To vote or not to vote? That’s the question…

Delen:

Tijdens het referendum dat in 2004 was gehouden kon de Bonaireaanse burger kiezen voor de volgende opties: i) een directe band met Nederland; ii) een onafhankelijk land; iii) een autonoom land binnen het koninkrijk of iv) een eilandgebied van de Nederlandse Antillen. De bevolking heeft massaal gekozen voor de directe band met Nederland. Deze optie is vervolgens door de bestuurders van Bonaire in samenspraak met Nederland nader ingevuld met als eindresultaat dat Bonaire, samen met Saba en St. Eustatius, deel zal gaan uitmaken van Nederland in de vorm van een ‘openbaar lichaam’. Althans, dat was het idee.

Nadat echter in 2009 op Bonaire een politieke wisseling van de wacht heeft plaatsgevonden en de oppositiepartijen opeens in de regering zaten, stelden de bestuurders – ingegeven door onvrede over de wijze waarop invulling werd gegeven aan de directe band met Nederland – zich plotsklaps op het standpunt dat de bevolking van Bonaire nimmer in staat was gesteld zich uit te laten over deze invulling. Dat zij deze politieke ommezwaai ook nog met een juridische grond konden onderbouwen, was mooi meegenomen. En met een beroep op de United Nations Resolution 1541 (Principle IX) is uiteindelijk eind 2009 besloten dat alsnog een referendum moest worden gehouden waarbij de bevolking zich expliciet zou kunnen uitlaten over de invulling van de directe band met Nederland in de vorm van een ‘openbaar lichaam’. Toen is besloten daar gelijk ook maar een alternatief voor aan te bieden in de vorm van een ‘vrije associatie’. Dat al vanaf 2007 uitvoering wordt gegeven aan de gemaakte afspraak dat Bonaire onderdeel zal gaan uitmaken van Nederland en al het verrichte werk (misschien) voor niets is gedaan, is niet bepaald efficiënt. Maar het is niet anders. Het zonder goedkeuring van de bevolking in strijd met het internationale recht doorvoeren van het ingezette traject is immers ook geen serieuze optie.

Met de vaststelling dat er een referendum moest komen begon het eigenlijk pas echt. Er werd een referendum commissie ingesteld die het voorwerk moest doen en door de Verenigde Naties is een advies afgegeven waarin een aantal aanbevelingen is gedaan over de organisatie van het voorgenomen referendum. Deze aanbevelingen hadden onder andere betrekking op de datum van het te houden referendum; de vraagstelling die aan de bevolking zou worden voorgelegd; het bereiken van consensus in de Eilandsraad bij de vaststelling van de referendumverordening en de beperking van de stemgerechtigden. De aanbevelingen zijn echter niet opgevolgd en de ontwerp eilandsverordening is op 29 januari 2010 door de Bonaireaanse Eilandsraad goedgekeurd. Met vijf stemmen voor en vier stemmen tegen staat echter vast dat van consensus in ieder geval geen sprake was.

Nog geen drie dagen later heeft de gezaghebber van Bonaire met een beroep op artikel 98 van de Eilandenregeling Nederlandse Antillen de afkondiging van de eilandsverordening opgeschort omdat deze in strijd zou zijn met het internationale recht. De gezaghebber verwijst daarbij naar de aanbevelingen die in het VN rapport waren opgenomen, maar uiteindelijk geen weerslag hebben gevonden in de eilandsverordening.

Interessant is de in de eilandsverordening opgenomen bepaling over het stemrecht. Deze luidt – voor zover die betrekking heeft op Nederlanders – als volgt:

Stemgerechtigd bij het referendum zijn degenen, die vijftig dagen voor de datum van het referendum ingezetenen van het eilandgebied Bonaire zijn, mits zij Nederlander zijn en op de dag van het referendum de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt, met dien verstande dat niet in de Nederlandse Antillen geboren Nederlanders stemgerechtigd zijn indien zij niet later dan op 1 januari 2007 ingezetene waren van Bonaire.

Met andere woorden: het stemrecht van de zogenoemde ‘Europese Nederlander’ wordt beperkt. Zij mogen namelijk alleen stemmen als zij vóór 1 januari 2007 op Bonaire zijn gaan wonen. Als u zich afvraagt wat een Europese Nederlander is – de Rijkswet op het Nederlanderschap kent dit onderscheid namelijk niet – merk ik op dat we in het Koninkrijk tegenwoordig onderscheid maken tussen de Nederlander met en de Nederlander zonder Caribische roots. De Nederlander met Caribische roots mag gelet op de eilandsverordening namelijk wel stemmen als hij na 1 januari 2007 op Bonaire is komen te wonen.

Dit onderscheid is gemaakt omdat volgens de bestuurders van Bonaire alleen zij die een sterke band hebben met het eiland, zouden moeten mogen stemmen over de toekomst van het eiland. En omdat op 1 januari 2007 is begonnen met het proces voor de invulling van de directe band met Nederland, worden de Europese Nederlanders die na genoemde datum op het eiland zijn komen wonen verondersteld geen sterke band te hebben met het eiland.

De gedachtegang kan ik op zich wel volgen. Waarom iemand stemrecht geven over de toekomstige staatkundige structuur van een eiland, als deze persoon geen binding heeft met dat eiland. Maar dan dienen de criteria op grond waarvan moet worden beoordeeld of iemand wel of geen band heeft met het eiland, wel zorgvuldig te worden geformuleerd. En daarvan is op dit moment geen sprake. De eilandsverordening koppelt de band – voor zover het Nederlanders betreft die na 1 januari 2007 op Bonaire zijn gaan wonen – volledig aan de geboorteplaats. Dit lijkt mij vrij willekeurig en daarmee wordt lang niet altijd de doelgroep wordt bereikt. Zo mag op grond van de eilandsverordening de Europese Nederlander die niet op Bonaire is geboren, maar wel op Bonaire is opgegroeid en bijvoorbeeld na zijn studie in Nederland op 2 januari 2007 weer op Bonaire is gaan wonen, niet stemmen. Zelfs niet indien hij uit twee Bonaireaanse ouders is geboren. Niet is vol te houden dat deze personen geen sterke band hebben met het eiland enkel en alleen omdat zij de ‘pech’ hadden om elders ter wereld te komen. Daar staat tegenover dat op grond van de eilandsverordening de elders in de Antillen geboren Nederlanders die na 1 januari 2007 op Bonaire zijn gaan wonen, wel mogen stemmen. De logica daarvan ontgaat me volledig nu iemand die op Curaçao, St. Maarten, St. Eustatius of Saba is geboren, niet per se een sterke band met Bonaire hoeft te hebben.

De bal ligt nu bij de Gouverneur. Die heeft dertig dagen de tijd om een beslissing te nemen en deze termijn kan eenmalig met nog dertig dagen worden verlengd. Als de Gouverneur beslist dat van strijd met internationale regels geen sprake is, dan zal de gezaghebber de eilandsverordening alsnog moeten afkondigen en zal het referendum overeenkomstig de eilandsverordening moeten plaatsvinden. Is de Gouverneur echter van mening dat wel sprake is van strijd met internationale regels, dan zal het referendum zoals in de eilandsverordening opgenomen geen doorgang vinden. Wat er dan wel zal gebeuren is vooralsnog niet duidelijk. Only time will tell…

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven