In navolging van de Cancun-beschikking en de Corporate Governance Code, die elk zorgplichten scheppen, stelt men in het voorstel een maatschappelijke zorgplicht voor als onderdeel van een drieluik van wijzigingen. De bestuurders moeten ervoor zorgen dat de vennootschap deelneemt aan het maatschappelijke verkeer als een verantwoordelijke vennootschap. Verder is aanscherping van deze zorgplicht voor grotere vennootschappen en de formulering van een ‘bestaansgrond’ van belang. Het voorstel heeft als doel bedrijven die voornamelijk zijn gefocust op financieel rendement en die een zorgvuldige deelname aan de samenleving niet als onderdeel van hun takenpakket zien, te dwingen om maatschappelijk verantwoordelijk te ondernemen.
Het plan ligt in lijn met hoe er in de Europese Unie en andere Europese landen wordt gedacht. Dit past in een bredere beweging voor meer aandacht voor overkoepelende zaken als milieu, mensenrechten en publieke gezondheid. Sinds enkele decennia zijn deze thema’s bij het grote publiek meer en meer bekend geraakt en is de regelgeving daarbij stevig uitgebreid. Dat nu niet alleen overheden of particuliere, natuurlijke personen, maar ook ondernemingen hierin zich moeten mengen, is slechts een volgende stap in deze ontwikkeling.
Volgende stap naar een betere wereld
Alhoewel de suggestie vrij revolutionair klinkt, is het geenszins een koploper. Onder andere Zuid-Afrika en Frankrijk hadden eerder een vorm van maatschappelijke zorgplicht in hun wetgeving neergelegd. Voorts is ook in de Europese Unie de relevantie van good governance doorgedrongen. Een initiatief dat vraagt aan de Europese Commissie om wetgeving hieromtrent vorm te geven, is recent aangenomen. Bij de beoordeling van een eventuele schending moet de rechter rekening houden met de ruimte die bestuurders en commissarissen toekomt.
De zorgplicht valt op te vatten als een extra gezichtspunt in de open normen van boek 2 BW. Indien het bestuur de maatschappelijke zorgplicht schendt, dan is dit jegens de vennootschap zelf. Het bestuur is daarbij slechts intern aansprakelijk ex artikel 2:9 BW, als daarnaast sprake is van schade aan de onderneming. Maar dit wordt niet snel aangenomen. Wat betreft externe bestuurdersaansprakelijkheid verandert er door de introductie vrij weinig.
De Tweede Kamer wil het onderwerp graag onderzocht hebben, dus voor verdere concrete updates moeten we vooralsnog even geduld hebben.