De Tweede Kamer merkt op dat de financiële gevolgen van het wetsvoorstel per beroepsgroep uiteen lopen. Een aantal fracties, zoals die van de VVD en de PvdA, staan in beginsel positief tegenover het doorberekenen van de kosten, omdat het zowel als een financiële prikkel kan werken (het leidt tot efficiënt werken) als tot een prikkel om de kwaliteit en integriteit te verbeteren en laagdrempeliger vormen van klachtafhandeling te stimuleren.
Het CDA vraagt zich af hoe de beroepsgroepen de kosten zullen opvangen. Ze zijn bang dat een omgekeerde situatie ontstaat wanneer de kosten door de beroepsgroep in rekening worden gebracht bij cliënten. In dat geval betaalt niet de beroepsgroep, maar de burger om de kwaliteit en integriteit van de beroepsgroep in stand te houden. De fractie van D66 vindt dat de regering zich niet eenzijdig kan onttrekken aan de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een integer en kwalitatieve juridische dienstverlening door alle kosten voor tucht en toezicht bij de beroepsgroep neer te leggen.