Tim de Greve grilt cliënt én wederpartij

Tim de Greve voert een langdurig en fel gevecht tegen de aantasting van het verschoningsrecht van advocaten. De in procesrecht gespecialiseerde Stibbe-advocaat pakt het Openbaar Ministerie hard aan in de ‘zaak-Castor’, heeft een serie overwinningen geboekt bij de rechter en is niet bang om man en paard te noemen. “Als wij zwichten, wie stelt deze misstanden dan aan de kaak?”

Delen:

Tim de Greve-verkleind
foto: Geert Snoeijer

Aan het begin van het gesprek verontschuldigt hij zich dat hij een beetje duf is. Weinig geslapen de afgelopen nacht omdat zijn twee jongens (4 en 5 jaar oud) nogal druk waren. “Mijn vrouw is een paar dagen in het buitenland, dus ik sta er nu even alleen voor.” Van vermoeidheid is tijdens het interview evenwel niets te merken, integendeel. Tim de Greve toont zich welbespraakt en vuurt onophoudelijk antwoorden, meningen en anekdotes af. Om zijn woorden kracht bij te zetten slaat hij, als hij misstanden ter sprake brengt, soms met de vlakke hand op tafel: “Het zaakje stinkt.”
Dat laatste slaat dan op de zaak waarmee hij – vooral binnen juridisch Nederland, maar ook bij het grote publiek – bekend is geworden: de controverse rond vermogensbeheerder Box Consultants. Ook wel de zaak-Castor genoemd.

Vrije denkers

De Greve raakte bij die zaak betrokken door zijn kantoorgenoot Daan Doorenbos, die is gespecialiseerd in ondernemingsstrafrecht. “Je hebt binnen kantoor altijd je eigen vriendjes en vriendinnetjes”, vertelt hij. “Een daarvan is Daan. Als een van ons klem zit in een zaak, gaat hij bij de ander te rade. ‘Wat vind jij hier nou van, los van alle regels?’ Gewoon als je je intuïtie volgt?’”

Wat advocaten doen, is meestal heel comfortabel, zegt hij. “Kijken wat de regels zijn. Maar we moeten goed beseffen dat het geschreven recht en de jurisprudentie altijd achterhaald zijn: die zijn ook maar geschreven door mensen in een bepaalde tijd in een bepaalde context. Die zijn nooit voor jouw zaak geschreven. Er zijn juristen die zeggen: ‘Waar staat dat het kan? Nergens? O, dan kan het niet.’ Je kunt ook zeggen: ‘Waar staat dat het niet kan? Nergens? O, dan moet het dus wel kunnen.” Deze denkwijze vergt echte vrije denkers en die zijn volgens De Greve dun gezaaid binnen de advocatuur. “Mensen die voor rechten kiezen houden van de vastigheid van regels en structuur, en dat combineert lastig met vrij denken.”

Doorenbos kwam naar De Greve met een brief uit  2009 op papier van de Amerikaanse belastingdienst IRS, waarin zijn cliënt Box Consultants werd beschuldigd van grootschalige fraude die onderdeel zou zijn van de affaire rond de beruchte investeerder Bernie Madoff. Doorenbos had ambtenaren van de Belastingdienst daarover onder ede gehoord, en die zeiden dat ze geen twijfel hadden aan de echtheid van de brief. “Maar het voelt gewoon niet goed”, zei Doorenbos. “Is die brief wel echt?”
Box Consultants heeft veel bekende klanten, onder wie leden van het Koninklijk Huis, en ligt als high profile bedrijf snel onder een vergrootglas. “Er zaten geen bewijsstukken bij de brief, maar het Openbaar Ministerie en de Belastingdienst zijn toch als een dolle losgegaan op Box”, vervolgt De Greve. Doorenbos en hij voelden aan hun water dat de zaak niet klopte. De Greve schakelde een native speaking Amerikaan in. Die zei: zo schrijft een Amerikaan niet. “Verdomme jongens, we hebben beet”, dacht hij toen.
Vervolgens zetten hij en zijn kantoorgenoten hun tanden erin, en lieten niet los. “Eerst grillen we de cliënt: je kunt beter mij in de vertrouwelijkheid alles vertellen, anders word je door de rechter of de tegenpartij gegrild. Ik kan mijn cliënt horendol maken met mijn vragen. Ik kan als advocaat alleen de onafhankelijke en partijdige belangenbehartiger zijn als ik alle informatie krijg. Ik wil niet op zitting voor verrassingen komen te staan. Juist informatie die nadelig is voor de cliënt moet ik weten, zodat ik die in het juiste perspectief kan plaatsen.”

