Raadsheer-plaatsvervanger mocht wel degelijk optreden als cassatieadvocaat

Mag een raadsheer-plaatsvervanger als cassatieadvocaat optreden en een cliënt van cassatieadvies voorzien in een zaak die ‘zijn’ hof heeft behandeld? Dat mocht eerst wel, maar later niet meer.

Delen:

Raadsheer-plaatsvervanger mocht wel degelijk optreden als cassatieadvocaat - Mr. online
Beeld: Depositphotos

De zaak komt aan het rollen als een man zijn zaak verliest hij het gerechtshof Amsterdam, en cassatieberoep aantekent. Hij vraagt cassatieadvocaat Bert van Schaick, verbonden aan het Tilburgse advocatenkantoor Linssen C.S., om advies. Die stelt een cassatieadvies op, maar de declaratie daarvoor (ruim € 2.000) betaalt de man niet. Linssen legt de kwestie voor aan de rechtbank Noord-Holland.

Gedwaald

Daar betoogt de man dat Van Schaick zijn opdracht niet had mogen aannemen omdat hij als cassatieadvocaat ook raadsheer-plaatsvervanger is bij het gerechtshof Amsterdam – het hof waar hij zijn zaak verloor. Een andere cassatieadvocaat, Marc Janssen (verbonden aan Banning) en ook raadsheer-plaatsvervanger bij het hof Amsterdam, zou de man hebben verteld dat het hem niet was toegestaan om als cassatieadvocaat zaken aan te nemen die betrekking hebben op uitspraken van het Amsterdamse hof. Dit moet dus ook gelden voor Van Schaick, stelt de man: hij had hem hiervan op de hoogte moeten stellen, maar heeft dat niet gedaan. Hierdoor heeft de man gedwaald, want als hij had geweten dat het Van Schaick verboden was in die gevallen cassatieadvies af te geven, had hij hem de opdracht niet gegeven. Van Schaick bracht echter een voorschot in rekening en gaf een (negatief) cassatieadvies af. Daardoor heeft hij niet zuiver gehandeld. Bovendien voldeed het cassatieadvies niet aan hetgeen daarvan mocht worden verwacht van een bekwaam en redelijk handelend jurist. Daarom betaalt de man niet.

Onwenselijk

Volgens de kantonrechter had Janssen gelijk, maar Van Schaick ook. Dat blijkt uit een e-mail (26 november 2021) van de president van het gerechtshof Amsterdam aan de raadsheer-plaatsvervangers. Daarin staat dat de president heeft besloten dat het optreden als cassatieadvocaat in een zaak waarin het gerechtshof Amsterdam uitspraak heeft gedaan, per 1 januari 2022 als onwenselijk wordt beschouwd. Maar het cassatieadvies van Van Schaick – tevens hoogleraar privaatrechtelijke rechtshandhaving en rechtsvergelijking aan de Universiteit van Tilburg – dateert van vóór die tijd (juni 2021). Het nieuwe beleid gold op dat moment nog niet. Binnen Van Schaicks team van het hof Amsterdam was openlijk bekend dat hij ook optreedt als cassatieadvocaat. Dit heeft de man onvoldoende betwist en zo dus niet aangetoond dat hij heeft gedwaald.

Te laat geklaagd

Was het cassatieadvies onder de maat, zoals de man beweert? Dat hoeft de kantonrechter niet meer vast te stellen nu de man daarover te laat heeft geklaagd. Klagen moest binnen twee maanden nadat de man kennis had genomen van het werk. Hij klaagde niet toen hij het advies onder ogen kreeg, ook niet nadat hij de factuur had gekregen en ook niet na de betalingsherinneringen. Hij klaagde er pas over in zijn conclusie van antwoord. Nu niet vaststaat wat de kwaliteit van het cassatieadvies was, wordt de overeenkomst niet ontbonden. De man moet gewoon de factuur betalen, evenals de proceskosten.

ECLI:NL:RBNHO:2023:5892

Lees meer over:

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven