Stephanie Noguera (28) studeert de master Arbeidsrecht en de master Rechtswetenschappelijk onderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij verwacht juni 2023 af te studeren. Zij loopt stage bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag, afdeling Wetgeving, van september tot en met november 2022.
Waarom heb je voor een ministerie gekozen?
Het einde van mijn studietijd is in zicht. Ik was dan ook op zoek naar juridische beroepsmogelijkheden die aansluiten bij wie ik ben en wat mij drijft. Ik stond hierdoor open voor veel, waaronder ook voor mogelijkheden die minder voor de hand liggend zijn. In een gesprek met een hoogleraar hierover ben ik gewezen op het brede en afwisselende werkterrein binnen het ministerie SZW. Bij het horen van de mogelijkheden werd ik gelijk enthousiast en was de keuze voor deze werkgever dan ook snel gemaakt.
Wat waren je verwachtingen vooraf en zijn die uitgekomen?
Ik had een vrij abstract beeld van wat een wetgevingsjurist nou écht doet. Eerlijk gezegd wist ik niet eens van het bestaan van deze functie voordat ik erop gewezen werd. Het schrijven of wijzigen van wetteksten zal wel een belangrijk onderdeel zijn van de werkzaamheden, dacht ik. Wat ik niet verwachtte was dat, hoewel dit uiteraard het geval is, het tegelijkertijd ook maar een klein onderdeel betreft.
Je wordt betrokken vanaf het begin van het traject, wat betekent dat dan nog de vraag speelt wát het probleem nou precies is en of dat probleem door wet- en regelgeving aanpakken wenselijk is. Beleidsmatige en politieke aspecten van een onderwerp zijn daarbij zeer relevant. Pas daarna begint het schrijfwerk van de wetgevingsjurist.
Wat moet je zoal doen?
Als stagiair-wetgevingsjurist kreeg ik eigen verantwoordelijkheden en werd ik op verschillende manieren uitgedaagd om na te denken over maatschappelijke vraagstukken en mogelijke oplossingen. Zo kreeg ik op mijn eerste dag de opdracht om na te denken over opkomende risico’s op het snijvlak van arbeidstijden en arbeidsomstandigheden. Dit deed ik door onderzoek te doen en door zelf met beleids- en wetgevingscollega’s in gesprek te gaan. Mijn bevindingen heb ik gedeeld en deze werden ook daadwerkelijk opgenomen in stukken.
In de tussentijd werd ik overal bij betrokken en werd ik behandeld als een gewone collega. Zo nam ik deel aan de cluster- en afdelingsoverleggen, werd ik betrokken bij andere wetgevingstrajecten en heb ik samen met collega’s lezingen bijgewoond over actuele vraagstukken, zoals het klimaatprobleem en de opvang van vluchtelingen. Ik voelde mij hierdoor echt onderdeel van het team.
Wat zul je nooit meer vergeten van je stage?
Hoe belangrijk het is om fijne collega’s te hebben. Deze stage heeft niet alleen mijn ogen geopend voor een nieuw en interessant werkveld, maar ook het belang laten inzien van een positieve werkomgeving met leuke collega’s.
Wat was je ‘grootste blunder’ tijdens je stage? En je grootste succes?
Mijn grootste succes is dat ik samen met beleids- en wetgevingscollega’s een ministeriële regeling heb gewijzigd die vanaf januari 2023 in werking zal treden. Een blunder heb ik gelukkig niet gemaakt.
Wat is je meest gedenkwaardige ervaring?
De gezellige lunches op de dinsdagmiddag! Om de twee weken werd er door collega’s aan de deur geklopt met de vraag of mijn stagebegeleider en ik mee gingen lunchen en dat was elke keer weer erg gezellig.
Denk je op grond van je stage verder te gaan in dit beroep?
Zeker, het werk van de wetgevingsjurist spreekt mij erg aan: je houdt je bezig met uiteenlopende en interessante vraagstukken die er echt toe doen. Daarnaast pas je geen bestaand recht toe, maar creëer je nieuw recht en levert daarmee een belangrijke bijdrage aan de samenleving.