Specialisatie loont? Niet in de West!

Delen:

Op 14 april 2010 is Lucia de Berk door het gerechtshof Arnhem vrijgesproken voor de vermeende moorden en moordpogingen waarvoor zij eerder tot levenslang met TBS werd veroordeeld door de rechtbank en het gerechtshof Den Haag. Naar nu blijkt is het fout gegaan toen enkele conclusies van deskundigen over de waarden van digoxine door de rechters moesten worden geïnterpreteerd. Omdat de rechters van deze ingewikkelde materie geen kennis hadden, hebben zij zich door deskundigen laten voorlichten. Desalniettemin waren de rechters niet in staat deze deskundigenrapporten juist te interpreteren, met als gevolg een onjuiste veroordeling van een naar nu blijkt onschuldige Lucia.

Als deze zaak iets heeft aangetoond, dan is het wel dat specialisatie van de rechterlijke macht niet alleen wenselijk, maar hoogst noodzakelijk is. Dit is overigens ook de belangrijkste conclusie van het recent door de Radboud Universiteit Nijmegen in opdracht van de Raad voor de rechtspraak uitgevoerde onderzoek. De maatschappij wordt op alle vlakken steeds complexer, waardoor nadere specialisatie van de rechtelijke macht vereist is. Advocaten zijn hier jaren geleden al op ingesprongen. We kennen allemaal de grote advocatenkantoren die zijn opgedeeld in verschillende secties, maar er ontstaan ook steeds meer kleine nichekantoren die zich bewust op een klein aantal rechtsgebieden richten. Deze specialistische advocaten professionaliseren zich steeds verder door allerlei vakverenigingen op te richten en minimum vereisten te stellen aan de vakbekwaamheid. Rechter en advocaat moeten aan elkaar gewaagd zijn voor kwalitatief goede rechtspraak en rechters ontkomen er in Nederland dan ook niet aan zich verder te specialiseren. Niemand is er immers bij gebaat als een rechter door gebrek aan specialistische kennis niet in staat is inhoudelijke vragen te stellen tijdens een comparitie van partijen.

Maar gaat deze specialisatie-vlieger ook op in de Antillen en Aruba?

Uit de vorige week gepubliceerde ‘top 25 advocatuur’ van de Antillen en Aruba volgt dat bij slechts vier kantoren in het Caribische Koninkrijksdeel meer dan tien advocaten werkzaam zijn. Het leeuwendeel van de kantoren bestaat hier uit een of twee advocaten. Vanuit het ‘brood-op-de-plank-oogpunt’ zijn zij vaak genoodzaakt een algemene praktijk te voeren. De bij de grotere kantoren werkzame advocaten kunnen zich nog wel enigszins specialiseren, maar ook zij zullen – afhankelijk van het specialisme – in meer of mindere mate met andere rechtsgebieden te maken krijgen. De eilanden zijn simpelweg te klein zijn om fulltime met een rechtsgebied bezig te zijn.

Dit geldt overigens niet alleen voor de advocaten. Ook de rechters zullen zich hier met verschillende zaken bezig moeten houden. In tegenstelling tot Nederland is de samenleving hier juist gebaat bij rechters die breder georiënteerd zijn. Zo heeft Bonaire slechts één vaste rechter en Sint Maarten drie. Zij zouden weinig toegevoegde waarde hebben indien zij enkel in staat waren op een rechtsgebied recht te spreken. Dat zou namelijk betekenen dat voor het overgrote deel van de zaken collega’s van de andere eilanden zouden moeten worden ingevlogen. Daar komt bij dat de advocaten hier doorgaans minder gespecialiseerd zijn dan in Nederland het geval is, waardoor rechter en advocaat hier nog wel aan elkaar gewaagd zijn. Specialisatie loont? Niet in de West, wij zijn hier nog altijd gebaat bij een generalistische rechter.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Nieuwste berichten

Van onze kennispartners

Scroll naar boven