Zonderlinge boekhouder

Wie wil jou een hak zetten?, wilde De Greve weten. Box kon niemand anders bedenken dan een zonderlinge boekhouder die zomaar ontslag had genomen. “We hadden een vreemd gevoel bij deze man. Hij was in de vijftig, woonde nog bij zijn ouders. Daar zijn we verder op gaan onderzoeken en we vonden aanknopingspunten voor het vermoeden dat hij wel eens de schrijver van de IRS-brief kon zijn. We hebben civiel bewijsbeslag gevraagd en gekregen, en zijn toen met een deurwaarder binnen geweest. We vonden de brief op zijn computer, met nog veel meer rare dingen, zoals vervalst briefpapier van de Mossad, van de Nederlandse en Belgische belastingdienst, vliegbrevetten, uniformen, gaspistolen. Op dat moment beseften we: ‘dit is heel groot’. We vonden bewijs dat de brief vals was, en daarmee kwamen de verklaringen van de opsporingsambtenaren dat de IRS de echtheid van de brief heeft bevestigd in een vreemd daglicht te staan.”
Die kán niet geverifieerd zijn, zegt De Greve. “We hebben zelf aan de IRS gevraagd of de brief echt was en kregen binnen 24 uur antwoord: hartstikke vals. Als wij dat met één briefje konden achterhalen, moeten de FIOD en het OM allang geweten hebben dat die brief vals was. Maar zelfs nadat wij onze zorgen daarover hadden geuit, bleven de FIOD en het OM zeggen dat de echtheid was geverifieerd.”

3.115 e-mails

Voordat de Stibbe-advocaten deze brief in 2017 onder ogen kregen, was er al veel gepasseerd in de zaak. Het begon met een fiscaal onderzoek, waarbij medewerking verplicht is. De mensen van Box, zich niet bewust van de ‘IRS-brief’, beantwoordden vragen van de fiscus. Ambtenaren deden eindeloos boekenonderzoek, maar een relatie met de Madoff-affaire was er niet. “Het OM dacht dat onze cliënt de fraudebewijzen goed had verstopt”, vermoedt De Greve. Dat kan verklaren dat de FIOD op 17 maart 2015 een inval deed bij de vermogensbeheerder: een bestuurder ging in voorlopige hechtenis, de administratie werd in beslag genomen en Box schakelde Stibbe in, omdat het nu een strafzaak bleek te zijn in plaats van een fiscaal onderzoek.

De Stibbe-advocaten deden met het oog op de strafzaak onderzoek bij Box, en meldden dat aan de toezichthouders AFM en DNB. Maar hun verschoningsrecht beschermde hen niet tegen een inbreuk door het OM in september 2015. Want toen vroeg het OM in het geheim de hele mailbox van Box Consultants op bij de provider van het bedrijf. De Greve: “Het OM wist van de toezichthouders dat wij onderzoek deden, wist ook dat onze onderzoeken diepgravend zijn en dat de cliënt zou leeglopen. Dan is het voor het OM wel fijn om stiekem een vertrouwelijk rapport van Stibbe te zien.” Zo kreeg het OM de beschikking over 3.115 e-mails tussen Stibbe en Box.

Zo lek als een mandje

Stibbe ontdekte dat pas jaren later bij toeval, als bijvangst van een tuchtklacht van het OM tegen BDO, de accountant van Box. De klacht van het OM werd ongegrond verklaard, maar voor Stibbe was dit het sein om de aanval op het OM te openen, en rechters gingen daar een heel eind in mee. De Greve en Doorenbos kregen de beschikking over interne mails van het OM waaruit valt af te leiden dat officieren van justitie en opsporingsambtenaren wisten dat ze in overtreding waren door die mails te hebben. Het OM verweerde zich door te zeggen dat alle mails eerst worden beoordeeld door een geheimhoudersofficier en die beslist: wel of niet verschoningsrecht. Alles wat onder het verschoningsrecht valt wordt niet bekeken door de zaaksofficier en het opsporingsteam, stelde het OM. Maar Stibbe ontdekte dat dit systeem zo lek is als een mandje. Voordat de geheimhoudersofficier werd ingeschakeld hadden opsporingsambtenaren de vertrouwelijke mails al ingezien en verspreid.

