De innige verstrengeling van het fiscaalrechtelijk universitair onderwijs en het bedrijfsleven blijft een heikel thema. Zo draagt de overgrote meerderheid van de hoogleraren in het belastingrecht een ‘dubbele pet’ door er naast het werk aan de faculteit een commerciële baan op na te houden bij een advocaten- of consultancykantoor. Er bestaat al langer kritiek hierop wegens de risico’s ten aanzien van vrije en onafhankelijke wetenschapsbeoefening.
Vinger in de pap
Recent is de discussie weer aangewakkerd door onderzoek dat Follow the Money naar buiten bracht. FtM onthulde dat zowel de Belastingdienst als de kantoren Baker McKenzie, Deloitte, EY, KPMG, Loyens & Loeff en PwC al jaren een flinke vinger in de pap hebben bij de afstudeerrichting ‘Accent indirecte belastingen’ in Leiden, Maastricht, Tilburg en aan de VU Amsterdam. Zij zouden als geldschieters onder meer inspraak hebben ten aanzien van de inhoud van de curricula en docentbenoemingen. De opleiding, waarbij de faculteiten samen optrekken en studenten uitwisselen, bestaat sinds 2008.
Behoeften van sponsoren
Het onderzoeksjournalistiekplatform kwam middels Woo-verzoeken op het spoor dat de universiteiten het mogelijk maken ‘bij het inrichten van het programma rekening te houden met de behoeften van de sponsoren’. De sponsoren spraken verder mee over vacatures, tentaminering, studieboeken, afstudeer- en promotiebegeleiding. Minister Dijkgraaf van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (D66) verklaarde in reactie op het nieuws uitleg te eisen van de universiteiten.
Onderzoek
De VU heeft nu bekendgemaakt een onderzoek te starten naar de invloed van de fiscus en de zakelijke dienstverleners op de opleiding, zo meldt Het Parool. Naast de specialisatie over indirecte belastingen wordt ook de vergelijkbare studierichting ‘tax and technology’ onder de loep genomen. De Universiteit Leiden, die sinds 2016 deel is van de samenwerking, liet eerder aan FtM weten te twijfelen aan de voortzetting hiervan.