtingen, zoals de registratieplicht en de eis om aanvullend onderwijs te volgen. Maar ze moeten wel zijn aangesloten bij een geschillencommissie, een klachtenregeling hebben en communiceren op taalniveau B1. Ook zijn ze verplicht en in hun communicatie of op hun website te wijzen op zelfmoordpreventie en schuldhulp. Het is verboden om tussen 8 uur ’s avonds en 7 uur ’s ochtends een sommatie versturen aan natuurlijke personen. De sommatie moet bepaalde informatie bevatten over de vordering en er moet inzicht worden gegeven in de opbouw en specificatie van de vordering en de rente.
Deze Wki-regels gelden alleen als de schuldenaar een natuurlijke persoon is, en daaronder vallen ook eenmanszaken, vennootschappen onder firma en maatschappen van natuurlijke personen. Een advocaat die alleen nv’s of bv’s aanschrijft valt buiten de reikwijdte van de wet.
Blinde vlek
Gert Poot is advocaat bij Stip Advocaten en werkt veel samen met incassobureaus, bijvoorbeeld bij procedures over bedragen boven de competentiegrens van 25.000 euro. Poot zegt dat het merendeel van de advocaten onder de wet valt. Zijn medebestuurslid van NowID Robbert Goossens (eigenaar van Mariënberg Incasso Services bv) licht toe: “Het maakt niet uit of buitengerechtelijke incassodienstverlening je specialisme is of niet. Stel: een Zuidaskantoor sommeert namens een leverancier een eenmanszaak tot betaling, dan valt dat onder de Wki.”
De NowID-bestuurders denken dat de Wki een blinde vlek is in de Nederlandse advocatuur, met andere woorden dat een meerderheid van de advocatenkantoren niet voldoet aan de wet.
Er zijn twee geschillencommissies die Wki-zaken in behandeling kunnen nemen: de geschillencommissie Incassoklacht.nl van de NowID en de Geschillencommissie Advocatuur, voor particuliere partijen. Bij de Incassoklacht.nl van de NowID zijn honderd advocatenkantoren aangesloten, bij de Geschillencommissie Advocatuur zijn dat 845 advocatenkantoren, waaronder ook individuele advocaten (peildatum 11 november). Door uitbreiding van de dienstverlening kunnen per 1 oktober 2024 ook schuldenaren met een klacht over incassodienstverlening door een advocaat bij deze geschillencommissie terecht.
Het al dan niet aangesloten zijn bij een geschillencommissie is zichtbaar, maar er zijn ook veel kwaliteitseisen waarvan onzichtbaar is of ze worden nagevolgd. Wijzen op zelfmoordpreventie komt bijvoorbeeld sporadisch voor, meent Goossens: “Ik verwacht dat advocaten dat niet doen in hun correspondentie, want dat staat een beetje raar. Dus moet het op de website staan. Ik denk dat je die verwijzing zelden vindt.” Ook is het voor een buitenstaander lastig om, bijvoorbeeld, vast te stellen of een advocatenkantoor inzicht geeft in de opbouw en specificatie van vorderingen en de rente en of het kantoor sommaties verstuurt op ‘verboden’ tijdstippen.
Geen meldingen
De Vereniging Incasso Advocaten (VIA) wil geen uitspraken doen over de vraag of advocaten voldoen aan de wet. “Daar kunnen we niks over zeggen, omdat we het simpelweg niet weten,” zegt VIA-secretaris Paul Arentshorst (Daniëls Huisman Advocaten). Ook directeur Jacqueline Berkelaar van De Geschillencommissie (waar de Geschillencommissie Advocatuur onder valt) waagt zich niet aan een uitspraak daarover: “Dat is onze taak ook niet. De taak van De Geschillencommissie is het oplossen van klachten en geschillen.” Wel kan Berkelaar meedelen dat er bij de Geschillencommissie Advocatuur nog geen meldingen zijn binnengekomen over de Wki.
De dekens zijn verantwoordelijk voor de handhaving van de wet binnen de advocatuur. Andere toezichthouders zijn het Bureau Financieel Toezicht (deurwaarders en notarissen) en de Inspectie Justitie en Veiligheid (incassobureaus). De minister kan aan overtreders van de wet boetes opleggen. De dekens, het BFT en de Inspectie Justitie en Veiligheid kunnen aan respectievelijk advocaten, deurwaarders en incassobureaus een last onder dwangsom opleggen.
Op de vraag of advocaten die niet aan de wet voldoen zich zorgen moeten maken antwoordt Poot: “Ik denk het wel. Ik wil geen mensen bang maken, maar kom op! Wij zijn advocaten, wij moeten ons aan de regels houden.”
Rechtskundig adviesbureaus
De gevolgen van de wet voor de deurwaarders zijn nog niet duidelijk. Ingrijpende gevolgen kunnen er wel zijn voor VVE- en vastgoedbeheerders, factoringbedrijven en de rechtskundig adviesbureaus. Volgens Poot is de Wki voor deze adviseurs vooral onbekend terrein. “Zij hebben, anders dan advocaten, een registratieplicht. Ze vallen volledig onder de wet.”
