Bleichrodt schreef de rapporten in het kader van het toezicht dat de procureur-generaal bij de Hoge Raad houdt op het functioneren van het Openbaar Ministerie (op grond van artikel 122 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
Strafbeschikkingen
In het rapport ‘Buiten de rechter OM’ staat de vraag centraal of het OM bij het uitvaardigen van strafbeschikkingen de wet naleeft. Over dit onderwerp heeft de procureur-generaal bij de Hoge Raad in 2014 ook gerapporteerd.
Gebreken in feitomschrijvingen
In het rapport, waarvoor 1400 strafdossiers werden beoordeeld, wordt geconcludeerd dat het OM grotendeels voldoet aan de wettelijke vereisten. Maar op een aantal punten is dat niet het geval. Zo zijn gebreken geconstateerd in de feitomschrijvingen; die zijn nogal eens onduidelijk. Daarbij kan het gaan om incorrecte, onvolledige of te ruim geformuleerde omschrijvingen. Hierdoor worden verdachten soms gedragingen aangerekend waarvoor het politiedossier geen aanknopingspunten biedt.
Geen vertaling
Ook de verstrekking van informatie aan de verdachte over de wijze waarop de strafbeschikking ten uitvoer wordt gelegd kan beter. Verder wordt geconstateerd dat de wettelijke verplichting om relevante onderdelen van de OM-strafbeschikking te vertalen, vaak niet wordt nageleefd. In een zeer beperkt aantal gevallen zijn sancties opgelegd die in strijd zijn met het recht.
In het rapport doet de procureur-generaal een aantal aanbevelingen om tot verbetering te komen.
Hackbevoegdheid
Uit het tweede rapport, ‘Onderzoek in een geautomatiseerd werk’, blijkt dat het OM bij de uitoefening van de bevoegdheid om de politie computers en andere elektronische apparatuur te laten hacken grotendeels aan de wettelijke voorschriften voldoet. Toch zijn ook hier enkele onvolkomenheden en knelpunten geconstateerd.
Geheimhoudersgegevens
Een daarvan betreft de omgang met ‘geheimhoudersgegevens’. Bij hacken in opdracht van het OM kan (onbedoeld) ook communicatie met professionele geheimhouders, zoals advocaten en artsen, worden vastgelegd. De regelgeving bepaalt dat alle bij het hacken verkregen gegevens, en daarmee ook geheimhoudersgegevens, moeten worden bewaard, terwijl die laatste volgens het Wetboek van Strafvordering moeten worden vernietigd. De door het OM opgestelde beleidsregels waarin is geprobeerd een oplossing te vinden voor deze tegenstrijdigheid, voldoen volgens het rapport niet volledig aan de eisen van het Wetboek van Strafvordering. De procureur-generaal bij de Hoge Raad adviseert het OM daarom de rechter-commissaris een regisserende rol toe te kennen bij de selectie van geheimhoudersgegevens, eventueel in afwachting van nieuwe regelgeving op dit punt die de de procureur-generaal wenselijk vindt.
Verantwoording hacken
De politie legt in processen-verbaal over de toepassing van hacken met het oog op de afscherming van methodieken slechts zeer globaal en zeer kort verantwoording af over het toepassen van de hackbevoegdheid. De procureur-generaal beveelt het OM aan om op concretere wijze invulling te geven aan de plicht verantwoording af te leggen over de uitvoering van het hacken. Dat geldt ook voor het opnemen van de vereiste informatie in het hackbevel zelf.
Reactie Openbaar Ministerie
In een reactie zegt het College van procureurs-generaal dat het rapport ‘Buiten de rechter OM’ hen sterkt in het vertrouwen dat het Openbaar Ministerie het uitvaardigen van strafbeschikkingen in het algemeen zorgvuldig ter hand neemt en dat de kwaliteit van de schuldvaststellingen op een behoorlijk en voldoende niveau is. Het OM zal de komende tijd aan de slag gaan met de aanbevelingen van Bleichrodt. Dat geldt ook voor de “waardevolle aanbevelingen” uit het rapport over de hackbevoegdheid van het OM.