Binnenkort is het weer Prinsjesdag. Mensen denken bij Prinsjesdag al gauw aan de hoedjes, maar de echte hoofdzaken van Prinsjesdag zijn natuurlijk de troonrede, de Rijksbegroting en de miljoenennota. Hoe zit het ook alweer?
Prinsjesdag vindt ieder jaar plaats op de derde dinsdag van september. Dat is zo sinds 1888, maar de eerste Prinsjesdag werd al gehouden in 1814.
Op deze dag spreekt het staatshoofd de Staten-Generaal (bestaande uit de Eerste en Tweede Kamer) in verenigde vergadering toe met de troonrede. In de troonrede geeft de regering, bestaande uit de koning en de ministers, aan wat hun beleid zal zijn voor het aankomende jaar. De troonrede wordt uitgesproken in de Ridderzaal aan het Binnenhof in Den Haag en omvat naast een aankondiging van de plannen en maatregelen van de regering wat betreft wetgeving en bestuur, ook beschouwingen over actuele gebeurtenissen op het wereldtoneel. Dat Prinsjesdag moet plaatsvinden op de derde dinsdag van september en dat de Staten-Generaal in verenigde vergadering bijeenkomt, is geregeld in artikel 65 van de Grondwet. Het wordt gezien als de officiële opening van het parlementaire jaar en is dan ook omgeven met veel ceremonieel, waaronder de bekende koninklijke stoet met koetsen en militair vertoon van Paleis Noordeinde naar de Ridderzaal en de traditionele balkonscène na afloop.
De Rijksbegroting
Op deze dag wordt ’s middags ook de Rijksbegroting ingediend bij de Tweede Kamer door de minister van Financiën, namens de regering. Artikel 105 lid 2 van de Grondwet bepaalt namelijk dat het in artikel 65 bepaalde (Prinsjesdag) samenvalt met de indiening van de Rijksbegroting. In de Rijksbegroting wordt beschreven wat er verwacht wordt aan inkomsten en uitgaven in het aankomende jaar. Ook staat er in hoeveel geld elk ministerie krijgt. Hierbij hoort ook de Miljoenennota; dat is de algemene (politieke) toelichting van de regering op de Rijksbegroting. Deze wordt samen met de Rijksbegroting in het beroemde koffertje aangeboden aan de voorzitter van de Tweede Kamer.
En dan?
Na het aanbieden van dit koffertje volgen in de dagen na Prinsjesdag de Algemene Politieke Beschouwingen, waarin de Tweede Kamer de Miljoenennota bespreekt. De minister-president voert het woord namens het kabinet over de plannen uit de Miljoenennota. Vervolgens is het tijd voor de Algemene Financiële Beschouwingen. Dan gaat de Tweede Kamer de Rijksbegroting bespreken met de minister van Financiën.
De Rijksbegroting wordt wegens artikel 105 lid 1 van de Grondwet in de vorm van een wet aangenomen. De Tweede en Eerste Kamer moeten het begrotingsvoorstel van Prinsjesdag dus beoordelen en goedkeuren. De Tweede Kamer mag de begroting ook met een meerderheid van stemmen wijzigen (wat betreft de uitgaven). Pas als beide Kamers ingestemd hebben met het wetsvoorstel inhoudende de Rijksbegroting, staat deze vast en kunnen de plannen uitgevoerd worden.