Pannenkoeken
De uitspraak in de pannenkoekenzaak (ECLI:NL:GHDHA:2021:832) is al een tijdje geleden. Om het geheugen op te frissen even kort de feiten: Het pensioenfonds zoetwaren was van mening dat de verwerende pannenkoekenbakker verplicht was tot deelname aan het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zoetwarenindustrie omdat de bakker “fabrieksmatig bloem tot een soort koek verwerkt”. Hierdoor lag de vraag in eerste aanleg bij de kantonrechter van rechtbank Rotterdam en in hoger beroep bij het Gerechtshof Den Haag voor of pannenkoeken inderdaad tot de categorie ‘koek’ behoren. Bpf Zoetwaren baseerde haar standpunt dat pannenkoeken wél als ‘koek’ kunnen worden aangemerkt onder andere op het feit dat het woord een samenvoeging tussen de woorden ‘pannen’ en ‘koek’ is. De bakker wijst in zijn verweer erop dat pannenkoeken nu juist qua ingrediënten, bereidingswijze, uiterlijk en naar opvattingen uit het algemeen taalgebruik anders zijn dan een koek. Het Hof gaat, net als de rechtbank in eerste aanleg mee in het verweer. Daarbij wordt vooral overwogen dat voor het begrip ‘pannenkoek’ moet worden aangesloten bij het begrip zoals dat gehanteerd wordt binnen de bakkerijsector. Volgens een in de zaak geraadpleegde deskundige zijn koeken bakkerijproducten en pannenkoeken keukenproducten. Ten slotte is er door geïntimeerde een onderzoek overgelegd waaruit bleek dat maar liefst 84% tot 89% van de respondenten het met het standpunt van de pannenkoekenbakker eens was. Een peiling van RTL-nieuws bevestigde dit. Kortom: het oordeel van de Nederlander (en daarmee in de ogen van het Hof de maatschappelijke opvattingen) was zonneklaar; pannenkoeken zijn géén koeken.
Pizza
Niet alleen op het gebied van pensioenen, maar ook in het licht van het bestemmingsplan staat de rechter soms voor vraagstukken waarvan je geneigd bent trek te krijgen. In de New York Pizza-zaak (ECLI:NL:RBAMS:2017:5556) liet het bestemmingsplan fastfoodrestaurants niet toe op de plaats waar New York Pizza zich wilde vestigen. De rechter stond daarom voor de vraag óf New York Pizza een fastfoodrestaurant is en moest tevens beantwoorden wat onder ‘fastfood’ valt. In het vonnis wordt aangesloten bij de definitie uit de Dikke van Dale, die, anders dan in de pannenkoekenzaak, ditmaal meer houvast bood. Fastfood is “voedsel waarvoor geen of weinig bereidingstijd nodig is, zoals snacks, opwarmgerechten enz. = gemaksvoedsel.” Gelet het feit dat al het eten dat New York Pizza serveert een beperkte bereidingstijd heeft en nu ook het ter plaatse bestellen en nuttigen van het eten niet meer dan 30 tot 50 minuten per klant duurt is de voorzieningenrechter van mening dat New York Pizza onder het begrip fastfoodrestaurant valt.
Bananen
Een minder smaakmakende doch niet minder bekende overweging is die van het Hof van Justitie in het United Brands arrest (ECLI:EU:C:1978:22). Daar diende voor het vaststellen of er sprake was van een machtspositie in het licht van de Europese mededingingsregels allereerst bepaald te worden wat de relevante productmarkt was waarbinnen die eventuele machtspositie bestond. Het Hof overwoog dat de bananenmarkt onderscheiden dient te worden van de meer omvattende markt van vers fruit door de beperkte substitueerbaarheid van bananen die het gevolg is van de bijzondere eigenschappen van een banaan. Verder stelde zij dat de banaan, “gezien het uiterlijk, de smaak en zachtheid, alsmede doordat zij geen pitten bevat, gemakkelijk handelbaar is en in gelijkmatige hoeveelheden wordt geproduceerd, kan voorzien in de constante behoeften van een grote bevolkingsgroep bestaande uit kinderen, ouderen en zieken.” Dát is nu eens teleologisch interpreteren.
Bij het lezen dat een pannenkoek qua ingrediënten, bereidingswijze, uiterlijk en naar verkeersopvattingen anders is dan een koek betrapte ik mijzelf erop instemmend te knikken. Ja, dat klinkt ons geheel logisch in de oren, toch? Bij het oplezen van de overweging aan mijn man (die chemicus is) keek hij echter alsof hij water zag branden. Het is frappant, ironisch haast, dat rechters (juristen in het algemeen, for that matter) met dit soort overwegingen nu juist zo dicht mogelijk proberen aan te sluiten bij de maatschappelijke betekenis van een woord terwijl de niet-juristen bij het horen ervan zich alleen maar des te meer afvragen wáár in hemelsnaam wij zulk een definitie van het woord “pannenkoek” vandaan hebben getoverd.