Om de waarheid boven tafel te krijgen eisten De Greve en zijn team interne mails en een intern logboek op. Daaruit bleek onder meer dat de geheimhouders­officier heeft bevolen om alle geheime mails te vernietigen, maar omdat de zaaksofficier het daar niet mee eens was, is dat niet gebeurd. Ook kwam uit dat opsporingsambtenaren die niks met de zaak-Castor te maken hadden, in de dossiers konden kijken.

Een groot aantal opsporingsambtenaren en officieren ging tijdens getuigenverhoren op de Stibbe-grill. De advocaten stelden venijnige detailvraagjes die de weg moesten effenen naar onderliggende waarheden. Vragen als: Zaten er tabbladen in die mappen met vertrouwelijke mails? Waarom zijn die tabbladen er nu uit? Misschien omdat u de e-mails heeft gekopieerd? Wie heeft die mappen vanuit het FIOD-kantoor in Eindhoven naar de geheimhoudersofficier in Den Bosch gebracht? O, was dat de teamleider van het strafrechtelijk onderzoek tegen Box die die mails helemaal niet mocht inzien? Ja, maar hij heeft beloofd er niet in te kijken. Waar is die map nu? In de kamer van het opsporingsteam. O, dus dan kan iedereen erbij? Ja. Et cetera. Vaak konden getuigen zich dingen niet herinneren, tot afgrijzen van De Greve. “Daar sta je dan, het is om woedend van te worden.”

Twintig rechtszaken

Tot nu stonden Stibbe en het OM (bijgestaan door de landsadvocaat Reimer Veldhuis van Pels Rijcken) in meer dan twintig civiele en strafzaken tegenover elkaar. Op de belangrijkste punten heeft Stibbe gelijk gekregen. De rechter oordeelde dat de IRS-brief overduidelijk vals was, wat haaks staat op de bewering van de opsporingsambtenaren. De rechter veroordeelde de boekhouder tot betaling van meer dan een miljoen euro aan Box en oordeelde dat in het dossier geen enkele aanwijzing te vinden is dat Box schuldig is aan fraude. De rechter is van mening dat het OM het verschoningsrecht van Stibbe structureel en langdurig heeft geschonden door de 3.115 e-mails in beslag te nemen. Ook is volgens de rechter komen vast te staan dat mensen van het opsporingsteam en het OM de vertrouwelijke e-mails hebben gelezen en verspreid. Daarnaast heeft de Hoge Raad in deze zaak voor het eerst geoordeeld dat iedere advocaat een eigen recht heeft om het OM wegens schending van verschoningsrecht aan te spreken.

“Wat is groter?” vraagt De Greve zich af. “Het klakkeloos overnemen van de aantijgingen in de IRS-brief, het liegen daarover, het schenden van verschoningsrecht of het ook daarover liegen? Het zijn allemaal uitingen van een overheidsorganisatie die niet deugt. Een rechtsstatelijke doodzonde.” Dat brengt hem tot de boude stelling: “Zolang het OM de zaken niet op orde heeft, vind ik dat het OM naast de verdachte moet staan, en niet, zoals nu op een verhoging naast de rechter.”

Dure plicht

De Greve benadrukt meerdere keren dat hij veel plezier beleeft aan zijn werk. Hij maakt geintjes met rechters en advocaten van de wederpartij, hij vertelt er smakelijk over. Maar bij de zaak-Castor valt er inhoudelijk niet zo veel te lachen. Hij vindt dat advocaten veel harder moeten vechten tegen schendingen van de rechtsstaat. “Juist als advocaten bij grote kantoren hebben we die dure plicht. Wie doet het anders? Degenen die het kunnen en daarvoor de middelen hebben moeten het zeker doen: beroepsorganisaties, grote kantoren, grote ondernemingen. Je moet als grote onderneming goed nadenken of je schikt in een strafzaak. Ik kan me voorstellen dat je, ook al ben je onschuldig, schikt omdat dat op de korte termijn het voordeligst lijkt. Maar als iedereen dat doet, en het OM daar een businessmodel in ziet, dan zagen we aan de wortels van de rechtsstaat.” Over wat de verschoningsrechtzaak allemaal aan het licht heeft gebracht zegt hij: “Dit is een oncomfortabele waarheid die niemand graag wil horen, maar die je onder ogen moet zien.”

