Het onderzoek dat de PG gaat uitvoeren volgt op het eerdere onderzoek getiteld ‘Buiten de rechter OM’, dat in 2022 verscheen. Een van de conclusies van dat onderzoek was dat “het OM bij het uitvaardigen van strafbeschikkingen de wettelijke voorschriften op verschillende punten niet naar behoren handhaaft of uitvoert.” Er werd toen al aangekondigd dat er in een later stadium vervolgonderzoek zou worden gedaan.
Nu het OM medio februari aankondigde in de nabije toekomst veel vaker gebruik te willen maken van strafbeschikkingen, onder meer om capaciteitsproblemen bij de Rechtspraak te omzeilen, wil de PG dat vervolgonderzoek dus eerder uitvoeren dan gepland.
‘Gebrekkig’
In 2022 constateerde de PG tijdens het eerste onderzoek naar de inzet van OM-strafbeschikkingen “gebreken in de feitomschrijvingen en kwalificaties in strafbeschikkingen en is de schuldvaststelling in bepaalde zaken.”
Ook werd onder meer de informatieverstrekking aan verdachten als gebrekkig beoordeeld en concludeerde de PG dat “de wettelijke verplichting om relevante onderdelen van de strafbeschikking te vertalen vaak niet wordt nageleefd.” De PG deed daarom een aantal aanbevelingen ter verbetering.
Verbolgen
De vraag of met die aanbevelingen voldoende is gedaan, zal onderwerp zijn van het nieuwe vervolgonderzoek. Het College van procureurs-generaal van het OM heeft de PG van de Hoge Raad echter al laten weten dat de meeste verbeterpunten uit het eerdere rapport nog niet zijn doorgevoerd, “omdat daarvoor omvangrijke aanpassingen in het geautomatiseerde zaaksysteem nodig zijn en daarmee wordt gewacht tot de ontwikkeling van een nieuw zaakregistratiesysteem.” Het onderzoek zal zich daarom hoofdzakelijk richten op verbeterpunten die het OM ook zonder dat nieuwe zaakregistratiesysteem had kunnen doorvoeren.
De uitkomsten van het onderzoek zullen met bovengemiddelde belangstelling worden afgewacht door onder meer de Rechtspraak en de advocatuur. Direct na de aankondiging van het OM dat het de inzet van de strafbeschikking fors wilde intensiveren, liet de Raad van de rechtspraak weten verbolgen te zijn over dat besluit, waarin de Rechtspraak naar eigen zeggen niet vooraf was gekend. Tijdens het Rondetafelgesprek over de OM-strafbeschikking in de Tweede Kamer gaf Henk Naves, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, deze week bovendien aan dat rechters met spoed ‘indringend overleg’ willen met het OM om de koerswijziging te bespreken. Ook de Orde van Advocaten uitte deze maand scherpe kritiek op de plannen van het OM.