‘Pensioenrecht is geen postzegelspecialisme’

‘Pensioenrecht is geen postzegelspecialisme’
Bernard Timmer en Irene Vermeeren (foto: Geert Snoeijer)

Pensioen is een arbeidsvoorwaarde, maar ook een financieel product. Het pensioenrecht is een veelomvattend rechtsgebied, waar economie en politiek hun invloed doen gelden, vertellen Irene Vermeeren (Jones Day) en Bernard Timmer (HVG Law) in een aflevering van de rubriek Senior/junior in het nieuwe nummer van Mr.

“Toen ik nog maar kort advocaat was, zat ik in de bibliotheek te werken. Een partner die langs liep zei: ‘Jij wilt misschien wel een nieuwe uitdaging’, en ze vroeg me een pensioenbrief voor een DGA te schrijven. Het kwam niet bij me op om nee te zeggen”, kijkt Irene Vermeeren terug. “Ik zocht uit wat een pensioenbrief was. Zo ben ik eigenlijk bij toeval het pensioenrecht ingerold. Ik vond het interessant en het was een rechtsgebied in opkomst. Het klinkt gek, maar dat is het nu, ruim twintig jaar later, nog steeds. Er zijn nog steeds maar weinig advocaten die zich met het vak bezighouden, meestal in combinatie met arbeidsrecht of een ander rechtsgebied. Ik heb een module pensioenrecht aan de Vrije Universiteit gevolgd, en verder was het learning on the job. Ik deed in die tijd vooral arbeidsrecht. Langzamerhand verschoof mijn focus richting pensioenrecht.”

Coronacrisis

Bernard Timmer werkte nog maar twee weken bij HVG Law toen Nederland vanwege de coronacrisis in de ‘intelligente lockdown’ ging. Sindsdien werkt hij thuis. “Gelukkig ben ik net lang genoeg op kantoor geweest om iedereen uit het team te ontmoeten. Dat maakt het thuiswerken een stuk makkelijker.
Er is onderling veel contact. Op vrijdagmiddag hebben we een virtuele borrel, soms met pubquiz. Maar natuurlijk hoop ik zo snel mogelijk weer de dynamiek van het werken op kantoor mee te maken.”

De crisis heeft op elk rechtsgebied impact, maar op het pensioenrecht is die wel heel duidelijk door de invloed op onder andere de aandelenportefeuilles van pensioenfondsen. De dekkingsgraden van de pensioenfondsen zijn dramatisch gezakt. Veel bedrijven hebben moeite hun pensioenpremies te betalen. De NOW, de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid, voorziet in een opslag van dertig procent om de werkgeverslasten te voldoen. Het is de vraag of dat genoeg is voor de pensioenpremies. “Wettelijk moet er een bepaalde zekerheid zijn dat er in de toekomst pensioen wordt uitgekeerd”, zegt Vermeeren. “Zo nodig moeten daarom huidige pensioenen worden gekort. Vakorganisaties, die vaak een ouder ledenbestand hebben, willen de pensioengerechtigden daartegen beschermen. Het systeem is gebaseerd op intergenerationele solidariteit en collectiviteit. In hoeverre zijn jongeren, die relatief meer premie betalen, bereid dat te blijven doen voor het pensioen van ouderen?”

Pensioenakkoord

Dát ons pensioensysteem anders moet worden geregeld, daarover is men het eens. Timmer: “Na meer dan tien jaar onderhandelen is er sinds vorig jaar het Pensioenakkoord. Minister Koolmees overweegt van de rekenrente af te stappen als de vakbonden het idee van een vaste pensioenaanspraak loslaten. Bij de lage rente van nu moet je óf meer pensioenpremie betalen, óf lagere aanspraken bieden. Ook ben ik benieuwd wat in deze crisistijd het gevolg van het verlenen van uitstel van de betaling van pensioenpremies is. Er zijn pensioenfondsen die geen rente en kosten in rekening brengen als werkgevers te laat betalen, of die op verzoek de betaaltermijn verlengen. Dit past niet binnen de wettelijke regelingen en doet een zwaar beroep op de solidariteit.”

Het Pensioenakkoord, dat onder meer voorziet in een flexibeler en persoonlijker pensioenstelsel, vertalen naar concrete regelingen is buitengewoon moeilijk, aldus Vermeeren. “Iedereen vindt er wat van, al dan niet politiek gekleurd. Wanneer het akkoord wordt uitgevoerd, durf ik niet te zeggen. Niet meer. De behoefte aan herziening is er heel duidelijk, en die neemt door de crisis alleen maar toe. Misschien geeft dat een zetje.”

Pensioen, oorspronkelijk natuurlijk een arbeidsvoorwaarde, is tegelijkertijd een financieel product. Vakorganisaties zien het meer als het eerste, ondernemers meer als het laatste. Behalve werkgevers en werknemers spelen pensioenuitvoerders een rol. “Er zijn allerlei soorten pensioenuitvoerders”, zegt Vermeeren. “Bedrijfstakpensioenfondsen, verplicht voor bepaalde bedrijfstakken, zijn een typisch Nederlands verschijnsel.”

