De zaak draait om advocaat en faillissementscurator Philippe Schol. Hij houdt kantoor in Nederland (Schol & Gorter Advocaten, Enschede), maar woont net over de grens in Duitsland. In juli 2018 benoemt de rechtbank Overijssel Schol als curator in het faillissement van een sportschool, een maand later ook in het faillissement van de holdingvennootschap van die sportschool, en weer twee maanden later in de faillissementen van de overige aan die sportschool verbonden vennootschappen.
Aangifte
Al deze vennootschappen kennen één feitelijk bestuurder (‘de sportschoolhouder’). Tegen hem liep al een strafrechtelijk onderzoek naar hennepteelt en wapenbezit, later kwam daar een onderzoek naar faillissementsfraude bij. In 2019 deed de curator aangifte tegen de sportschoolhouder vanwege meerdere misdrijven: bedreiging in de uitoefening van zijn werkzaamheden als curator (geseponeerd), en diefstal van en inbraak in de sportschool door de sportschoolhouder, en van witwassen door de sportschoolhouder.
Neergeschoten
De politie ontdekt dat de sportschoolhouder grote rancune heeft naar de curator. Die laatste krijgt thuis bezoek van twee Duitse politieagenten, die hem vertellen dat iemand hem wil vermoorden. Dat is geen loos alarm: op 6 november 2019 wordt de curator tijdens het uitlaten van zijn hond vlakbij zijn woning neergeschoten. Hij overleeft deze aanslag door snel optreden van zijn buren, maar loopt ernstig en deels blijvend letsel op. Twee schutters zijn door het gerechtshof te Arnhem veroordeeld voor deze poging tot moord op de curator. De schadevordering van de curator wordt door het hof deels toegewezen: tot een bedrag van in totaal € 284.154 aan materiële en € 100.000 aan immateriële schade. Omdat de verdachten cassatieberoep hebben ingesteld, heeft de curator deze bedragen nog niet gekregen. Wel heeft de Staat een voorschot van € 250.000 aan hem betaald.
Zorgplicht
In een procedure voor de rechtbank Den Haag vordert Schol (zijn advocaat: Richard Korver) dat de Staat hem een schadevergoeding moet betalen. Volgens Schol is de Staat ernstig tekortgeschoten in zijn zorgplicht: de Staat had maatregelen moeten treffen om zijn leven te beschermen. Nu dit niet is gebeurd, heeft de Staat onrechtmatig gehandeld en in strijd met artikel 2 van het EVRM (het recht op leven). De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of de politie een onjuiste inschatting (over Schols beveiliging) heeft gemaakt en of het niet voorkomen van de aanslag te wijten zijn aan onrechtmatige onzorgvuldigheid van de Staat. Maar Schol verliest zijn zaak.
Dreigingsniveau
Zelfs als de rechtbank ervan uitgaat dat de Staat het dreigingsniveau hoger had moeten inschatten en meer maatregelen had moeten nemen dan er zijn getroffen, dan nog is er geen causaal verband tussen dat tekortschieten en de door de curator geleden schade. De curator heeft onvoldoende onderbouwd dat er zodanige signalen voor het bestaan van een reëel en onmiddellijk levensgevaar waren – waarvan de autoriteiten kennis hadden of hadden moeten hebben – dat hij zodanig ingrijpend beveiligd zou zijn geweest, dat hij niet zou zijn neergeschoten.
Actie ondernomen
Het gevaar voor Schol begon vooral in oktober 2019, toen de sportschool is beschoten. Daarna hebben de autoriteiten actie ondernomen. Zo heeft de Staat onderzocht of er aanwijzingen waren voor een dreiging richting de curator. Ook al waren die er toen niet, toch heeft de Staat de Duitse politie gevraagd extra aandacht te hebben voor het woonadres van de curator. Het opsporingsteam dat de sportschoolhouder onderzocht is aangespoord om eventuele nieuwe informatie over een dreiging richting de curator door te geven. Kortom, de melding van de curator in oktober 2019 (van het beschieten van de sportschool) is serieus onderzocht maar er waren geen aanwijzingen dat de sportschoolhouder plannen had de curator neer te schieten.
Niet onrechtmatig
De rechtbank concludeert dat de Staat voorafgaand aan het neerschieten van de curator de beschermingsmaatregelen heeft genomen die pasten bij de informatie die toen voorhanden was. Van een schending van artikel 2 EVRM of onrechtmatig handelen door de Staat is daarom geen sprake. De vorderingen van de curator worden afgewezen.
Lees hier de uitspraak: ECLI:NL:RBDHA:2025:9569
