Rechter op Curaçao moet nee zeggen met een glimlach en moet ‘kurashi’ hebben

Rechter zijn in Curaçao vergt soms net andere kwaliteiten dan in Nederland. Leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie moeten beschikken over 'kurashi'. Ze moeten goed kunnen uitleggen, toegankelijk zijn en bovenal: met betrokkenheid rechtspreken. Curaçao kan dan wel een vakantie-eiland zijn, het is hard werken bij het Hof.

Delen:

Rechter op Curaçao moet ‘nee’ zeggen met een glimlach en ‘kurashi’ hebben - Mr. online
Het voormalige Gemeenschappelijke Hof van Justitie in Willemstad, Curaçao, met de '21 traptreden' (foto: Michel Knapen)

Op Curaçao gaan procespartijen en verdachten niet naar de rechtbank, ze beklimmen de ‘21 traptreden’. Dat verwijst naar het voormalige stadhuis aan het Wilhelminaplein in het centrum van hoofdstad Willemstad. Een monumentaal pand uit 1851 dat op de Unesco-lijst staat, met twee parallelle trappen (met 21 treden) waar het Hof tot voor vier jaar de ruimte deelde met de Staten (het parlement). Het Hof is verhuisd omdat de airconditioning niet meer goed functioneerde en de schimmel op de muren en in het plafond het werken onmogelijk maakte. Het Hof heeft intussen een tijdelijk onderkomen gevonden in een modern gebouw, net buiten de stad, waar voorheen een accountantskantoor was gevestigd. Persrechter Sigmar Carmelia spreekt van een ‘fijne werkplek’, eigenlijk is er maar één nadeel: “We zitten hier wat afgelegen. Het gebouw met de 21 traptreden ligt in het stadscentrum. Daar ging je in de middagpauze makkelijker even de deur uit.”

Afspiegeling

V.l.n.r. president Mauritsz de Kort, Nicole Martinez, Sigmar Carmelia en Maite de Haseth

Hoewel er ook ‘Nederlandse’ rechters bij het Hof werken, staat Hof-president Mauritsz de Kort een ‘caribisering’ van de rechtspraak voor: méér juristen van het eiland moeten kunnen doorgroeien tot lid van het Hof, dus tot rechter. “Dat is belangrijk omdat veel mensen op de eilanden het Nederlands onvoldoende machtig zijn, zeker de jongere generatie”, zegt rechter civiel Maite de Haseth. “Wij werken met tolken, maar dat is toch anders dan dat iemand in zijn eigen taal zijn verhaal doet. Het is goed als rechters dezelfde taal spreken als procespartijen en verdachten. Dat is vaak Papiaments. De caribisering is belangrijk omdat ook de rechtspraak een afspiegeling moet zijn van de samenleving.” Er is méér dan alleen de taal, zegt De Kort. “Rechters moeten ook de lokale omstandigheden kunnen begrijpen. Inlevingsvermogen speelt daarbij een grote rol.” Daarom organiseert het Hof interculturele trainingen voor alle medewerkers, met aandacht voor politieke geschiedenis, religie, de identiteit van de eilanden, het slavernijverleden en kennis over de wijken.

Stage in Nederland

Dat neemt niet weg dat de Caribische rechters een deel van hun opleiding en stage in Nederland moeten volgen. Persrechter Sigmar Carmelia, ook strafrechter, studeerde in Nijmegen, werkte bij de Commissie gelijke behandeling in Utrecht en deed zijn eindstage voor de opleiding tot rechter bij de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem. Maite de Haseth studeerde in Leiden, werkte als griffier bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en liep als rechter in opleiding mee bij de rechtbank Den Haag. En bestuursrechter Nicole Martinez werkte bij de Afdeling bestuursrechtspraak en deed haar eindstage voor de rechtersopleiding bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Arnhem. Alle Caribische raio’s (rechterlijke ambtenaren in opleiding) zijn gedurende de laatste negen maanden van hun opleiding werkzaam als rechter bij een Nederlandse rechtbank.

Antilliaanse gulden

“Een punt van zorg”, zegt Martinez, “is het prijskaartje dat daaraan hangt. Huisvesting is in Nederland heel duur geworden. Deze en andere kosten in verband met het verblijf van raio’s in Nederland zijn bovendien in euro’s, terwijl we hier nog met de gulden zitten. Met de opleidingsperiode in Nederland zijn dus hoge kosten gemoeid.”

De Antilliaanse gulden zorgt voor meer kopzorgen, en die hangen nauw samen met de personele bezetting. De eilanden kennen 51 rechters – 31 op Curaçao, dertien op Aruba, vijf op Sint Maarten en twee op Bonaire. Hiervan zijn er 25 lokaal en méér zouden welkom zijn, zegt Martinez. “Veel jongeren die de middelbare school verlaten gaan in Nederland studeren en bouwen daar een nieuw leven op. Die komen ook om een andere reden niet terug: naast het feit dat in Nederland het aanbod aan banen diverser is, verdienen ze daar in euro’s en hier in guldens. Dat maakt het financieel aantrekkelijker om in Nederland te werken.” Aan meer rechters of ondersteuning is wel behoefte. Het Hof behandelt in eerste aanleg tegen de 40.000 zaken per jaar, waaronder ruim duizend hogerberoepszaken. Het merendeel, zo’n 70 procent, zijn strafzaken, gevolgd door bestuursrechtelijke beroepsprocedures. Dat alles wordt afgehandeld door de 51 rechters en alle ondersteuning. In totaal werken er bij het Hof, verdeeld over de eilanden, 220 mensen.

Caribisering van de rechtspraak

Ook om de kwaliteit van de Caribische raio-opleiding te waarborgen, vindt een deel van de opleiding in Nederland plaats, zodat ook derden kunnen toetsen wat de Caribische raio kan. In de Cariben werken alleen rechters die hun werk even goed in Nederland zouden kunnen doen. De Kort: “Op Curaçao concurreren wij met lokale advocaten- en trustkantoren die beter betalen, ook al zitten wij met onze salarissen aan de hoge kant binnen de ambtenarij. En we hebben concurrentie van Bonaire, waar de Rijksdienst Caribisch Nederland zit, en die hebben een mooiere cao.” Om deze redenen is het Hof steeds aanwezig op banenmarkten zoals de Nationale Carrièrebeurs in Nederland en de Job Fair van het Curaçaose ministerie van Justitie – ook om gerechtssecretarissen aan te trekken.

Caribisering van de rechtspraak wil niet zeggen dat alle 51 rechters van de eilanden moeten komen. “Sommige zaken zijn dusdanig politiek gevoelig dat het wenselijker is dat een rechter van buiten deze behandelt. Ook vinden wij de kruisbestuiving tussen lokale rechters en rechters uit Nederland van belang. Ook onze collega’s van de rechtspraak in Nederland vinden die uitwisseling belangrijk.”

Betrokkenheid

Het nieuwe gebouw van het Hof. ‘Kas di Korte’ betekent ‘huis van het recht’ (foto: Mr.)

Wie rechter wil worden op Curaçao moet met één aspect rekening houden: werken in een kleine gemeenschap vergt kurashi, Papiaments voor ‘moed’. De Kort: “Je moet leren nee te zeggen met een glimlach. Het slechte nieuws overbrengen met een toon van zorg, betrokkenheid en vooral ook respect. Op dit kleine eiland is de kans groot dat je een procespartij of verdachte tegenkomt: in de supermarkt, in een restaurant, op straat. Je wilt vervelende confrontaties voorkomen, daarom is die toon zo belangrijk. In strafzaken zijn onze rechters niet minder streng, maar tonen wel betrokkenheid en geven een heel goede uitleg.”

Tandje erbij

Wie op luchthaven Hato landt, ziet tal van foto’s aan de muren van de ontvangsthal die een laid back island tonen, waar je kunt duiken, snorkelen en feesten aan talloze stranden. Zo niet in het tijdelijke gebouw van het Hof. Bestuursrechter Nicole Martinez: “Je moet hier keihard werken. Tijdens sollicitatiegesprekken wordt dat ook aan de sollicitanten duidelijk gemaakt: in Nederland werk je hard, maar misschien moet er in de Cariben nog een tandje bij.”

Elke rechter is unus

Het is niet alleen de hoeveelheid zaken die het werk pittig maakt, ook in eerste aanleg kunnen het zware zaken betreffen. Strafrechter Sigmar Carmelia: “In eerste aanleg kennen we niet de meervoudige kamer, elke rechter treedt op als unus. In je eentje kun je bij civiel miljoenen toewijzen. Bij straf kun je levenslang opleggen. Dat is ook wel een paar keer gebeurd.” Als het nodig is kan ook een beroep worden gedaan op de pool van plaatsvervangende leden uit Nederland, die enkele weken of maanden meedraaien, en die ook soms specifieke deskundigheid meebrengen.

Urgentie

Toen De Kort in 2022 president werd, heeft hij een inventarisatie laten uitvoeren van wetgeving die de meeste hiaten bevat en die modernisering behoeft. Mondjesmaat doet de regering daar wat mee, zegt hij. Zo heeft het Haagse Kinderontvoeringsverdrag eindelijk medegelding gekregen voor Curaçao. “Natuurlijk, er is een tekort aan wetgevingsjuristen, maar het zou prettiger zijn als de regeringen meer urgentie zouden tonen. De overheden zouden ons beter moeten faciliteren om ons werk te doen. Vergeet niet dat het Hof vier landen bedient. De overheden zouden ook wetten moeten aanpassen die in lijn zijn met nieuwe jurisprudentie. Zo heeft Aruba een nieuwe Wetboek van Strafvordering, de andere eilanden niet, die hebben te maken met verouderde wetgeving. Omdat de rechters op alle eilanden kunnen worden ingezet, moeten ze steeds verschillende wetgeving én jurisprudentie toepassen. Dat vergt veel flexibiliteit van geest. En dat is niet goed voor de rechtseenheid.”

Lees hier het uitgebreidere artikel.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven