Direct na het verschijnen van het Belastingplan 2017 komen de recensies vanuit de politiek: ‘beleidsarm, visieloos en niet verrassend’. Voor juristen bevat het Belastingplan 2017 daarentegen voldoende verrassingen: onaangename, helaas. Op onderdelen is het Belastingplan aangegrepen om ‘misbruik’ te bestrijden. Vaak met terugwerkende kracht – wat vorige week nog niet belast was, wordt dat morgen alsnog.
Weliswaar komt terugwerkende kracht vaker voor, maar het gemak waarmee dat in het huidige Belastingplan is voorgesteld, is alarmerend. Ook de Raad van State constateert dit en plaatst een aanzienlijke hoeveelheid kritische rémarques in zijn wetgevingsadvies. Het navolgende citaat – handelend over de voorgestelde terugwerkende kracht bij de maatregelen op het terrein van de Vrijgestelde Beleggingsinstelling (VBI) en de doelvermogens (APV) – mag ik u niet onthouden:
“Behalve met een beroep op mogelijke anticipatie op deze maatregelen (…) en op het alsnog heffen (…) van belasting over constructies uit het verleden (…), wordt de terugwerkende kracht niet nader gemotiveerd. (…) Gelet op het voorgaande is het dan ook niet mogelijk om te beoordelen of er sprake is van de hiervoor genoemde bijzondere omstandigheden (“omvangrijk” oneigenlijk gebruik dan wel “aanmerkelijke” aankondigingseffecten) die een terugwerkende kracht kunnen rechtvaardigen.”
Het zal je gezegd worden! De reactie van de staatssecretaris van Financiën is van een ontluisterende logica:
“De terugwerkende kracht voorkomt dat er tussen bekendmaking en invoering ongewenst nieuwe gevallen bij komen. Hiermee rekening houdend bedraagt de verwachte opbrengst in totaal nihil. Het kabinet verwacht dat zonder terugwerkende kracht sprake zal zijn van aanmerkelijke aankondigingseffecten.”
Natuurlijk is een gerichte aanpak van belastingontwijking zeer belangrijk. Het tegengaan van belastingontwijking is essentieel voor de geloofwaardigheid van het belastingsysteem. Maar het invoeren van bezwarende belastingwetgeving met terugwerkende kracht is ook fnuikend voor de belastingmoraal. De wetgever treft dan evengoed het verwijt dat hij een ‘onbetrouwbare partner’ is, net als belastingontwijkers. Maatschappelijke opvattingen veranderen, wetteksten ook, maar belastingplichtigen moeten kunnen vertrouwen op de door de wetgever zelf geformuleerde wetteksten. Voor aanpassingen met terugwerkende kracht moeten zeer goede redenen worden aangevoerd. Als dat achterwege blijft, lijkt het woord ‘misbruik’ te worden misbruikt.