Stibbe maakt ruzie met grote namen als het OM en Pels Rijcken. Dat kan nadelig zijn voor jullie reputatie.
“Wij maken met niemand ruzie, we houden mensen en organisaties een spiegel voor en confronteren hen met hun eigen misdragingen.  Als mensen dat vervelend vinden is dat louter de consequentie van hun tekortkomingen. Als er nadelen aan zijn, dan zijn dat ongeoorloofde nadelen, en hebben we des te meer reden om er hard in te gaan. Als wij daarvoor zwichten, wie stelt deze misstanden dan aan de kaak? Ik ben er trots op dat mijn kantoor ons – Daan en mijzelf en uiteraard ook de kantoorgenoten die meewerken in deze zaak – de ruimte geeft om deze principiële en prachtige zaak te doen.”

Wat zegt uw aanpak van deze zaak over hoe u uw taak als procesadvocaat ziet?
“Het belang van de cliënt en de goede rechtsbedeling staan bij mij altijd op nummer 1. Je moet wel kunnen relativeren, je dus niet vereenzelvigen met je cliënt. Er wordt hier ook veel gelachen, anders houd je het niet vol. In de verschoningsrechtzaak zie je één kant van mij. Ik heb veel zaken die ik juist zo klein mogelijk en buiten de pers wil houden.”

Wat zijn dat voor zaken?
“Situaties waarmee bedrijven niet geassocieerd willen worden, het moet gewoon weg of worden opgelost. En mijn rol is dat voor elkaar te krijgen. Soms moet je gewoon dingen doen, en de oplossing is lang niet altijd strikt juridisch.”

De Greve had een klant die af wilde van een samenwerking met een zakenpartner, die een crimineel bleek te zijn. “Hij zei: ‘Tim, weg ermee, ik wil niets meer met hem te maken te hebben, los het op.’  Terwijl de zakenpartner in de gevangenis zat, hebben we de joint venture opgedoekt. Iedereen een exitbetaling, pand sluiten, huurcontracten ontbinden. We gaan het gewoon zo doen, en we merken het wel of iemand een verbod in kort geding of schadevergoeding achteraf zal vorderen. Dat moet je wel durven als advocaat. Ik zei: ‘Je kunt ook een lang memo van 48 pagina’s en 200 voorbehouden van me krijgen, maar dit moet je volgens mij zo doen.’”

U procedeert over verschillende rechtsgebieden en verschillende onderwerpen. Hoe bereidt u zich voor?
“Voor andere rechtsgebieden werk ik samen met collega’s van andere praktijkgroepen van Stibbe. En ik verdiep me graag in dingen. Ik weet bijvoorbeeld achterlijk veel over postzegels, omdat ik jarenlang over de waarde van postzegels en postzegelfraude heb geprocedeerd. Ik ga dan naar het sorteercentrum om te zien hoe zo’n postzegel gescand wordt en verdiep me in het historische productieproces. Ik weet veel van violen omdat ik heb geprocedeerd over een Stradivarius. Mensen worden wel eens tureluurs van me, want ik wil alles weten.”

Stuntvliegen

Stilzitten is duidelijk niet besteed aan De Greve. Hij haalde binnen acht maanden zijn vliegbrevet − “niet op een klein grasbaantje, maar in Rotterdam” − en mag nu meerdere types vliegtuigen vliegen. Haalde ook zijn stuntbrevet en later een racelicentie en een rallylicentie. Maakte voor Wolters Kluwer in een stuntvliegtuigje, gekleed in toga, een promotiefilmpje voor een collegebundel.   (Terwijl de piloot capriolen boven de Maasvlakte uithaalt, roept De Greve dat hij “ondersteboven” en “in de wolken” van de wettenbundel is.)
“Ik vind het proces van leren heel leuk”, zegt hij. “Uit je comfortzone gaan, de grenzen van je eigen kunnen opzoeken en je blijven ontwikkelen. Het is als advocaat halverwege je carrière misschien gemakkelijk of zelfs verleidelijk om op routine door te gaan tot je pensioen. Dan stop je dus eigenlijk met jezelf verder te ontwikkelen.”

Onjuiste prikkel

Iets heel anders: het Netherlands Commercial Court (NCC), waar volgens ­Nederlands recht in het Engels geprocedeerd kan worden, bestaat vier jaar. Heeft u daar geprocedeerd?
“Nee, en ik denk dat ik het ook niet snel zal doen. Het NCC en de daaraan verbonden rechters promoten hun eigen rechtbank, er zijn promotiefilmpjes gemaakt en het lijkt erop dat kosten noch moeite worden gespaard om meer zaken bij het NCC te krijgen. Die middelen had de Rechtspraak volgens mij veel beter kunnen besteden aan verbetering en versnelling van de gewone rechtspraak. Je komt bij het NCC rechters tegen die de instantie hebben gepromoot om meer zaken hun kant op te krijgen. Ik vind daar een onjuiste prikkel vanuit gaan die niet erg bij overheidsrechtspraak past. Ik kan mij voorstellen dat een NCC-rechter die eerst probeert zaken binnen te hengelen, er moeite mee heeft om zich onbevoegd te verklaren.”

Daar komt nog bij, zegt De Greve, dat je als advocaat niet je beste werktuig moet afstaan. “Taal is in woord en geschrift het belangrijkste gereedschap van een procesadvocaat, dus waarom zou ik dat uit handen geven? Omdat mijn cliënt Engelstalig is? Ik kan alles laten vertalen. De meeste Nederlandse advocaten zijn bovendien geen native speakers van de Engelse taal en beheersen de subtiliteiten niet. Dan zit je met Nederlandse rechters en Nederlandse advocaten steenkolenengels te praten. Wat een poppenkast!”

Fundamenteel ingrijpen

Hoe is nu de stand Stibbe-OM?
“We hebben veel overwinningen geboekt. Alle kernpunten zijn in ons voordeel beslecht. Dat we interne e-mails en het geheimhoudersjournaal konden inzien is uniek. Deze zaak gaat nog jaren duren. Tenzij het kwartje valt bij het OM en ze toegeven dat ze fout zitten en een fundamenteel andere werkwijze gaan toepassen.”

Er moet volgens De Greve fundamenteel worden ingegrepen door de rechter, de top van het OM en de politiek. “Wat ook kan, is dat alleen de rechter hard ingrijpt, en de werkwijze van het OM integraal verboden wordt. In alle gevallen liggen het OM en de FIOD de komende jaren nog stevig onder het vergrootglas.”

 

‘Openbaar Ministerie gaat vaker in de fout’

Tim de Greve zegt dat het Openbaar Ministerie het verschoningsrecht van advocaten niet alleen heeft geschonden in de zaak-Castor. “Ook in andere zaken ging het OM in de fout”, stelt hij.

De Greve verwijst naar een recente zedenzaak bij de rechtbank Overijssel. Hier werd het verschoningsrecht van ouderlingen van de Jehova’s Getuigen geschonden. De rechtbank overweegt in haar vonnis: “De ernstige, grootschalige en voortdurende inbreuken op de regelgeving die het verschoningsrecht moet waarborgen ondergraven het vertrouwen van de burger in dat wat hij in vertrouwen met een geheimhouder bespreekt, ook geheim blijft.” Het Openbaar Ministerie werd op 15 augustus niet-ontvankelijkheid verklaard (ECLI:NL:RBOVE:2023:3322).
In een witwaszaak werd het OM eveneens op de vingers getikt wegens schending van het verschoningsrecht (ECLI:NL:RBROT:2022:5019) . De rechtbank Rotterdam oordeelde op 22 juni 2022 streng over de handelwijze van het OM: “De wijze waarop politie en officier van justitie met het verschoningsrecht in deze zaak zijn omgegaan, laat ook zien dat er geen sprake is van een incident. Het is de rechtbank ambtshalve bekend dat het Openbaar Ministerie ook in andere zaken onzorgvuldig omgaat met geheimhoudersinformatie.”
(In een eerdere versie van dit bericht is ten onrechte gemeld dat het Openbaar Ministerie ook in de zaak tegen Inez Weski het verschoningsrecht heeft geschonden. De rechter heeft zich hierover echter nog niet over uitgesproken).

 

 

Meer weten over deze organisatie(s)?

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven