Inez Weski werd in april 2023 gearresteerd op verdenking van deelname aan de criminele organisatie van haar toenmalige cliënt Ridouan Taghi. In haar boek Het geluid van de stilte, dat vorig voorjaar verscheen, schreef Weski dat ze de eerste negen dagen na haar arrestatie op een geheime detentielocatie zat. Ook haar advocaten zouden niet hebben geweten waar Weski werd vastgehouden. In een interview met De Telegraaf zegt Otte dat dat niet klopt. “Ze hadden vanaf dag één toegang en bezochten haar ook op die locatie.”
In strijd met de wet
De Inspectie Justitie en Veiligheid deed onderzoek naar aanleiding van Weski’s boek, en kwam onlangs tot de conclusie dat de detentie op de geheime locatie (een ondergrondse bunker op Kamp Zeist) in strijd was met de wet. De inspectie sprak van een “niet erkende en gecontroleerde plaats”. Otte erkent dat het OM daarmee de fout is ingegaan.
De advocaten van Weski hebben aangifte gedaan vanwege de manier waarop zij is vastgehouden.
Levend begraven
Weski klaagde in haar boek over de detentieomstandigheden in deze periode, ze schreef dat het voelde alsof ze “levend begraven” was. Otte vertelt dat er “opstartproblemen” waren, maar dat die werden verholpen. Zo kreeg Weski toen bleek dat de intercom niet goed werkte een alarmknop, en kwam er na de begindagen dagelijks een verpleegkundige langs bij Weski, die kampt met gezondheidsproblemen. Ook mocht Weski zelf koken, zodat ze rekening kon houden met haar dieet. “Na die eerste dagen liep het allemaal beter. Zo goed zelfs, dat Weski zich na die eerste negen dagen verzette tegen overplaatsing naar een vleugel van de gevangenis Nieuwersluis”, aldus Otte.
Uitlaatklep
Toen Otte vorig jaar in een tv-programma gevraagd naar de bewering van Weski in haar boek dat ze haar detentie wellicht niet had kunnen overleven, noemde hij dat “quatsch”. Nu zegt hij dat Het geluid van de stilte te zien is als een uitlaatklep. En als een verdedigingsmiddel. “Maar het staat niet gelijk aan de meest objectieve en onafhankelijke beleving, want zij is zelf onderwerp van onderzoek. Bewaarders doen hun stinkende best in de zorg voor gedetineerden en voor mevrouw Weski in het bijzonder.”