Sander Dekker: ‘Ik baal ontzettend van de advocatenstaking’

Delen:

Sander Dekker
Sander Dekker (foto: Chantal Ariëns)

Minister Sander Dekker (Rechtsbescherming) “baalt ontzettend” van de aangekondigde advocatenstaking, zegt hij in een interview dat in het komende nummer van Mr. verschijnt. “Er zijn twee partijen nodig om dit probleem op te lossen”, vindt Dekker. “Door te praten: wat kunnen jullie doen, wat kan ik doen. Door de aangekondigde staking gaat veel tijd verloren, terwijl er nu echt iets moet gebeuren. Al die maanden dat we tegenover elkaar staan en niet in gesprek zijn is verloren tijd en brengt een oplossing niet dichterbij.”

Dekker zei aan het eind van het algemeen overleg over de financiering van de rechtsbijstand op 7 november in de Tweede Kamer dat hij geen geldmachine heeft staan op zijn ministerie. Toch zou hij gaan zoeken naar “potjes binnen zijn begroting”. Het zal niet gaan om de 25 à 30 miljoen euro die de Orde van Advocaten als noodoplossing voor volgend jaar vraagt, maar Dekker liet iets meer dan voorheen een kleine opening voor extra geld. Toen hij dit zei waren de tientallen advocaten die het debat bijwoonden al boos vertrokken.

Veel te lange discussie

De minister ligt al enige tijd overhoop met de advocatuur over de hervorming van de rechtsbijstand. Hij zegt tegen Mr. van harte te hopen dat hij de advocaten achter zijn plannen krijgt. “We moeten hier samen uitkomen.”

Dekker wil in het interview, dat eind oktober werd afgenomen, vooropstellen dat we niet zonder goede advocaten kunnen. “Zij vormen een onlosmakelijk onderdeel van de rechtsstaat.” Tegelijkertijd wil hij benadrukken dat de discussie over de rechtsbijstand “veel te lang” duurt. “Het was een van de opdrachten die ik meekreeg in het regeerakkoord: zorg dat de rechtsbijstand wordt hervormd. Met meer oog voor rechtzoekenden én een betere vergoeding voor advocaten. Ik zie dat het in die vergoeding echt knelt. Tegelijkertijd zegt het regeerakkoord: hervorm binnen de middelen die er voor staan.”

Europese top

Dekker stelt dat het bedrag dat we in Nederland aan rechtsbijstand uitgeven − jaarlijks ruim 400 miljoen − behoort tot de Europese top. Per hoofd van de bevolking is dat twee keer zoveel als in België en drie keer zoveel als in Duitsland. “Ook is het aantal toevoegingen in de laatste twintig jaar forser gestegen dan de bevolkingsgroei, met dertig procent. De sociale advocatuur heeft dus steeds meer op z’n bordje gekregen. Wanneer het werk meer wordt en de vergoeding blijft gelijk, dan loopt het vast. Je kunt dan twee dingen doen: extra geld erbij of de hoeveelheid werk wat terugbrengen zodat dit in balans is met de vergoeding. Die laatste route vind ik niet onredelijk en op onderdelen ook heel goed voor Nederland. We kunnen kritischer zijn op wanneer een rechtzoekende écht een advocaat nodig heeft omdat hij niet zonder kan en wanneer je zijn probleem op een andere manier kunt oplossen.”

Terugdringen overheidszaken

In de optiek van de minister kan dat door een betere eerste lijn aan de voorkant of door het terugdringen van het aantal zaken waarin de overheid zelf partij is. “Dat kan beter bij bestuursrechtelijke zaken en is lastiger bij straf- en asielzaken. Maar zo kan het beroep op rechtsbijstand wel wat afnemen, zodat we de vergoeding voor advocaten kunnen laten stijgen. Voor hen kunnen de tarieven naar verwachting met tien tot twintig procent omhoog, bovenop de jaarlijkse indexering. De eerlijkheid gebiedt ook te zeggen dat er minder werk voor toevoegingsadvocaten zal zijn. Maar wel beter betaald. De vraag is echter: voor wie doen we het? Ik kijk: wat heeft een rechtzoekende nodig. Soms een advocaat, soms juridisch advies via de eerste lijn, daarmee kunnen al veel mensen worden geholpen. Misschien wel sneller en eenvoudiger.”