Vraagstukken

Het aantal pensioenfondsen is sterk teruggelopen. Sommige kunnen niet aan de toegenomen eisen in wet- en regelgeving voldoen. Vermeeren en Timmer houden zich onder meer bezig met pensioenfondsen die in een consolidatieproces zitten. “Tien jaar geleden waren er zo’n zeshonderd pensioenfondsen, nu minder dan tweehonderd”, vertelt Vermeeren. Haar focus verlegt zich naar andere vraagstukken, zoals het rechtsgeldig wijzigen van pensioenregelingen, waaronder de hoogte van pensioenpremies of het wijzigen van onvoorwaardelijke indexatie. Maar ook uitlegvragen over verplichtingen onder de uitvoeringsovereenkomst zijn actueel, net zoals vragen rond governance en bestuurdersaansprakelijkheid. En meer recent de vraag: wie is verantwoordelijk voor de impact van de coronacrisis op de financiële positie van de pensioenfondsen? Is Covid-19 te kwalificeren als een onvoorziene omstandigheid in de zin van art 6:258 BW, zodat bijvoorbeeld bijstortingsverplichtingen gewijzigd kunnen worden? “Over de betekenis van Covid-19 als een onvoorziene omstandigheid wordt veel gepubliceerd”, zegt Vermeeren. “De Nederlandse rechtspraak is tot nu toe zeer terughoudend, zo blijkt ook uit een recente uitspraak van het Netherlands Commercial Court (ECLI:NL:RBAMS:2020:2406; red.), maar de algemene opinie lijkt voor een versoepeling te pleiten.”

Afwisseling

Pensioenrecht raakt aan arbeidsrecht, maar ook aan ondernemingsrecht, contractenrecht, financieel en regulatoir recht. “Het lijkt een specialistische postzegel binnen het juridische speelveld, maar dat is het helemaal niet”, vindt Vermeeren. Ook Timmer is gegrepen door de dynamiek en de afwisseling van het pensioenrecht. “De coronacrisis zorgde voor de NOW-regeling en andere steunmaatregelen van de overheid, nieuwe wet- en regelgeving dus. Een mooi moment om in te stromen”, vindt hij.

Vermeeren en Timmer studeerden allebei in Leiden. Beiden volgden een semester aan een buitenlandse universiteit. Timmer: “Dit is iets wat ik studenten zeker aanraad, je leert er veel nuttige skills die je in je werkzame leven goed kunt gebruiken.” Het behartigen van de belangen van anderen doen ze graag. Vermeeren: “Tegenwoordig adviseer ik vooral op strategisch niveau. Welke keuzes maakt een bedrijf of een pensioenfonds? Langs welke wegen kom je waar je wilt zijn? Ook de generatiediscussie in het pensioen- en arbeidsrecht vind ik interessant.”

Ontwikkelen

Naast haar werk als advocaat zit Vermeeren in de raad van toezicht van een paar grote pensioenfondsen. “Ik wilde mijn terrein graag verbreden en mij verder persoonlijk ontwikkelen. Door zo’n toezichthoudende rol zie je ook de andere kant van zaken, waarbij je je ervaring als advocaat meeneemt”, vertelt ze. “Ik vind het buitengewoon waardevol en leerzaam, en ik zou het iedereen aanraden. Dat is mijn tip aan jou, Bernard: treed naar buiten en ontwikkel je op een bredere manier dan alleen in je eigen vak.”

Dat advies valt bij Timmer, die naast zijn studie onder meer voorzitter was van een politieke jongerenorganisatie en in een facultaire commissie zat, in vruchtbare aarde. “Ik ga nog heel veel leren van mijn collega’s op kantoor en ben zeker van plan me breed te blijven ontwikkelen. Maar eerst meters maken op kantoor, waar ik hopelijk snel weer terechtkan.”

Irene Vermeeren-Keijzers (1970) is sinds 2016 partner bij Jones Day in Amsterdam, waar ze verantwoordelijk is voor de arbeids- en pensioenrechtpraktijk. Ze is gespecialiseerd op het gebied van pensioen en arbeidsvoorwaarden, nationaal en internationaal. Vermeeren is voorzitter van de raad van toezicht van het ING CDC Pensioenfonds en van het Nationale Nederlanden CDC Pensioenfonds. Ze zit vanaf het begin, sinds 2012, in de Adviescommissie Pensioenrecht van de Nederlandse Orde van Advocaten en doceert aan Nyenrode University. Vermeeren studeerde aan de Universiteit Leiden en volgde een semester aan de Edinburgh University. Ze begon haar carrière bij Baker McKenzie, waar ze twintig jaar heeft gewerkt.

Bernard Timmer (1992) studeerde aan de Universiteit Leiden en werkt sinds maart dit jaar bij HVG Law in Amsterdam. Zijn beëdiging volgt na de zomer. Tijdens zijn studie financieel recht liep hij verschillende stages in de advocatuur en werkte hij een half jaar als werkstudent bij een Amsterdams kantoor. Ook was hij voorzitter van een lokale politieke jongerenpartij en maakte hij als masterstudent deel uit van de opleidingscommissie van de juridische faculteit. Timmer studeerde een semester internationaal en Aziatisch recht aan Monash University in Melbourne.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven