De minister wil in het nieuwe stelsel drie niveaus van toezicht op de advocatuur invoeren: lokale toezichthouders, een Landelijke Toezichthouder Advocatuur (LTA) die toezicht houdt op de lokale toezichthouders en een ‘blik van buiten’. De dekens verliezen misschien hun toezichthoudende functie.
Waarborgen
De LTA wordt ingebed binnen de NOvA, maar er zijn volgens Susan Kaak (lid van de Algemene Raad) voldoende waarborgen om de schijn van belangenverstrengeling te voorkomen. “Bestuurders van de LTA mogen niet actief zijn in andere geledingen van de advocatuur, de LTA benoemt het eigen personeel en is financieel onafhankelijk van de NOvA,” betoogde Kaak. Ze denkt dat het toezicht door de instelling van de LTA professioneler en efficiënter wordt. De Algemene Raad is met de minister en de dekens nog in gesprek over de vormgeving van de LTA.
CvA-lid Fred Schalker (fractie Den Haag) maakt zich grote zorgen over de financiële gevolgen van het nieuwe toezichtmodel. Hij voorspelt dat de kosten vooral voor de sociale advocatuur zwaar zullen wegen. “Ik wil niet dat dit uit de klauwen loopt.” Het CvA gaat een kernteam vormen dat meedenkt over de ontwikkeling van het toezicht.
Onder druk
Er is ook kritiek op de positie van de LTA. Voorzitter Jeroen Kremers van het College van Toezicht op de Advocatuur (CvT) stapte in september op omdat volgens hem de effectiviteit en onafhankelijkheid van het toezicht onder druk komen te staan binnen de LTA. Ook Kamerleden zetten vraagtekens bij de onafhankelijkheid van de LTA.