Heel veel ruimte

Demonstraties en acties brengen volgens Dekker de oplossing niet dichterbij. ”Ik begrijp óók hun zorgen, maar ik kan het niet mooier maken. Ik kan niet voorkomen dat het leidt tot minder werk voor advocaten. We willen de toevoegingen terugbrengen met twintig, vijfentwintig procent, dan ontstaat er heel veel ruimte om de vergoedingen te verhogen.” Op de vraag of hij de stelselwijziging eenzijdig gaat opleggen als de advocatuur niet meewerkt, is het antwoord van Dekker: “We moeten hier samen uitkomen.”

Rechtspraakbrief

Een ander onderwerp dat Dekker in zijn portefeuille heeft is de Rechtspraak. Die kampt al een aantal jaar met financiële problemen. Op Prinsjesdag 2019 kondigde de minister in zijn ‘Rechtspraakbrief’ aan dat de Rechtspraak jaarlijks extra 95 miljoen euro extra krijgt. “De Rechtspraak staat financieel onder druk, ook omdat ingeboekte winsten door KEI nu niet worden gerealiseerd. We zorgen dat de Rechtspraak weer zwarte cijfers kan schrijven en er weer ruimte komt om te bouwen. Dat laatste is nodig, omdat de werkdruk enorm is en zaken soms te lang op de plank blijven liggen.”

Rechters met de trein

Dekker heeft met de Raad voor de rechtspraak afgesproken dat de achterstanden de komende drie jaar worden weggewerkt. Dat kan deels door de capaciteit te vergroten, al snapt de minister dat de Rechtspraak niet zomaar een blik rechters opentrekt. Het kan daarnaast ook door een andere manier van werken: gerechtsoverstijgend. “Meer denken vanuit het idee dat er in Nederland één Rechtspraak is, en als er in één arrondissement een probleem is, kan de rest daar niet zijn schouders over ophalen. Die solidariteit is ook nodig voor de Rechtspraak.” Rechters kunnen zo nodig elders worden ingezet, maar “zullen niet gedwongen worden te verhuizen. Het kan wel gebeuren dat ze af en toe de trein moeten nemen.” Volgens Dekker zijn er geen plannen om te tornen aan het aantal rechtspraaklocaties.

KEI

Over het digitaliseringsprogramma KEI, door velen betiteld als debacle, zegt de minister: “Het was geen succes. Als mensen er behoefte hebben om er een label op te plakken, prima. Ik noem het: geen succes. Althans niet in de volle omvang. Het beeld dat KEI volledig is mislukt en dat zoveel geld is weggegooid: volstrekt onterecht. Op een aantal rechtsgebieden heeft het wel degelijk geleverd wat het heeft moeten leveren. Niet bij civiel en bestuur. Omdat het vastliep heb ik niet voor niets op de rem getrapt. Voortgaan op de oude weg was geen optie.”

Koppen laten rollen

Heeft hij nooit overwogen om koppen te laten rollen bij de Raad voor de rechtspraak?  Dekker: “Daar ga ik niet over. Alleen de Raad gaat daarover. Maar zou dat iets hebben geholpen? Belangrijk was dat we vonden dat het zo niet langer kon. We moeten op een andere weg voort. Daarom is KEI afgeblazen en hebben we een nieuwe start gemaakt.” (…) Er is nu een nieuwe voorzitter, er ligt een nieuw plan voor digitalisering dat een stuk realistischer is, de Raad en de presidenten zitten op één lijn hoe dat moet worden aangevlogen. Zo werken we stap voor stap aan de digitalisering die zo vreselijk hard nodig is.”

Lees hier het hele interview.

Lees meer over:

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven