Stiefvader eist opvoedkosten terug

Het grootbrengen van een kind kost veel geld. Dit valt niet te betwisten. Afgelopen maand vond echter wel een heel bijzondere rechtszaak plaats. Een stiefvader vorderde van zijn stiefzoon een bedrag van 210.000 euro aan opvoedingskosten terug. Wat vond de rechter van deze opvallende eis?

Delen:

beeld: Depositphotos

De moeder en de biologische vader van de (stief)zoon hadden hun huwelijk in 1999 door echtscheiding ontbonden. In 2003 overleed de biologische vader van de (stief)zoon. Op dat moment was de huwelijksgemeenschap nog niet verdeeld. Het onverdeelde deel van de vader behoorde tot zijn nalatenschap en de (stief)zoon was de enig erfgenaam. In 2005 is de moeder getrouwd met nieuwe man waardoor de zoon een stiefvader kreeg en stiefzoon werd.

In 2010 heeft een notaris vier memorandums opgesteld naar aanleiding van de aanspraak van de stiefzoon op de nalatenschap van zijn biologische vader en de onverdeeldheid van de panden tussen zijn biologische vader en moeder na de echtscheiding. In de notariële akte tussen de moeder, stiefzoon en stiefvader stond onder andere dat de biologische vader geen of nauwelijks financiële bijdrage heeft geleverd aan de opvoeding van de stiefzoon waardoor de stiefvader deze kosten voor zijn eigen rekening had moeten nemen. De stiefvader vorderde in dit geding van zijn stiefzoon een bedrag van 210.000 euro aan opvoedkosten

De rechtbank oordeelt dat er voor de stiefvader na het huwelijk met de moeder een zelfstandige onderhoudsverplichting ten aanzien van zijn stiefzoon was ontstaan. Hierdoor kan de stiefvader gedurende de veertien jaar dat hij met de moeder van zijn stiefzoon was gehuwd geen vergoeding vragen.

In strijd met de goede zeden

Volgens de rechtbank is niet duidelijk waarom de biologische vader niet heeft bijgedragen aan de opvoedingskosten van zijn zoon. Het kan de zoon echter volgens de rechtbank niet worden verweten dat zijn biologische vader niet aan de kosten van zijn opvoeding heeft bijgedragen. Desondanks is in de akte vastgesteld dat de stiefzoon dit moet compenseren door zelf bij te dragen aan zijn opvoedkosten. Ten tijde van het ondertekenen van deze akte was de stiefzoon nog in belangrijke mate afhankelijk van zijn stiefvader en vormde tezamen met zijn moeder, stiefvader en de uit hun huwelijk geboren kinderen een gezin. Tijdens het ondertekenen van de akte wist de stiefzoon ook nog niet van de omvang van het vermogen dat hij van zijn biologische vader had geërfd (een aanzienlijk bedrag).

De rechtbank komt tot het oordeel dat onder deze omstandigheden er voor de stiefzoon geen verplichting bestaat die tot gevolg heeft dat hij de vererving van zijn biologische vader moet aanwenden om de kosten van zijn opvoeding over de periode dat zijn biologische vader nog leefde zelf moet dragen. De akte is in strijd met de goede zeden en daardoor nietig. De stiefzoon kan opgelucht ademhalen en hoeft zijn eigen opvoedingskosten niet te betalen.

 

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven