Rechtbankmedewerker weigert hand OM’er

Delen:

Foto: Pexels

Een medewerker van de rechtbank Oost-Brabant, die weigerde een medewerkster van het OM een hand te geven vanwege haar religieuze achtergrond en later ongepaste opmerkingen over haar maakte, is terecht overgeplaatst naar een andere afdeling. Dat oordeelde de Centrale Raad van Beroep in een uitspraak die 5 juni is gepubliceerd.

Het voorval speelde zich af in de rechtbank Oost-Brabant op 11 juli 2016. Bij het voorstellen van een medewerkster van het Openbaar Ministerie gaf de rechtbankmedewerker haar geen hand op grond van haar (religieuze) afkomst. Een dag later zei de man tegen een collega: “Ik heb gewoon niet zoveel met die mensen. Het is al eerder misgegaan. Zeg er maar niets over tegen de rest.” Ook deze opmerkingen werden gemaakt met betrekking tot de etnische of religieuze afkomst van de OM-medewerkster. Tegen een andere collega zei de man: “Je weet toch hoe dat gaat, ze zijn beïnvloedbaar van buitenaf, we hebben er meer van gehad. Het zal niet de eerste zijn.” Op de vraag van de collega waarop dit was gebaseerd antwoordde de man (een schaal 7-medewerker): “De tijd zal het leren.”

Een leidinggevende van het arrondissementsparket Oost-Brabant stelde de president van de rechtbank Oost-Brabant op de hoogte van vermeende ongepaste en kwetsende gedragingen van de medewerker. Het rechtbankbestuur startte een integriteitsonderzoek en schorste de man met onmiddellijke ingang. Hij mocht ook niet in het Paleis van Justitie komen. Na het onderzoek zou de definitieve disciplinaire maatregel worden bepaald.

In oktober kwam het rechtbankbestuur met een oordeel. Op grond van plichtsverzuim werd de man voorwaardelijk ontslagen, met een proeftijd van twee jaar. Ook werd hij overgeplaatst naar een ander team, onder directer toezicht van de teamvoorzitter om zo het ongewenste gedrag te doorbreken en de kans op herhaling te verkleinen.

De rechtbank Zeeland-West-Brabant, die over deze kwestie in beroep oordeelde, vond dat de ernst van het plichtsverzuim en het uitstralingseffect ervan naar de medewerkers van het OM voldoende dienstbelang opleverden om tot overplaatsing over te gaan. Datzelfde gold volgens de rechtbank ook voor het doorbreken van ongepast gedrag, het verkleinen van de kans op herhaling en het niet (verder) willen belasten van de directe collega’s van de man.

De medewerker ging in hoger beroep, maar ook de Centrale Raad van Beroep vond de overplaatsing redelijk. Gezien de functie van de man als medewerker van de rechtbank en zijn contacten met vooral het OM, een ketenpartner van de rechtbank, was sprake van ernstig plichtsverzuim. Aan rechtbankmedewerkers worden – vanwege de aard van het werk – terecht hoge eisen van integriteit, betrouwbaarheid en verantwoordelijkheid gesteld, stelde de Centrale Raad van Beroep in zijn uitspraak van 31 mei. Het rechtbankbestuur heeft de verweten handelwijze van de man terecht in strijd geacht met de binnen de rechtbank geldende Gedragscode Rechtspraak, wat – ook door de media-aandacht – het aanzien van de rechtbank heeft geschaad.

De overplaatsing kost de man geld. Een toeslag voor onregelmatige diensten valt weg, wat ook gevolgen heeft voor zijn pensioenopbouw. Tegenover dit persoonlijk belang heeft het rechtbankbestuur het dienstbelang zwaarder mogen laten wegen, aldus de Centrale Raad van Beroep. Een verbetertraject, waar de man op had aangestuurd, werd niet nodig geacht.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven