‘Rechtsbescherming onder druk bij alternatieven voor oorlog tegen drugs’

De 'oorlog tegen drugs' is aan het veranderen. Overheden ervaren de gevolgen van de beperkingen van het strafrecht en richten zich bij de bestrijding van drugscriminaliteit ook op andere middelen, die minder waarborgen bieden aan burgers dan het strafrecht. Dat concludeert Michelle Bruijn, docent en promovenda aan de Rijksuniversiteit Groningen, op basis van haar onderzoek ‘The alternative war on drugs’, waarop zij donderdag 20 mei promoveert.

Delen:

Foto: Depositphotos

Het strafrecht is er volgens meerdere onderzoekers niet in geslaagd om drugsgebruik en drugsgerelateerde criminaliteit te verminderen. De ‘oorlog tegen drugs’ is volgens hen mislukt. Bruijn, docent en promovenda bij de vakgroep Algemene Rechtswetenschap van de rechtenfaculteit van de RUG, trekt daarentegen een andere conclusie. Dit doet zij op basis van haar onderzoek naar de regulering van cannabis in Nederland en Canada en de sluiting van drugspanden in Nederland en huisuitzettingen vanwege drugsgerelateerde criminaliteit in Nederland en de Verenigde Staten.

Beperkingen strafrecht

Het strafrecht beperkt de overheid in haar mogelijkheden om op te treden tegen drugscriminaliteit, zo constateert Bruijn. Dit komt onder andere door de langdurige juridische procedures, die onder meer het gevolg zijn van de rechtsbescherming die het strafrecht burgers biedt.

Daarnaast blijkt dat de traditionele strafrechtelijke aanpak weinig succesvol is: er is nog altijd veel drugscriminaliteit en drugsgebruik.

Internationale kritiek

In haar proefschrift laat Bruijn zien hoe overheden naar andere oplossingen zoeken. Sommige landen, waaronder Canada, zijn gebruik, bezit, verkoop en productie van bepaalde drugs gaan legaliseren. In Nederland is er al tientallen jaren een gedoogbeleid voor de verkoop van cannabis vanuit coffeeshops en start de overheid een proef met gereguleerde cannabisteelt.

“De VN-drugsverdragen blijken daarbij niet langer een hindernis”, zegt Bruijn in een interview in het Dagblad van het Noorden. “Die verbieden namelijk de legalisering van cannabis.” Op dit beleid is weliswaar internationale kritiek, maar van daadwerkelijke repercussies is geen sprake. De huidige ontwikkelingen laten zien dat zowel de Nederlandse als de Canadese regering de internationale verdragen eenvoudig aan de kant zet, aldus Bruijn.

Bestuurs- en privaatrecht

Overheden benutten in de strijd tegen drugscriminelen en drugsgebruik ook steeds meer het bestuurs- en privaatrecht. Hiervan is vooral de sluiting van drugspanden door burgemeesters een goed zichtbare maatregel. Drugsproducenten en -handelaars kunnen daardoor niet meer alleen met een strafrechtelijke veroordeling te maken krijgen, maar bijvoorbeeld door uithuiszetting of sluiting ook hun huis verliezen.

Onwenselijke gevolgen

Met het veranderen van een louter strafrechtelijke aanpak naar een ook bestuurlijke en civielrechtelijke aanpak, vervaagt de grens tussen verschillende rechtsgebieden, stelt Bruijn. Dit heeft volgens haar onwenselijke gevolgen voor de rechtsbescherming van burgers. Zij constateert dat het bestuurs- en privaatrecht aanzienlijk minder waarborgen bieden dan het strafrecht. “Zowel het recht op een eerlijk proces als het recht op huisvesting staan zwaar onder druk. De rechtsbescherming is nog niet aangepast aan deze alternatieve oorlog tegen drugs.”

Waar het strafrecht volgens haar wordt omvat door bescherming van mensenrechten en juridische waarborgen, ontbreken die vaak in het bestuurs- en privaatrecht. “Bij het strafrecht komt er standaard een rechtelijke toetsing”, licht Bruijn toe in een interview in het Friesch Dagblad. “Bij het bestuursrecht moeten mensen zelf de rechtsgang opzoeken als ze de sluiting van hun woning willen aanvechten.”

Minder streng

De rechtelijke toetsing is bovendien veel minder streng dan in het strafrecht, aldus de promovenda. “De rechter kijkt alleen of de sluiting binnen de bevoegdheid van de burgemeester past, en of de burgemeester in redelijkheid zijn of haar bevoegdheid heeft toegepast. En een burgemeester hoeft niet, zoals in het strafrecht, te bewijzen dat er sprake is van drugscriminaliteit. Het hoeft in het bestuursrecht alleen maar aannemelijk te zijn.”

Eerlijk proces

Bruijn denkt dat de gevolgen van bestuursrechtelijke maatregelen soms zelfs groter kunnen zijn dan een strafrechtelijke veroordeling. In de VS gaat dit volgens haar verder dan in Nederland, omdat mensen daar uit hun woning kunnen worden gezet als drugscriminaliteit in de nabijheid van hun huis veroorzaakt is door iemand uit het huishouden. In Nederland is dit nog niet zo ver, maar ook hier schuiven de bevoegdheden steeds verder op. Zo is het sinds 1 januari 2019 niet meer vereist dat er drugs in een pand worden gevonden om dit te kunnen sluiten; materiaal om drugs mee te maken volstaat.

Onderzoek

Welke gevolgen bestuursrechtelijke maatregelen zoals de sluiting van een drugspand hebben voor het gevoel van veiligheid dat burgers ervaren is bovendien nog onduidelijk, zegt Bruijn, die hier in opdracht van het ministerie van Justitie en Veiligheid onderzoek naar doet. “Het is best ingrijpend om mensen uit huis te zetten. Maar wat draagt het bij? Dat weten we nog niet.”

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven