In zijn scriptie onderzoekt Assamaual Saidi Rabah of de Raad voor de rechtspraak de rechterlijke onafhankelijkheid op effectieve wijze waarborgt. Aan de hand van een rechtsvergelijkend onderzoek naar raden voor de rechtspraak in andere Europese landen, analyseert hij de mogelijkheden tot hervorming van de Raad, zodat de rechterlijke onafhankelijkheid meer nadruk krijgt.
Efficiënter
Bij de totstandkoming van de Raad voor de rechtspraak in 2002 hebben doelmatigheidsoverwegingen een centrale plaats gekregen: de rechterlijke organisatie moest efficiënter. Dat heeft geleid tot een toezichts-en verantwoordingsstructuur die is opgetuigd tussen de gerechten, de Raad en de minister van Justitie en Veiligheid. Via het omvangrijke ministeriële bevoegdhedenarsenaal van de minister jegens de Raad voor de rechtspraak en van de Raad jegens de gerechten, is de rechterlijke organisatie kwetsbaar voor oneigenlijke druk vanuit de uitvoerende macht, stelt Saidi Rabah. Hij is tegenwoordig als onderwijs- en onderzoeksmedewerker verbonden aan de Universiteit Leiden. In 2022 won hij de Loyens & Loeff Tax Award.
Rechterlijke onafhankelijkheid
Vanwege de onverenigbaarheid met de bevoegdhedenregel, de rechterlijke onafhankelijkheid en het beginsel van machtenscheiding, is de regering bij de positionering van de huidige Raad ten onrechte uitgegaan van een ministeriële stelselverantwoordelijkheid voor het goed functioneren van de rechterlijke organisatie. Hoewel een stelselverantwoordelijkheid in wetgevende zin wel kan worden aangenomen voor het scheppen van de wettelijke voorwaarden om de rechterlijke organisatie goed te laten functioneren, kunnen op deze wetgevende verantwoordelijkheid geen bevoegdheden tot bestuurlijke maatregelen worden gebaseerd. “Ondanks dat de Raad voor de rechtspraak als buffer tussen de gerechten en de minister is geïntroduceerd, is de Raad niet in staat om de rechterlijke onafhankelijkheid op effectieve wijze te waarborgen”, concludeert Saidi Rabah. Hij schreef zijn scriptie bij Jerfi Uzman, hoogleraar staatsrecht aan de UvA.
Hervorming noodzakelijk
Om deze staatsrechtelijke uitgangspunten weer met elkaar in evenwicht te brengen en de waarborgfunctie van de Raad te versterken, is volgens Saidi Rabah een hervorming noodzakelijk die meer nadruk legt op de rechterlijke onafhankelijkheid en gelijkwaardigheid van de rechterlijke macht ten opzichte van de andere staatsmachten. Daarbij moet ook rekening worden gehouden met doelmatigheid. Mede geïnspireerd door de rechtspositie van raden in andere landen in Europa, stelt Saidi Rabah voor om te kiezen voor een grondwettelijke verankering en een positionering als Hoog College van Staat. Daarbij passen ook een niet-departementale begroting, getrapte en voorwaardelijke aanwijzings- en vernietigingsbevoegdheden en een democratisering van de benoemingsprocedure van de leden van de Raad.
Lees hier het onderzoek De Raad voor de rechtspraak en de onafhankelijkheid van de rechtsprekende macht.