Langzamerhand benadert ook wetenschappelijk Nederland een afspiegeling van de vrouw/manverhouding in de samenleving. Dat blijkt uit cijfers van het CBS. In het academische jaar 2020/2021 was 50,1 procent van de gepromoveerden vrouw; het jaar daarvoor nog 49,7. In absolute aantallen zijn dat 2612 vrouwen tegenover 2607 mannen. Het blijft dus wel nek-aan-nek.
Rechtswetenschap
Het precieze aantal in de rechten gepromoveerde vrouwen blijkt niet uit deze CBS-cijfers, nu zij zijn meegenomen in het studiecluster ‘gamma’, tezamen met de sociale wetenschappen en bedrijfskunde. In deze categorie was het aantal vrouwen dat promoveerde in 2021 52%, een daling (maar nog altijd ruim meer dan de 30,5% in de techniek).
Meer in het vat
Al geven bovenstaande cijfers nog geen precies beeld over de rechtswetenschap, veel andere statistieken wijzen erop dat het aandeel vrouwen in de rechtswetenschap in de lift zit. Zo was in 2021 bijna één op de drie juridische hoogleraren vrouw, een aandeel dat bijvoorbeeld twee keer zo hoog is als in de economie.
Promovendae
In 2020 was het percentage vrouwen onder rechtenpromovendi (die hun proefschrift dus nog moeten afronden) 63,1%. Slechts het wetenschapsgebied Gedrag & Maatschappij scoort daarop (iets) hoger. Daarmee belooft de rechtswetenschap de komende tijd in toenemende mate te feminiseren. Volgens diezelfde data is het merendeel van het wetenschappelijk personeel aan de juridische faculteiten vrouw: 52,3%.