De brief, ook ondertekend door economen en toezichtexperts, is gestuurd aan minister Weerwind en de vaste Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid. Een van de ondertekenaars is Jeroen Kremers die in september opstapte als Kroonlid van het College van Toezicht op de Advocatuur. Hij vertrok omdat volgens hem de effectiviteit, onafhankelijkheid en transparantie van het toezicht onder druk staan.
In het voorstel van de minister komen drie niveaus van toezicht: lokale toezichthouders, een landelijke toezichthouder op de advocatuur (LTA) die toezicht houdt op de lokale toezichthouders en een ‘blik van buiten’.
In de LTA zitten drie advocaten die zijn vrijgesteld van beroepsuitoefening. De NOvA houdt een flinke vinger in de pap. Niet alleen omdat de LTA wordt ondergebracht bij de advocatenorde, maar ook omdat de leden van de LTA worden benoemd door het College van Afgevaardigden, op voordracht van de Algemene Raad van de NOvA.
Zelfstandig Bestuursorgaan
De minister kiest voor deze optie om afhankelijkheid van de Staat te voorkomen. Maar volgens de briefschrijvers is het wel mogelijk om zowel onafhankelijkheid van de Staat als van de beroepsgroep te regelen. Dat zou kunnen door de LTA de status van zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) te verlenen.
Volgens de minister is zo’n ZBO niet onafhankelijk omdat de minister de bestuurders benoemt. Maar dat hoeft helemaal niet, stellen de briefschrijvers. Bestuurders kunnen worden benoemd door de raad van commissarissen van de LTA. Die commissarissen kunnen op hun beurt weer worden benoemd door een commissie bestaande uit leden van de Hoge Raad, de afdeling bestuursrecht van de Raad van State en/of de Algemene Rekenkamer. De brief spreekt van een “getrapte governance die robuust kan worden uitgewerkt”.
De briefschrijvers spreken in dit verband over “onafhankelijkheid niet alleen de jure maar ook de facto”. “Dat lukt niet bij positionering als orgaan van de NOvA. Dan zou voor de LTA niet alleen de schijn, maar ook de praktijk van afhankelijkheid zijn ingebakken.”
De briefschrijvers verwijzen naar de situatie in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, waar belangenbehartiging strikt gescheiden is van toezicht en regelgeving.
Klachtbehandeling
In de brief keren de opstellers zich ook tegen het voornemen van de minister om klachtbehandeling en toezicht te scheiden. Het toezicht moet volgens de minister berusten bij de LTA, de klachtbehandeling bij de dekens. In de brief wordt verwezen naar de kritiek vanuit de Tweede Kamer op de scheiding klachtenbehandeling/toezicht. “Terecht werd er van de zijde van de Kamer op gewezen dat toezicht en klachtbehandeling vaak over dezelfde normen gaan.”
De briefschrijvers sluiten zich aan bij het standpunt van het dekenberaad, die klachtenbehandeling en toezicht in één hand wil houden: “Het ligt voor de hand dat landelijk wordt toegezien op de uniformiteit van de klachtbehandeling, en dat arrondissementoverschrijdende klachten en klachten met grote impact landelijk worden behandeld. Overige klachten blijven dan bij de lokale toezichthouder, wiens rol in dit voorstel wordt afgesplitst van die van voorzitter van de lokale orde.”
De lokale toezichthouders kunnen dan onder verantwoordelijkheid van de LTA ook de contacten onderhouden met de decentrale ketenpartners (onder meer: rechtbanken, gerechtshoven en OM) om klachten en signalen op te vangen. “Zo behoudt de LTA een sterke lokale inbedding,” staat te lezen in de brief.
Sneren
De brief bevat een aantal sneren naar de minister: “De nieuwe koers is tot stand gekomen in het voor de buitenwereld niet goed zichtbare, laat staan toetsbare verkeer tussen de NOvA en het ministerie. Een uitgewerkte inhoudelijke onderbouwing van de nieuwe koers is niet gepubliceerd.”
Volgens de brief zou het voor het aanzien van de beroepsgroep “goed zijn terug te keren naar een proces van onderbouwde en toetsbare beleidsvoorbereiding. De onderwerpen zijn er belangrijk genoeg voor.” De briefschrijvers stellen de minister voor om over de governance en taakafbakening van de nieuwe toezichthouder advies te vragen aan de staatscommissie Rechtsstaat (van het ministerie van Binnenlandse Zaken) of aan een commissie van onafhankelijke deskundigen. Het overleg tussen het ministerie en de staatscommissie Rechtsstaat is al gaande.
De brief is ondertekend door Maurits Barendrecht (hoogleraar ‘Innovatie van juridische systemen’ aan de Universiteit Tilburg en directeur van onderzoeksinstituut HiiL), Fred Hammerstein (voormalig raadsheer bij de Hoge Raad), Evert-Jan Henrichs (voormalig deken van de Orde van Advocaten Amsterdam), Marnix Leijten (voormalig managing partner en nu advocaat bij De Brauw Blackstone Westbroek), Sietze Hepkema (voormalig managing partner bij Allen & Overy), Frederieke Leeflang (voorzitter van de raad van bestuur van NPO en voormalig managing partner bij Boekel), Jaap Winter (voormalig advocaat bij De Brauw Blackstone Westbroek, voormalig voorzitter van het College van Bestuur van de Vrije Universiteit en voormalig hoogleraar ondernemingsrecht aan de Vrije Universiteit), Gerben Evers (voormalig toezichthouder bij de AFM), Hermine Voûte (advocaat bij Loyens & Loeff), Femke de Vries (hoogleraar toezicht aan de Rijksuniversiteit Groningen), Jaap de Keijzer (voormalig advocaat bij De Brauw Blackstone Westbroek), Dirk Schoenmaker (hoogleraar banking and finance aan de Erasmus Universiteit), Jonathan Soeharno (advocaat bij De Brauw Blackstone Westbroek en hoogleraar rechtsfilosofie aan de Universiteit van Amsterdam), Jan de Wit (voormalig advocaat en voormalig Tweede Kamerlid voor de SP), Leen Paape (hoogleraar corporate governance aan Nyenrode Business Universiteit), Ianika Tzankova (hoogleraar privaatrecht aan de Universiteit Tilburg), Jan Ernst de Groot (chief sustainability officer bij Ahold Delhaize), Diana van Everdingen (lid van de raad van bestuur van de financiële instelling NLFI), Henk de Groot (advocaat bij HS Advocatuur), Till Kressin (advocaat en Rechtsanwalt bij Kressin Advocaat), Peter van der Meij (bestuurslid van het Huis voor Klokkenluiders), Paul Sliepenbeek (echtscheidingsadvocaat en mediator bij Sliepenbeek Sanders) en Jeroen Kremers (staatsagent bij KLM, commissaris bij de bank NIBC, commissaris bij Uber Payments en voormalig lid van het College van Toezicht op de Advocatuur).
.