Ook advocatenkantoren met een eigen incassoafdeling moeten actie ondernemen. “Daar zitten medewerkers (niet-advocaten) die buitengerechtelijke incasso doen, en daar gelden de uitzonderingen niet voor,” legt Poot uit. “Die moeten voldoen aan de vakbekwaamheidseisen, maar niet aan de registratieplicht.”
Bij de dekens staat de handhaving van de Wki in elk geval op het netvlies, zegt de Amsterdamse deken Barbara Rumora-Scheltema. Zij is de voorzitter van het dekenberaad, het overlegorgaan van de toezichthouders op de advocatuur in de elf arrondissementen. “Het onderwerp komt sinds het wetsontwerp in 2022 terugkerend voor op de agenda van het dekenberaad,” licht Rumora-Scheltema toe.
De dekens kijken bij het Wki-toezicht vooral naar de eisen uit artikel 13 van de Wki. Het betreft onder meer de Verklaring omtrent het Gedrag (VOG) van medewerkers die rechtstreeks contact hebben met schuldenaren/schuldeisers, de vakbekwaamheid van de betrokken medewerkers, inzichtelijkheid in de opbouw en specificatie van vorderingen, informatieverplichting en omgang met schuldenaar en schuldeiser, een deugdelijke administratie, een klachten- en geschillenregeling en schriftelijke vastlegging van deze processen.
De dekens zijn begonnen met handhavingsacties, zegt Rumora-Scheltema. Ze hebben in februari 2023 een samenwerkingsprotocol gesloten met de Inspectie Justitie en Veiligheid, de Dienst Justis, het Bureau Financieel Toezicht, de Autoriteit Consument en Markt en de Stichting Autoriteit Financiële Markten. Rumora-Scheltema: “Het doel van het protocol is dat deze partijen elkaar ongevraagd en op verzoek (indien de geheimhouding zich daartegen niet verzet) gegevens verstrekken over Wki-dienstverleners die van belang zijn voor een goede vervulling van hun wettelijke taken.”
Risicogestuurde onderzoekaanpak
De voorzitter van het dekenberaad zegt verder dat advocatenkantoren al enkele jaren op basis van de centrale controleverordening wordt gevraagd in welke mate ze Wki-zaken verrichten. “Hieruit is een bestendig beeld ontstaan aan de hand waarvan het toezicht gericht kon worden opgezet.”
Anders dan Poot en Goossens denkt Rumora-Scheltema dat de Wki wel degelijk op het netvlies staat bij advocaten. “Dat volgt uit de bij ons bekende toezichtinformatie, de gegevens uit de centrale controleverordening en de gesprekken die toezichthouders voeren. Wij verwachten in het jaarverslag van 2024 voor het eerst te kunnen rapporteren over de handhavingsbevindingen. Dan zal blijken of de inschatting van Poot en Goossens terecht is.”
Omdat de Wki nog maar pas is ingevoerd, ligt de focus van de dekens in dit eerste jaar op het informeren over de regelgeving en de bewustwording ervan. De Landelijke Organisatie Toezicht Advocatuur (LOTA) publiceert hierover op toezichtadvocatuur.nl en werkt op dat vlak samen met de Nederlandse Orde van Advocaten.
De voorzitter van het dekenberaad verwijst in dit verband naar de risicogestuurde onderzoekaanpak die de financieel onderzoekers van de LOTA hebben ontworpen, en die inmiddels wordt toegepast. “Deze vorm van toezicht zal in de komende periode verder uitgerold worden onder kantoren die een relatief hoog aantal Wki-zaken behandelen en een controlegroep van kantoren waar weinig of geen Wki-zaken behandeld worden,” licht Rumora-Scheltema toe.
Tot nu toe zijn heeft de Inspectie Justitie en Veiligheid twee signalen over incasso door advocaten doorgestuurd naar de dekens. In één geval ging het om een buitenlandse advocaat die niet in Nederland op het tableau staat of kantoor houdt. Die valt volgens Rumora niet onder de Wki. “Het andere geval betrof een signaal dat vermoedelijk niet op een-Wki zaak ziet omdat de schuldenaar een besloten vennootschap lijkt te zijn,” legt Rumora-Scheltema uit. “Dit laatste signaal is desalniettemin nog in onderzoek.”
De Nederlandse orde van advocaten heeft in overleg met de dekens aanpassingen gemaakt in het model van de kantoorklachtenregeling dat door de NOvA beschikbaar wordt gesteld. Dit model is zodanig uitgebreid dat niet alleen de cliënt van de betrokken advocaat kan klagen, maar ook een derde (zoals een schuldenaar in een Wki-zaak) met een rechtstreeks belang bij een klacht. Met gebruik van een kantoorklachtenregeling op basis van dit model, wordt voldaan aan de andere eis van artikel 13 lid 5 Wki: het hebben van een klachtenregeling.
Uit eerste controles door de Inspectie Justitie en Veiligheid blijkt dat veel incassobureaus niet voldoen aan de Wki.